Hoofdstuk 1 Flashcards
de berg
mountain ๐ป
beschrijven*
to describe
de jeugd
childhood / the younglings
overeenkomst, de
the similarities
vies
dirty
schoon
clean
achtergrond, de
background
arbeider, de
constructor +
beide
both
bouwen
to build
buitenlander, de
foreigner
outsider
doordat
because of that
enige, het
only ( the only)
gevaarlijk
dangerous
herinneren, zich
to remember
kanaal, het
canal
molen, de
the mill
platteland, het
countryside / flat grounds
de rand
border
sigaret, de
cigarette ๐ฌ
uitbreiden
to expand
vlak
flat
weiland, het
grasslands
zwemmen*
to swim ๐
bejaarde, de
pensioner
elderly
gelden*
to count
de hond
the dog
de kat
the cat
knuffelen
to hug
het konijn
rabbit
de kooi
the cage
kruipen
to crawl
laten
to let
to allow
nadeel, het
disadvantage
ongedierte, het
pests / vermins
de rat
rat ๐
de reden
the reason
ruim
spacious / roomy
schildpad, de
turtle
slang, de
snake
uitlaten*
to walk your dog
verstaan*
to understand
verzorgen
to take care of
de vogel
the bird