hoofdstuk 6 Flashcards

1
Q

wat beïnvloedt de snelheid van de wind + formule snelheid + benoem de delen

A

de bebouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

a waarde voor vlak kustgebied met overwegend aanlandige wind

A

a = 0,12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

a waarde voor vlak of licht glooiend land met enkele lanen en vrijstaande bomen

A

a = 0,15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

a waarde voor heuvelachtig gebied met lanen, bosjes en verspreide bebouwing

A

a = 0,19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

a waarde voor landschap met dichtere bebouwing of kleinere bossen

A

a = 0,26

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

a waarde voor zware bossen, sterk heuvelachtig terrein of centrum van grote stad met hoogbouw

A

a = 0,35

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitwerking formule kinetische energie in wind

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule + uitwerking vermogen van wind

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 2 factoren hebben een grote invloed op het vermogen bij een windmolen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom heeft een windmolen 3 wieken en niet meer of minder

A

meer wieken zou zwaarder en duurder zijn en niet het vermogen verbeteren

minder wieken zou zorgen voor te hoge snelheden en is dus onstabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke delen van de Bernoulli vergelijking valt weg bij windturbines en waarom

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kom je aan deze formule + wat is Cp

A

Q komt van vr*Ar en we kunnen vr benaderen als het gemiddelde tussen v1 en v2 (v1 is snelheid voor de windmolen, v2 de snelheid erna en vr bij de windmolen (zie foto))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe ziet de grafiek van het vermogen en de windsnelheid van een windmolen eruit + wat zijn de delen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

formule van de energieopbrengst + grafieken

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is Cf + formule + 2 eigenschappen

A

Cf = een maat voor de productiviteit van een energiecentrale

= Ewerkelijk/EP=Pnom

is niet ideaal om windenergie mee uit te drukken

Cf ≠ Cp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn deze 7 delen van de windmolen

A

1: rotordiameter
2: gondel
3: wiek/rotorblad
4: as
5: mast
6: ashoogte
7: tiphoogte

17
Q

welke 3 principes zijn er bij de werking van een windmolen

A

lift based horizontaal

lift based verticaal

drag based weerstandsprincipe

18
Q

welk werkingsprincipe is dit

A

lift based verticaal

19
Q

welk werkingsprincipe is dit

A

lift based horizontaal

20
Q

welk werkingsprincipe is dit + naam

A

drag based weerstandsprincipe + savonius rotor

21
Q

hoe werkt het horizontaal liftingsprincipe

A
22
Q

hoe kan je hier de draairichting bepalen bij een windturbine

A

door te kijken naar waar de wind het makkelijkste de weg kan afleggen, daar drukt de wind op

op de foto is de onderste weg het kortste en het makkelijkste dus duwt die naar boven

23
Q

welke 2 soorten gondels kan je hebben in een windturbine

A

een gewone

direct drive turbine

24
Q

hoe is de gewone gondel opgebouwd

A
25
Q

hoe is de direct drive turbine opgebouwd

A
26
Q

welke soort gondel is dit

A

gewone gondel

27
Q

welke soort gondel is dit

A

direct drive turbine

28
Q

wat is het verband met het vermogen en wiekdiameter

A

P ≈ d²

29
Q

welke 2 vermogensregelingen zijn er bij de windturbine

A

stall

pitch

30
Q

leg stall uit

A
31
Q

leg pitch uit

A
32
Q

wat is het nadeel aan windturbines in clusters te plaatsen

A

het rendement van het hele park wordt verlaagd met 20% dan de windmolens apart opgeteld

33
Q

welke 2 situaties heb je bij het plaatsen van windmolens in een park

A

bij een bepaalde windrichting

bij een random windrichting

34
Q

hoe plaats je windmolens in een park bij een bepaalde windrichting

A
35
Q

hoe plaats je windmolens in een park bij een random windrichting

A
36
Q

waar zijn de wiekdiameters groter op land of zee

A

op zee