Hoofdstuk 4: Licht en andere straling Flashcards

1
Q

Geef enkele toepassingen van radio-activiteit

A
  • Syntiseren van andere deeltjes
    • (mogelijk met deeltjes versneller)
  • Bepalen van ouderdom met koolstof-14 datering
  • Medisch
  • Kernsplitsing (uranium-235)
  • Kernfusie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt het massadefect berekend

A

Het massadefect is het verschil tussen de som van de massa’s van alle elektronen, protonen en neutronen en de daadwerkelijke massa van een deeltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Brengt het uitzenden α-straling de moederkern dichter bij stabiliteit?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de formule voor het kwantum van materie

A

∆E = h * 𝛎 (h = _h)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor welke nucleïden zijn β-stralen typisch?

A

Nucleïden gelegen boven de stabiliteits band

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe onstaat het vrije elektron dat bij β-straling wordt uitgezonden?

A

Door het verval van neutronen:

10n -> 11p + 0-1e

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat valt er te zeggen over het verschil in verhouding tussen protonen en neutronen na het uitstralen van β-straling

A

Het aantal neutronen verminderd en het aantal protonen neemt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bij β-straling uitgezonden?

A

Negetief geladen elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef de formule voor het energie bedrag van een electron

A

En = -Rh * (1/n2)

met Rh = _h * _c * _Rdy = 2,18 * 10-18

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de formule voor het golfgetal σ

A

σ = 1 / λ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is het antimaterie van elektronen

A

positronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef drie nadelen van radio-activiteit

A
  • (kernreactor) Veel radio-actief afval met lange halfwaardetijd
  • (kernreactor) groter risico en gevolgen bij ongevallen dan bij traditionele elektriciteitscentrales
  • Hoog energetische stralen zijn zeer gevaarlijk voor levende organismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geraakt een nucleïden dichter bij de stabiliteitsband door het uitzenden van β-straling?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Brengt γ-straling een nucleïde dichter bij de stabiliteitsband?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe onstaan γ-stralen

A

Door botingen tussen elektronen en positronen:

0-1e +0+1e -> 00γ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke nucleïden treden er voornamelijk α-stralen op?

A

Nucleïden met een rangetal boven de 83 en een massa boven de 200

17
Q

Wat zijn isotopen

A

Atomen van een bepaald element met een ander aantal neutronen in de kern

18
Q

Hoe onstaan de positronen voor β+-straling

A

Door ontbinding van protonen:

11p -> 10n + 0+1e

19
Q

Voor welke nucleïden kan β+-straling optreden?

A

Nucleïden gelegen onder de stabiliteitsband

20
Q

vanaf welk ranggetal kunnen er geen stabiele nucleïden meer voorkomen?

A

Z = 83 is het laatste element dat stabiel kan zijn

21
Q

Wat zijn positronen?

A

Positronen zijn de antimaterie van elektronen, ze hebben dezelfde massa maar tegengestelde lading

22
Q

Proef met de massaspectometer -> p7 eigen samenvatting

A

p7 eigen samenvatting

23
Q

Wat is een lijnen spectrum

A

in lijnen spectrum is een spectrum waar enkel op beperkt aantal golflengten licht aanwezig is

24
Q

Wanneer zijn lichte nucleïden stabiel?

A

wanneer het aantal protonen = aan het aantal neutronen

25
Q

Wat wordt er uitgezonden bij β+-stralen?

A

Positronen

26
Q

Wat wordt er bij α-straling afgegeven?

A

42He

27
Q

In welke toestand bevind een elektron zich als deze energie opneemt

A

In aangeslagen toestand

28
Q

Wat wordt er uitgezonden bij γ-straling?

A

Elektromagnetische golven

29
Q

Geef de formule voor frequentie

A

𝛎 = c / λ

30
Q

Wat is een continu spectrum

A

een continu spectrum is een spectrum waar er licht is bij alle golflengten

31
Q

Waarneer zijn zwaarder nucleïden stabiel?

A

wanneer deze meer neutronen dan protonen hebben

32
Q

Wat is de voorwaarde voor de waarde van ∆E

A

∆E moet altijd een veelvoud van het kwantum zijn dus ∆E = k * _h * 𝛎