Hoofdstuk 6: Democratie Flashcards

1
Q

Wat zijn de zes kenmerken van een vertegenwoordigende democratie volgens Dahl?

A

Gekozen volksvertegenwoordigers, vrijheid van meningsuiting, onafhankelijke informatie, vrijheid van vergadering, burgerschapsrechten, regelmatige en eerlijke verkiezingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom wordt democratie gezien als de beste regeringsvorm?

A

Het waarborgt politieke gelijkheid, vrijheid, vreedzame machtswisselingen, zelfbeschikking, en morele ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de kenmerken van de Nederlandse democratie?

A

Parlementaire democratie, evenredige vertegenwoordiging, actieve rol voor politieke partijen, en het recht op actief en passief kiesrecht volgens art. 4 Grondwet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de betekenis van artikel 4 Grondwet?

A

Het geeft iedere Nederlander recht op actief en passief kiesrecht voor vertegenwoordigende organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het probleem van de inhoudelijke representatie in de Nederlandse democratie?

A

Het parlement vertegenwoordigt mogelijk niet altijd de wil van de meerderheid van de kiezers door compromissen in coalities en demografische verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn mogelijke oplossingen voor gebrekkige representatie?

A

Bindend referendum, aanpassing van het kiesstelsel, burgerfora, en meer betrokkenheid bij wetgevingsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de rol van politieke partijen in Nederland?

A

Ze mobiliseren kiezers, vormen beleid, selecteren kandidaten, en creëren concurrentie tussen verschillende politieke visies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de beperkingen van het Nederlandse parlement?

A

Afname van zeggenschap door internationale regelgeving en uitbesteding van wetgeving aan niet-parlementaire instanties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het democratisch tekort in de EU?

A

Kritiek dat burgers weinig directe invloed hebben, het EP heeft minder macht dan nationale parlementen, en gebrekkige informatievoorziening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe is de vertegenwoordigende democratie van de EU georganiseerd?

A

Burgers worden rechtstreeks vertegenwoordigd in het Europees Parlement, lidstaten via de Europese Raad en de Raad van de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de rol van het Europees Parlement in de EU?

A

Het EP vertegenwoordigt de burgers, controleert de Europese Commissie, en heeft wetgevende bevoegdheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen nationale parlementen invloed uitoefenen op de Europese besluitvorming?

A

Door het early warning system en via de controle van de eigen ministers die stemmen in de Raad van de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het subsidiariteitsbeginsel in de EU?

A

Beslissingen moeten zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen, hogere instanties grijpen alleen in als dat noodzakelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van de Europese Commissie in de democratie van de EU?

A

De Commissie heeft het exclusieve initiatiefrecht voor wetgeving, voert beleid uit, en houdt toezicht op de naleving van het EU-recht door lidstaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de Europese Raad?

A

De Europese Raad bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de EU.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de betekenis van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging in Nederland?

A

Burgers kiezen uit lijsten van politieke partijen, en zetels worden evenredig verdeeld op basis van het aantal behaalde stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de invloed van coalitievorming op de Nederlandse democratie?

A

Coalitievorming leidt tot compromissen tussen partijen, wat de directe invloed van kiezers kan verminderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een bindend correctief referendum?

A

Een referendum waarbij burgers wetgeving kunnen terugdraaien als ze het er niet mee eens zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de kenmerken van vrije en eerlijke verkiezingen in een democratie?

A

Laagdrempelige deelname, gelijke kansen voor politieke partijen, en onbelemmerd campagne voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de voordelen van politieke vrijheid in een democratie?

A

Het bevordert open debat, zelfbeschikking en politieke participatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt zelfbeschikking in binnen een democratie?

A

Burgers hebben de vrijheid om hun eigen leven vorm te geven en invloed uit te oefenen op hoe de samenleving is ingericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom is vrije toegang tot onafhankelijke informatie belangrijk in een democratie?

A

Burgers kunnen weloverwogen keuzes maken en het publieke debat wordt transparanter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de vertrouwensregel in de Nederlandse democratie?

A

De regering moet het vertrouwen van de meerderheid van de Tweede Kamer hebben om te kunnen regeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de rol van de Eerste Kamer in de Nederlandse democratie?

A

De Eerste Kamer controleert wetsvoorstellen die al door de Tweede Kamer zijn goedgekeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waarom is de evenredige vertegenwoordiging belangrijk voor kleine partijen?

A

Het stelt kleine partijen in staat zetels te verkrijgen in de volksvertegenwoordiging, wat bijdraagt aan diversiteit in het parlement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een raadgevend referendum?

