Hoofdstuk 5: Elektronen in atomen Flashcards

1
Q

Welke waarden kan het spin kwantumgetal aannemen?

A

Ms = + 1/2 of Ms = - 1/2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke waarde kan het nevenkwantumgetal l aannemen

A

de waardes voor l variëren van 0 tot en met n - 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk orbitaal heeft een elektron waarvan l = 1 en welke vorm & mogelijke oriëntaties heeft deze?

A

een P-orbitaal, dit is een haltervorm welke volgens de x, y en z as georiënteerd kan worden, afhankelijk van het magnetischkwantumgetal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 stoffen zijn uitzonderingen op de verdeling van energie niveau’s omdat ze streven naar half of volledig bezette subniveau’s?

A

Chroom [Cr], Koper [Cu], Zilver [Ag], Goud [Au]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de golftheorie van De Broglie

A

De beweging van elektronen zijn t beschrijven als golfbewegingen met: λ = h / (m*c)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke orbitaal heeft een elektron waarvan l = 3?

A

F-orbitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een orbitaal?

A

een trefkans gebied waarin de kans 90% is een elektron te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke invloed heeft het hoofdkwantum getal op de waarschijnlijke afstand van het elektron tot de kern

A

Hoe groter het hoofdkwantumgetal hoe waarschijnlijker dat het elektron zich verder van de kern bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bepaald het spin kwantumgetal?

A

Welke richting een elektron uit draait om haar eigen as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is het mogelijk de toestand van een elektron experimenteel te bepalen

A

Nee, elke poging de toestand te bepalen zal deze toestand wijzigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bepaald het subniveau van elektronen

A

De vorm van de orbitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor het berekenen van Zeff van een elektron in een D-orbitaal, welke bijdrage dient er voor S geteld te worden voor elektronen uit lagere groepen?

A

Voor alle andere elektronen dient er een bijdrage van 1,00 geteld te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bepaald het magnetisch kwantumgetal?

A

De oriëntatie van de orbitaal in de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke waarden kan het magnetisch kwantumgetal aannemen?

A

waardes van -l via 0 tot aan +l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voor het berekenen van Zeff van een elektron in een S- of P-orbitaal, welke bijdrage dient er voor S geteld te worden voor elektronen uit lagere groepen?

A

Voor elektronen een schaal lager dient er een bijdrage van 0,85 geteld te worden, voor andere elektronen dient een bijdrage van 1,00 geteld te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke orbitaal heeft een elektron waarvan l = 0 en welke vorm heeft deze?

A

Dit is een S-orbitaal welke bolvormig is

17
Q

welke orbitaal heeft een elektron waarvan l = 2 en welke vorm heeft deze?

A

D-orbitaal, rozet vorm

18
Q

Voor de berekening van Zeff wat is de bedrage voor S voor elektronen uit dezelfde groep?

A

Voor ieder elektron uit dezelfde groep dient een bijdrage van +0,35 geteld te worden met uitzondering als het gaat om een 1s-elektron, hierbij dient enkel +0,30 geteld te worden

19
Q

Welke invloed heeft het hoofdkwantum getal op de energie inhoud van een elektron

A

Hoe groter het hoofdkwantumgetal hoe hoger de energie inhoud van het elektron