Hoofdstuk 4: dementie Flashcards

1
Q

Leg uit wat dementie is:

A

Komt van het Latijns -> DEMENS = ONTMENSELIJKEN.

Syndroom met verschillende kenmerken  niet te genezen.

Begint bij de geest ( ontstaan van psychische problemen).

Vervolgens aftakeling van het lichaam.

Tot slot het overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de kenmerken van dementie:

5 kenmerken

A

Sterk verschillend van persoon tot persoon

<b>Geheugenstoornissen</b>

Moeten aanwezig zijn om te spreken van dementie.

Korte termijngeheugen -> nieuwe informatie vastleggen is moeilijk.

Lange termijngeheugen volgt -> valt minder op.

<b>Andere cognitieve stoornissen</b>

Aandachtstoornissen

Oriëntatiestoornissen
<i>Tijd: Niet meer weten welke dag, jaar, seizoen is. Soms dag en nacht verwisselen.</i>
<i>Ruimte: niet meer weten waar men is  ruimtes niet meer vinden.</i>
<i>Persoon: anderen en zichzelf niet meer kennen.</i>

Taalstoornissen
<i>Woorden niet meer vinden</i>
<i>Zinnen niet meer kunnen afmaken.</i>
<i>Bepaalde dingen blijven herhalen.</i>
<i>Taal wordt steeds armer -> geluiden.</i>

Stoornis in het bewust handelen -> stappen in handelingen niet meer kunnen of kennen.

Stoornis in het herkennen van objecten, geluiden of beelden.

Stoornis in het lichaamsschema -> lichaam niet meer kennen.
<i>Ledematen</i>
<i>Links of rechts</i>

<b>gedragsstoornissen</b>

Verandering in het gedrag van licht tot zeer ernstig.

Gedragsverandering t.o.v. zichzelf.
<i>Hygiëne</i>
<i>Hobby’s</i>
<i>Interesses</i>

Gedragsverandering t.o.v. omgeving/anderen.
<i>Agressie</i>
<i>Bedreigen</i>
<i>Stemmingswisselingen</i>
<i>Negativisme</i>
<i>Liegen</i>
<i>Seksuele uitspattingen</i>
<i>Decorumverlies</i>
<i>Dwalen</i>
Gedragsverandering die op regressie wijzen.
<i>Duimzuigen</i>
<i>Met een pop rondlopen.</i>
<i>Zindelijkheid verdwijnt</i>
<i>Foetushouding</i>
<i>Aanhankelijk</i>

<b>andere psychische stoornissen</b>

Psychotische verschijnselen
<i>Hallucinaties
<i>Wannen</i></i>

Slaapstoornissen

Angst

Verwardheid

<b>neurologische afwijkingen</b>

Verlammingsverschijnselen

Spraakstoornissen

Onwilligkeurige bewegingen

Spastisch huilen of lachen

Terugkeer van de primaire reflexen

Epilepsie
</i></i>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef het proces van dementie:

A

Duurt gemiddeld ongeveer 8 jaar (soms kan het 15 jaar duren)

<b> 1ste fase = sociale fase</b>

Contacten worden anders/minder.

Veel invloed op de patiënt/omgeving.

Patiënt beseft wat er aan de hand is.
<i>Verwerking nodig</i>
<i>Vraagt goede begeleiding</i>
-> Familie
-> Dokter

<b> 2de fase = psychische fase</b>

Psychisch functioneren, gaat steeds moeilijker.

Copingreacties = compenseren

<b>3de fase = lichamelijke fase</b>

Proces van de aftakeling van het lichaam.

Controle van het lichaam valt af.

Leven als een plant
<i>Afhankelijkheid</i>

Eindigt met het overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de oorzaken van dementie:

A

GEEN ZIEKTE -> SYNDROOM
Altijd een onderliggende oorzaak.
Niet te genezen.

<b>dementie door de ziekte van Alzheimer</b>

60% van de mensen met dementie heeft Alzheimer.

Plaques in de hersenen -> eiwitophopingen die de cellen samenplakken.

Progressief = wordt erger en erger.

Ontstaat meestal na 65 jaar.

Exacte oorzaak is tot op heden onbekend.

<b> vasculaire dementie</b>

Aderverkalking

Werking van aders verslechterd -> minder bloedtoevoer = minder zuurstof.

Bloedvat scheurt = hersenbloeding

Bloedvat vernauwt = beroerte

<b>dementie door middelen</b>

Middelengebruik
<i>Korsakov</i>

Invloed van schadelijke producten in de omgeving.

<b>erfelijkheid</b>

Risico is groter als dementie in de familie voorkomt.

Als dementie op jonge leeftijd voorkomt -> meestal genetisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe gaat men op met dementie?

A

<b>omgeving</b>

Houvast bieden
<i>Structuur
Duidelijkheid</i>

Niet tegenspreken

Gemakkelijke zinnen
<i>Kort en duidelijk</i>

Duidelijk mimiek

Picto’s

Uitbeelden

Zingen

Reminiscentie = oude spullen

Aangepaste infrastructuur

Geen testvragen

Aandacht voor sfeer
<i>Vriendelijk en geduldig</i>

Consequent zijn

Blijf ze als volwassen beschouwen -> respect tonen.

Laat ze doen wat ze nog kunnen.

<b>de behandeling</b>

Dementie = ongeneselijk

Symptoombestrijding  dingen te verlichten

Therapieën
<i>Muziek
Snoezelen
Spullen en gesprekken van vroeger
Levensboek maken/fotoalbum
Dierentherapie
Bewegingstherapie</i>

In het 3de stadium = aandacht voor comfort.

<b>4.6.3. medicatie</b>

Er bestaan medicijnen tegen Alzheimer.
<i>o Vertragen het proces</i>

Kalmeringspillen

Antidepressiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit hoe dementie bij personen met een beperking is:

A
Dementie vaststellen = zeer moeilijk.
<i>Hebben al beperkingen
‘welke symptomen horen bij de beperkingen?’
‘welke symptomen horen bij dementie?’
Communiceren vaak al moeilijker</i>

Begeleiding moet alert zijn = dementielijsten.

<b>eerste signalen</b>

Gedragingen

Oriëntatie

Dingen vergeten

Incontinentie

Taalgebruik

Traagheid

Verlies van interesses

Verhoogde rusteloosheid

Spierschokjes
<i>Syndroom van Down</i>

Duur van de diagnose is ongeveer 2,5 jaar.

<b>4.7.2. extra genetisch kwetsbaar.</b>

Syndroom van Down -> grotere kans op Alzheimerdementie
<i>Trisomie van chromosoon 21</i>
->Dit paar bevat het gen dat verantwoordelijk is voor neurologische problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly