Hoofdstuk 5 Flashcards
bestemming, de
destination
juist
just
the right
opbergen
to store
optellen
to add
passagier, de
the passager
de regio
the region
vlucht, de
the flight
aankleden
to dress
de kou
the cold
nat
wet 💦
pardon
pardon
schaatsen
to skate
wel eens
sometimes
af en toe
uitkleden
to undress
aanleggen
to construct
to apply
automobilist, de
the driver
de beurt
the turn
brommer, de
motorcycle
fietsenmaker, de
bike mecanic
de garage
the garage
de ketting
the chain
keuren
to control
to inspect
kracht, de
the power
maken (repareren)
to repare
onderdeel, het
the spare part
onderhoud, het
the maintenance
overigens
by the way
de pech
unlucky event
prettig
nice
de reparatie
the reparation
de service
the service
sowieso
anyway
starten
to start
super
super
tegenkomen
to come along
ter plekke
on the spot
uniek
unique
voertuig, het
vehicle
wegenwacht, de
on the road guard
afstand, de
the distance
beloven
promise
de bil
the butt cheek
de blik
the view
the gaze
ellende, de
misery
trouble
enorm
enormous
even
quickly
soon
gezeur, het
the whining
herstellen
to restore
liften
to hitchhike
teruggaan
to go back
vervuiling
the contamination
pollution
vreemd
strange
de bagage
the bagage
bezorgd
worried
de bom
the bomb
de brand
the fire
brengen
to bring
chauffeur, de
driver
conducteur, de
th conductor
de hoek
the corner
de klap
the slap
landen
to land
leeg
empty
motor, de
the motor
omroepen
to broadcast
ongerust
concerned
unrested
onmiddelijk
immediately
parkeerplaats, de
parking place
plotseling
suddenly
de rook
the smoke
stil
quiet
takelwagen, de
tow truck
tegenligger, de
oncoming vehicle
triest
sad
trillen
to shiver
to tremble
uitgang
the exit
verlaten
to abandon
to leave
vliegen
to fly
wijzen
to point
de trap
the stairs
