Hoofdstuk 5: Ingrijpen in de natuur Flashcards

1
Q

Leg het begrip ‘vruchtbare halve maan’ uit.

A

Een gebied in het Nabije Oosten waar op uitgestrekte bergflanken allerlei eetbare plantensoorten, zoals voorlopers van tarwe en gerst groeiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg het begrip ‘voedselvoorraad’ uit.

A

Eten dat voedselverzamelaars-jagers verzamelden en opsloegen om de winter door te komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg het begrip ‘nederzetting’ uit.

A

Het wonen van voedselverzamelaars-jagers, in hutten in de Vruchtbare Halve Maan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het begrip ‘sedentair’ uit.

A

Op dezelfde plaats blijven wonen en dus niet meer rondtrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg het begrip ‘nomaden’ uit.

A

Voedzelverzamelaars-jagers die geen vaste verblijfplaats hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg het begrip ‘domesticatie’ uit.

A

Het zelf selecteren van zaden en zelf telen van planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg het begrip ‘teelt’ uit.

A

Het laten groeien van gewassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg het begrip ‘fok’ uit.

A

Dieren hebben en ervoor zorgen dat ze jongen krijgen. Dit door dieren gevangen te nemen in plaats van ze te doden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg het begrip ‘landbouw’ uit.

A

Het produceren van voedsel door middel van akkerbouw en veeteelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg het begrip ‘akkerbouw’ uit.

A

Akkerbouw is het zelf produceren van voedsel en niet langer verzamelen van voedsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg het begrip ‘veeteelt’ uit.

A

Door de domesticatie van dieren ontstond veeteelt. Dit leverde niet alleen vlees, maar rook wol en later nog zuivelproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg het begrip ‘voedsel produceren’ uit.

A

Aan de hand van akkerbouw en veeteelt voorzien in voedsel. Op deze manier ben je niet meer afhankelijk van wat de natuur geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg het begrip ‘migrant’ uit.

A

Boeren uit het Nabije Oosten die voortdurend op zoek waren naar nieuwe geschikte landbouwgronden in Europa. Ze ontgonnen stukken bos en maakten er akkers van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg het begrip ‘landbouwnederzetting’ uit.

A

Een bewoonde plaats waar aan landbouw wordt gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg het begrip ‘levenswijze’ uit.

A

De manier waarop iemand zijn leven leeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg aan de hand van voorbeelden uit hoe de mensen de akkerbouw en veeteelt ontwikkelden.

A

Omdat er in een groot deel van de wereld een milder klimaat heerste. Dit zorgde voor allerlei eetbare plantensoorten en hierdoor moesten ze niet meer rondtrekken in de natuur om voedsel te vinden. Ze konden ook voedselvoorraden opslaan om de winter door te komen. Er kwamen ook kudden wilde geiten en schapen af op de weelderige plantengroei. Zo hoefden de jagers geen verre tochten meer te maken om hun prooien te vinden.

17
Q

Duidt op ‘einde laatste ijstijd’ aan op de tijdlijn.

A

13 000 v.C.

18
Q

Duidt op ‘de mens voor het eerst sedentair’ aan op de tijdlijn.

A

11 000 v.C.

19
Q

Duidt op ‘de mens voor het eerst landbouwer’ aan op de tijdlijn.

A

7000 v.C.

20
Q

Waarom is de overgang op de tijdlijn van voedselverzamelaar naar landbouwer geen rechte lijn?

A

Omdat de gunstige klimaatomstandigheden niet eeuwig bleven duren. Er kwamen nieuwe koudegolven die wel minder extreem waren dan tijdens de ijstijden, maar niet zonder gevolgen. De sedentaire mensen in de Vruchtbare Halve Maan vonden niet langer voldoende voedsel in de onmiddelijke omgeving in hun nederzetting.