A

Een referendum waarbij burgers de regering adviseren, maar de uitslag is niet bindend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is het belang van de vrijheid van vergadering en vereniging in een democratie?

A

Het stelt burgers in staat om hun standpunten te organiseren, demonstreren en zich te verenigen in politieke bewegingen of partijen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is het verschil tussen monisme en dualisme in de Nederlandse parlementaire democratie?

A

Monisme betekent nauwe samenwerking tussen parlement en regering, dualisme betekent een striktere scheiding tussen de twee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe draagt het EU-early warning system bij aan de democratische controle?

A

Nationale parlementen kunnen EU-wetsvoorstellen blokkeren als ze in strijd zijn met het subsidiariteitsbeginsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is de rol van politieke partijen in de coalitievorming?

A

Politieke partijen onderhandelen om een regeerakkoord te vormen dat de basis legt voor het regeringsbeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is de invloed van Europese richtlijnen op de Nederlandse democratie?

A

Europese richtlijnen moeten door nationale wetgevers worden omgezet in nationale wetgeving, wat de beleidsruimte van Nederland beperkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is het verschil tussen actieve en passieve kiesrechten?

A

Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, passief kiesrecht is het recht om verkozen te worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Waarom spelen politieke partijen een cruciale rol in de democratie?

A

Ze organiseren verkiezingscampagnes, selecteren kandidaten en vormen een brug tussen kiezers en de overheid.

34
Q

Wat is de functie van de Raad van de Europese Unie?

A

De Raad vertegenwoordigt de regeringen van de lidstaten en speelt een belangrijke rol in het wetgevingsproces van de EU.

35
Q

Wat houdt het begrip ‘democratische rechtsstaat’ in?

A

Een staatsvorm waarin de macht wordt beperkt door het recht en waarin fundamentele rechten van burgers worden beschermd.

36
Q

Wat zijn de beperkingen van een parlementaire democratie?

A

Beperkte zeggenschap door internationale verdragen, uitbesteding van wetgeving en de noodzaak van coalitievorming.

37
Q

Wat is een burgerforum?

A

Een groep van gelote burgers die aanbevelingen of voorstellen doen over beleid of wetgeving.

38
Q

Hoe bevordert democratie de morele en intellectuele ontwikkeling van burgers?

A

Door actief burgerschap, open debat, en deelname aan politieke processen leren burgers kritisch denken en verantwoordelijkheid nemen.

39
Q

Wat zijn de kenmerken van een illiberale democratie?

A

Een democratie waarbij er wel verkiezingen zijn, maar fundamentele rechten zoals vrijheid van meningsuiting en vereniging worden beperkt.

40
Q

Wat is het doel van de Spitzenkandidaten-procedure in de EU?

A

Politieke groepen in het Europees Parlement schuiven kandidaten naar voren voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.

41
Q

Wat is een referendum?

A

Een volksraadpleging waarbij burgers direct over een wetsvoorstel stemmen.

42
Q

Wat zijn de vijf redenen waarom democratie de beste regeringsvorm is?

A

Gelijkheid, vrijheid, vreedzame machtswisselingen, zelfbeschikking en morele ontwikkeling.

43
Q

Wat is de rol van een oppositiepartij in een democratie?

A

Controleren van de regering en voorstellen van alternatieve beleidsopties.

44
Q

Wat betekent politieke gelijkheid in een democratie?

A

Elke burger heeft gelijke invloed op politieke besluitvorming.

45
Q

Waarom zijn regelmatige en eerlijke verkiezingen belangrijk in een democratie?

A

Ze waarborgen dat de macht vreedzaam kan worden overgedragen en dat burgers invloed houden op het bestuur.

46
Q

Wat is de rol van de media in een democratie?

A

Informatie verschaffen, burgers informeren en controleren van de overheid.

47
Q

Wat is een parlementaire democratie?

A

Een staatsvorm waarin de regering wordt gecontroleerd door een gekozen parlement.

48
Q

Hoe beïnvloeden politieke partijen de democratische processen?

A

Ze mobiliseren kiezers, vormen beleid en selecteren leiders.

49
Q

Wat is de rol van de Tweede Kamer in Nederland?

A

Het vertegenwoordigen van de burgers en het goedkeuren van wetgeving.

50
Q

Wat is passief kiesrecht?

A

Het recht om gekozen te worden in een verkiezing.

51
Q

Waarom is vrijheid van meningsuiting essentieel in een democratie?

