Hoofdstuk 7 - Arbeid Flashcards
Bedrijfskolom
De weg die een product doorloopt van begin tot eind.
Bedrijfstak
Bedrijven die dezelfde soort producten maken of verkopen.
Integratie
Twee bedrijven in de bedrijfskolom gaan samen. (De arbeidsverdeling wordt minder.)
Differentiatie
Eén bedrijf in de bedrijfskolom wordt opgesplitst in twee bedrijven. (De arbeidsverdeling wordt groter.)
Parallellisatie
Een organisatie maakt of verkoopt verschillende soorten producten. De bedrijfskolom wordt groter.
Specialisatie
Een organisatie gaat zich richten op het maken of verkopen van één specifieke productsoort. De bedrijfskolom wordt smaller.
Kapitaalintensief
Per werknemer wordt relatief veel kapitaal (goederen) ingezet. Veel machines ten opzichte van het aantal mensen.
Arbeidsverdeling
Het maken van producten wordt verdeeld over verschillende mensen en bedrijven.
Zelfvoorziening
Mensen ‘‘produceren’’ zelf om in hun eigen behoeften te voorzien.
Human capital
Kennis, vaardigheden en ervaring van werknemers. (Kan vergroot worden door scholing)
Participatiegraad
De verhouding tussen beroepsbevolking en de beroepsgeschikte bevolking.
Beroepsbevolking
Het aanbod van arbeid. De personen tussen 15 en 75 jaar oud die betaald werk hebben of werkloos zijn.
Werkzame beroepsbevolking
Het deel van de beroepsbevolking dat werkt.
Werkgelegenheid
De vervulde vraag naar arbeid. (Gelijk aan de werkzame beroepsbevolking.)
Vraag naar arbeid
Werkgelegenheid + vacatures