hoofdstuk 7 begrippen Flashcards

1
Q

accijns

A

een extra verbruiksbelasting op alcohol, tabak en brandstof om het gebruik te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ambtenaren

A

werknemers die in dienst zijn van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belasting

A

een verplicht bedrag die burgers en bedrijven aan de overheid moeten betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

infrastructuur

A

vooorzieningen die nodig zijn voor vervoer, communicatie zoals wegen, internet, havens etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

overheid

A

gemeente en provincie in het rijk die regels vast stellen om de samenleven goed te laten functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rijksbegroting

A

de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk in het komende jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociale zekerheid

A

alle regelingen waardoor iedereen zijn noodzakelijke levensbehoefte kan voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

innovatie

A

ontwikkeling van nieuwe productiemethodes of producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kartel

A

2 of meer bedrijven die samen afspraken maken om onderlinge concurrentie te beperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

subsidie

A

een financiële bijdrage van de overheid om mensen en bedrijven te steunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sociaal minimum

A

minimum bedrag om van te kunnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

solariteitsbeginsel

A

iedereen met een inkomen staat geld af voor mensen die zelf geen inkomen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sociale voorzieningen

A

uitkeringen die de overheid betaald met geld uit de belastingopbrengsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

volksverzekering

A

sociale verzekering voor alle inwoners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

werknemersverzekeringen

A

sociale verzekering voor mensen die in loondienst werken of gewekt hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

collectieve goederen

A

voorzieningen waar alle burgers gebruik van mogen maken betaald door de overheid

17
Q

collectieve sector

A

de overheid en de instellingen voor sociale zekerheid

18
Q

marktwerking

A

aanbieders van producten concurreren met elkaar

19
Q

particuliere sector

A

bedrijven die goederen of diensten verkopen om winst te maken

20
Q

privatisering

A

de overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector

21
Q

begrotingstekort

A

de verwachte inkomsten zijn groter dan de verwachte uitgave

22
Q

directe belastingen

A

belasting die je rechtstreeks aan de overheid betaald

23
Q

draagkrachtbeginsel

A

bij het heffen van belasting word er rekening gehouden met de hoogte van je inkomsten

24
Q

indirecte belasting

A

belastingen zoals accijns die verwerkt zijn in de prijs van een product

25
miljoenennota
een toelichting op de rijksbegroting waarin de regering uitlegt welke keuzes zijn gemaakt
26
moterrijtuigbelasting
wegenbelasting) belasting die je betaald over het bezit van je voertuig
27
niet-belastingsontvangsten
andere inkomsten van de overheid buiten de inkomstenbelastingen om
28
profijtbeginsel
je betaald als je ergens gebruik van maakt
29
staatschuld
schuld van de overheid door in alle jaren met een begrotingstekort geld te lenen
30
vennootschapsbelasting
belasting die bv's en nv's betalen over hun winst