hoofdstuk 8 begrippen Flashcards

1
Q

Europese unie

A

groep Europese landen die vooral op economisch gebied samenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

export

A

het verkopen van goederen en diensten aan het buiteland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

import

A

het kopen van goederen en diensten uit het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

invoerrechten

A

belasting die betaald moet worden over ingevoerde producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ontwikkelingsland

A

land met een economische achterstand op rijke landen met veel armoede slechte gezondheidszorg en onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontwikkelingssamenwerking

A

hulpverlening door rijken landen aan ontwikkelingslanden voor een economische ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vrijhandel

A

landen mogen hun producten vrij in/uit-voeren zonder belemmering van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

betalingsbalans

A

een overzicht van alle betalingen en ontvangsten van en naar het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

exportquote

A

de totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gesloten economie

A

een land met lage import en exportquote ten opzichte van het nationaal inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

importquote

A

de totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nationaal inkomen

A

alle inkomens van de inwoners van een land bij elkaar opgeteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

open economie

A

een land met naar verhouding veel import en exportquote van het nationaal inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wederuitvoer

A

goederen die eerst worden ingevoerd en daarna meteen worden doorverkocht aan het buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Europese centrale bank ECB

A

de centrale bank van landen met de euro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Europese monetaire unie EMU

A

een groep landen binnen de EU met een gezamenlijke munt, de euro

17
Q

contingentering

A

het maximum aantal producten dat mag worden ingevoerd

18
Q

exportsubsidie

A

de overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven waardoor die hun producten goedkoper aan het buitenland kunnen verkopen

19
Q

internationale arbeidsverdeling

A

een product word geproduceerd en geëxporteerd door dat dit land het beste en goedkoopste kan

20
Q

internationale concurrentiepositie

A

de mate waarin een land in staat is beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen

21
Q

protectiemaatregelen

A

maatregelen om productie en werkgelegenheid in het eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen

22
Q

gebonden hulp

A

hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden

23
Q

inkomen per hoofd van de bevolking

A

het gemiddelde inkomen per inwoner van een land

24
Q

noodhulp

A

hulp in noodsituaties om mensen te helpen overleven

25
Q

structurele hulp

A

hulp aan ontwikkelingslanden met als doel op lange termijn dat zij economisch zelfstandig worden

26
Q

vicieuze cirkel

A

de oorzaak van het ene probleem is een gevolg van het andere probleem me hulp van ander kan de cirkel verbroken worden