Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

wat stond er in de middeleeuwen centraal?

A

de kerk en de dood

het motto was momento mori, wat gedenk te sterven betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat stond er in de renaissance centraal?

A

genieten van het leven

het motto was carpe diem, wat pluk de dag betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoelang was de tijd van ontdekkers en hervormers?

A

1500 tot 1600

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kwam de klassieke oudheid naar Europa?

A

door de turkse verovering kwamen er veel geleerden naar italiaanse stadstaten en zij namen veel kennis mee van de oudheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke kenmerkend aspect hoor bij deze gebeurtenissen?:

  • de portugezen die de havenstad Cueta heroveren.
  • de eerste voor portugal winstgevende plantage werd gesticht.
  • routes over land waren gevaarlijk door de kruistochten, dus gingen ze veilige handelsroutes over zee zoeken.
A

het begin van de Europese overzeese expansie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welk kenmerkend aspect hoor bij deze gebeurtenissen?

  • met de opkomst van rijke steden, handel en culturele uitwisseling, groeit bij Europa het besef dat het individu een eigen rol kan spelen.
  • het karakter van de mens veranderd langzaam van volgzaam naar (onder)zoekend.
  • nieuw motto: carpe diem (pluk de dag)
A

het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waardoor groeide het besef van dat het individu een eigen rol kan spelen?

A

met de opkomst van rijke steden, handel en culturele uitwisseling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurd er met de regels van de kerk in de renaissance?

A

ze blijven hetzelfde, maar ze moeten wel aansluiten bij wetenschappelijke ontdekkingen, zoals griekse wetenschappers ooit bepaald hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de oorzaken van de expansie?

A
  • ze gingen opzoek naar nieuwe handelsroute voor handel met het oosten.
  • ze wilden een groot rijk veroveren en het christendom verspreiden.
  • ze waren nieuwsgierig en opzoek naar avontuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat waren de gevolgen van de expansie?

A
  • slavernij
  • sterfte door europese ziektes
  • harde arbeid voor indianen
  • kerstening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk kenmerkend aspect hoort bij deze gebeurtenissen?:

  • hernieuwde belangstelling voor de culturele prestaties in de klassieke oudheid.
  • kunstenaars en schrijvers gaan de klassieke vormentaal bestuderen.
  • het humanisme ontstaat.
A

de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welk kenmerkend aspect hoort bij deze gebeurtenissen?:

  • Maarten Luther heeft kritiek op de machtsaanspraken, de zelfgemaakte wetten en regels van de kerk.
  • de kerk splitst zich in de rooms-katholieke en protestantse richting.
  • Johannes calvijn krijgt meer aanhangers dan luther en vindt dat de lagere overheden zich mogen verzetten tegen een hogere overheid.
A

de protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wie inspireerde Luther?

A

Erasmus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarover schreef Luther een protestbrief met 95 stellingen?

A

hij was het er niet mee eens dat je je zonde zou kunnen afkopen met aflaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor kwam de splitsing van de kerk?

A

luther had kritiek op de kerk. daardoor kwam er een godsdienstdiscussie wat leidde tot grote spanningen. uiteindelijk leidde dit tot splitsing van de kerk in rooms-katholieke en protestantse richting. hierna bande paus leo x hem uit de katholieke kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wie was er nog een belangrijkere hervormer en wat was zij geloof?

A

calvijn, calvinisme

17
Q

wat zeiden luther en calvijn over ‘hemel en hel’?

A

luther vond: de mens heeft wel invloed, je bepaalt zelf door hoe je leeft en gelooft.
calvijn vond: de mens heeft geen invloed, god heeft van tevoren bepaald.

18
Q

wat zeiden luther en calvijn over ‘politiek’?

A

luther vond: vorst mag het geloof van zijn onderdanen bepalen en het volk moet gehoorzamen.
calvijn vond: gelovige bepaalt zelf zijn geloof en als de vorst dit niet toestaat, dan mag de gelovige in opstand komen.

19
Q

waar waren luther en calvijn het over eens?

A
  • geloof, bijbel en preken staan centraal.
  • tegen aflaten, verering heiligen en relikwieën.
  • geen aparte leider van de kerk.
  • predikanten mogen trouwen.
20
Q

welk kenmerkend aspect hoort bij deze gebeurtenissen?:

  • het uitbreken van de opstand in 1568.
  • het plakkaat van verlatinge wordt opgesteld.
  • de republiek der zeven verenigde provinciën wordt uitgeroepen.
A

het conflict in de nederlanden dat resulteert in de stichting van een nederlandse staat.

21
Q

waardoor brak de opstand in de Nederlanden uit?

A

filips II en karel V wilden: centraliseren, overal dezelfde rechtspraak en regels.
hierdoor werden de privileges van edelen en de steden in de nederlands gewesten bedreigd.
nederlandse protestanten en katholieken kregen afkeer tegen de steeds geweldadiger en intensiever wordende kettervervolging.

22
Q

waardoor konden er op een gegeven moment hagenpreken gegeven worden?

A

filips II had margaretha van parma als landvoogdes aangesteld. toen kwamen de lagere edelen naar haar met het smeekschrift om de inquisitie af te schaffen. zij beloofde de kettervervolging te matigen.

23
Q

hoe ontstond de tachtigjarige oorlog?

A

filips II was woedend op margaretha en verving haar door alva. de kettervervolging werd nog heftiger en alva viel met een groot leger de Nederlanden binnen.

24
Q

hoe werd nederland de republiek der zeven nederlanden?

A

de nederlandse edelen legde in het plakkaat van verlatinge vast dat ze niet langer het gezag van de spaanse koning erkende. de staten-generaal besloot dat het gebied ook zonder vorst bestuurd kon worden.

25
Q

hoe ontstond de unie van utrecht?

A

filips II verklaarde willem van oranje vogelvrij, waardoor de unie van utrecht zich scheidde van filips (plakkaat van verlatinge). ze regelden hun godsdienstige zaken nu zelf.

26
Q

wat gebeurde er met de vrede van münster?

A

in 1648 sloten spanje en de republiek de vrede van münster. ze werden nu door heel europa geaccepteerd als zelfstandig land.