hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

op wat zijn halfgeleiders gebaseerd + waar hebbe ze een belangrijke functie

A

ze zijn gebaseerd op silicium + ze spelen een belangrijke rol in elektriciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de chemie basis bij de halfgeleiderkristal

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 2 speciale energiebanden heb je + uitleg

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de bandgap

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de bandgap bij silicium

A

silicium is een halfgeleider dus de bandgap is niet zo groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er met de elektronen bij silicium wanneer T = en > 0K

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is recombinatie en generatie

A

door dat het gat en het elektron fysiek dicht bij elkaar kunnen liggen valt het elektron uiteindelijk terug in het gat van de valentieband = recombinatie

bij thermisch evenwicht is recombinatie = generatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is doping bij silicium

A

meer recombinatie door ladingsdragers door onzuiverheden toe te voegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 2 onzuiverheden kan je toevoegen bij doping van silicium + wat vormt er dan

A

boor: wordt het P-type silicium (positief)
fosfor: wordt het N-type silicium (negatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een diode

A

Een diode is een elektronisch onderdeel dat de elektrische stroom zeer goed in één richting geleidt, maar praktisch niet in de andere, de stroom gaat van de anode naar de kathode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uit wat bestaat een diode

A

uit een PN-junctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de sperlaag + ander woord + hoe ontstaat die

A

als je P-Si samenvoegt met N-Si dan gaan de elektronen in de gaten vallen en zijn er in een bepaald deel geen elektronen en gaten meer = uitputtingszone of sperlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer wordt de sperlaag groter en kleiner

A

wordt kleiner bij positieve spanning

en groter bij inverse spanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke polariteit heeft de kathode en anode

A

anode = positief

kathode = negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe worden de ladingsdragers in een niet-gepolariseerde (geen externe spanning aangelegd) PN-junctie aangetrokken en afgestoten

A

de doperingsionen zorgen voor aantrekking en afstoting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voor wat dient een transistor en waar wordt die het meest gebruikt

A

het dient vooral om elektronische signalen te versterken of schakelen + het wordt het meest gebruikt in computers

17
Q

wat is de NPN-junctie bij transistoren + wanneer is die pas nuttig

A

de NPN-junctie zijn 2 grote N-lagen met een kleine P-laag ertussen, het zijn 2 diodes die rug aan rug staan maar die kunnen in beide richtingen geen stroom geleiden + ze worden pas nuttig als je er een spanning over zet, dan begint die elektronisch dicht te schakelen