A

Het stelt burgers in staat hun ideeën te uiten en het beleid van de overheid te bekritiseren.

52
Q

Wat is het vertrouwensbeginsel in de Nederlandse parlementaire democratie?

A

De regering moet het vertrouwen van het parlement hebben om te kunnen regeren.

53
Q

Wat is de invloed van Europese regelgeving op nationale democratieën?

A

Europese regelgeving heeft voorrang boven nationale wetten en kan nationale beleidsruimte beperken.

54
Q

Wat is een illiberale democratie?

A

Een staatsvorm waarin verkiezingen worden gehouden, maar fundamentele rechten worden beperkt.

55
Q

Wat is het belang van vrije verkiezingen?

A

Ze zorgen voor legitimiteit van het bestuur en stellen burgers in staat hun stem te laten horen.

56
Q

Wat is een burgerinitiatief?

A

Een voorstel van burgers om een onderwerp op de politieke agenda te krijgen.

57
Q

Wat is een dualistisch systeem in de democratie?

A

Een systeem waarin het parlement en de regering gescheiden verantwoordelijkheden hebben.

58
Q

Wat is de rol van het Europees Parlement?

A

Het vertegenwoordigen van de burgers in de EU en het controleren van de Europese Commissie.

59
Q

Hoe draagt vrijheid van vereniging bij aan democratie?

A

Het stelt burgers in staat om zich te organiseren en hun belangen te behartigen.

60
Q

Wat is het belang van de onafhankelijke rechterlijke macht in een democratie?

A

Het waarborgt dat de rechten van burgers worden beschermd tegen de overheid.

61
Q

Wat is de invloed van lobbyisten op de democratie?

A

Ze proberen politieke beslissingen te beïnvloeden namens belangengroepen.

62
Q

Wat is een coalitie?

A

Een samenwerking tussen meerdere politieke partijen om een regering te vormen.

63
Q

Wat zijn fundamentele rechten in een democratische rechtsstaat?

A

Rechten zoals vrijheid van meningsuiting, vereniging en recht op een eerlijk proces.

64
Q

Wat is het belang van de onafhankelijkheid van de media in een democratie?

A

Onafhankelijke media controleren de overheid en voorzien burgers van objectieve informatie.

65
Q

Hoe werkt een parlementaire enquête?

A

Het parlement onderzoekt misstanden binnen de overheid of het bedrijfsleven.

66
Q

Wat is de rol van de Europese Commissie?

A

Het nemen van initiatieven voor wetgeving en het uitvoeren van EU-beleid.

67
Q

Wat is het belang van controle op de regering door het parlement?

A

Het voorkomt machtsmisbruik en zorgt voor transparantie in het bestuur.

68
Q

Wat is de verhouding tussen regering en parlement in een monistisch systeem?

A

De regering en het parlement werken nauw samen en zijn niet strikt gescheiden.

69
Q

Wat is het doel van een kabinetsformatie?

A

Het vormen van een regering door politieke partijen na de verkiezingen.

70
Q

Wat is de betekenis van subsidiariteit in de EU?

A

Beslissingen worden op het laagst mogelijke niveau genomen, dicht bij de burger.

71
Q

Wat is de rol van nationale parlementen in het EU-wetgevingsproces?

A

Ze controleren hun regeringen en kunnen invloed uitoefenen op EU-wetsvoorstellen.

72
Q

Wat is een vetorecht?

A

Het recht van een persoon of instantie om een besluit tegen te houden.

73
Q

Wat betekent de trias politica?

A

Scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht zijn gescheiden.

74
Q

Wat zijn de kenmerken van een rechtsstaat?

A

Rechtszekerheid, machtsverdeling, en bescherming van grondrechten.

75
Q

Wat is de vertrouwensregel in Nederland?

A

De regering moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om te regeren.

76
Q

Wat is de invloed van Europese richtlijnen op de Nederlandse wetgeving?

A

Nationale wetgevers moeten richtlijnen omzetten in nationale wetten.

77
Q

Wat is het doel van een parlementaire democratie?

A

De macht van de overheid te legitimeren door middel van gekozen vertegenwoordigers.

78
Q

Wat is een motie van wantrouwen?

A

Een middel waarmee het parlement kan aangeven dat het geen vertrouwen meer heeft in de regering.

79
Q

Wat is de rol van een oppositiepartij?

A

De oppositie controleert de regering en biedt alternatieven voor het regeringsbeleid.

80
Q

Wat betekent representatieve democratie?

A

Burgers kiezen vertegenwoordigers die namens hen beslissingen nemen.