Hoofdstuk 6 Voltooiing van een strafbaar feit Flashcards

1
Q

Wanneer is een strafbaar feit voltooid?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wil ‘poging’ zeggen?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat moet er bij poging altijd zijn voor de strafbaarheid?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met welke strafmaat moet de rechter rekening houden als er sprake is van een strafbare poging?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie worden aangemerkt als daders van een strafbaar feit?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen een intellectuele dader en een materiële dader?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is er sprake van uitlokking van een strafbaar feit?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie worden als medeplichtige aan een misdrijf gestraft?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kan men gestraft worden voor medeplichtigheid aan overtreding?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vanaf welke leeftijd kan men strafrechtelijk vervolgd worden?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn strafrechtelijk minderjarigen?

A

p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly