Hoofdstuk 5 Flashcards
1
Q
Hydratie
A
Wanneer een zout oplost, komen de ionen los uit het ionrooster en worden ze omringt door watermoleculen
2
Q
Ionen
A
Positief en negatief geladen deeltjes
3
Q
Neerslagreactie
A
Een reactie tussen ionen die niet naast elkaar in een oplossing kunnen voorkomen.
4
Q
Oplosbaarheidstabel
A
Hierin kun je vinden of een zout goed, slecht of matig oplosbaar is.
5
Q
Systematische naam
A
Naam van het positive ion gevolgd door de naam van het negatieve ion
6
Q
Verhoudingsformule
A
Formule van zout
7
Q
Zouten
A
Stoffen die uit geladen deeltjes, ionen, bestaan. Niet metalen en metalen
8
Q
Zouthydraat
A
Sommige zouten die watermoleculen in hun ionrooster opnemen