Hoofdstuk 3: Bipolaire stoornis Flashcards
Wat is een Bipolaire stoornis?
• Bipolair = 2-polig = 2 uitersten
<i>o Manie</i>
<i>o Depressie</i>
- Unipolair = depressie alleen
- Veel mensen hebben stemmingsstoornissen (=beïnvloed je dagelijks leven) -> stemmingswisselingen (= blijf je functioneren)
- Eerste tekenen ontstaan tussen de 15 en de 25 jaar.
Geef de kenmerken van een manie:
12 kenmerken
- Gevoel hebben alles aan te kunnen
- Onvermoeibaar
• Weinig slapen
<i>o Allerlei uitspattingen</i>
<i>o Financieel</i>
<i>o Euforisch</i>
- Verhoogd libido
- Veel praten = versnelde gedachten
- Weinig tot geen schaamtegevoel
- Manipuleren
- Woede – aanvallen
- Uithuizigheid
- Grootheidswaanzin
• Psychose = MOET AANWEZIG ZIJN!
<i>o Waanideeën = gedachten die heel sterk zijn</i>
<i>o Hallucinaties = alle zintuigen nemen een eigen loopje</i>
• Heel uitputtend voor het lichaam
Geef de kenmerken van een hypo-manie:
- Minder sterk dan een manie
- GEEN PSYCHOTISCHE VERSCHIJNSELEN
- Er blijft realiteitsbesef
- De andere kenmerken zijn duidelijk aanwezig
Geef de kenmerken van een depressie:
<u><b>Denken</b></u>
Twijfelen
Zwart denken
In cirkels denken
Wantrouwen
Geen uitweg zien
Niet aannemen
Traagheid in het denken
Concentratiestoornissen
Minderwaardigheid
Zelfbeschuldiging
Moeilijk beslissingen nemen
<u><b>Voelen</b></u>
Futloos
Geen energie hebben
Somber
Eenzaam
Onbegrepen voelen
Schaamte
Apathisch
Leeg voelen
<u><b>Willen</b> </u>
Verlies in interesses
Geen actie ondernemen
Gespeelde vreugde
Isolement
Vervlakking van de mimiek en gebaren
Weinig zorg voor het uiterlijk
Depressie duurt minstens 2 weken -> ernstige kenmerken die het dagelijks functioneren verhinderen.
Geef de 2 types van bipolaire stoornissen:
Type 1: depressie + manie
<i>o Psychotische verschijnselen zijn duidelijk aanwezig</i>
Type 2: depressie + hypomanie
<i>o Zonder psychotische verschijnselen</i>
Hoe vaak, hoe ernstig en hoe groot de schommelingen zijn verschillend van persoon tot persoon.
Geef de oorzaken van een bipolaire stoornis:
<b>Biochemische factoren</b>
Werking van het lichaam loopt fout.
Stoffen worden teveel of te weinig aangemaakt.
<i>o Neurotransmitters en hormonen</i>
<b>Biogenetische factoren</b>
Erfelijkheid
Individuele kwetsbaarheid
Familieonderzoek
<i>1 ouder met B.S -> 20% kans</i>
<i>2 ouders met B.S -> 50 – 60% kans</i>
<b>Verdere mogelijke oorzaken:</b>
<u>Psychosociale factoren</u>
Omgevingsfactoren die invloed uitoefenen.
<i>Zowel postief als negatief -> SOCIALE DRUK = STRESS</i>
<u>Psycische factoren</u>
Manier van verwerken van gebeurtenissen.
Niet verwerken of foutief verwerken van gebeurtenissen.
Geef de gevolgen van een bipolaire stoornis:
Afzondering waardoor beperkt sociaal contact.
Angst voor wat er gebeurd en voor de toekomst.
Moeilijk om een relatie te onderhouden.
<i>Partner</i>
<i>Kind</i>
<i>Vriendschap<i></i></i>
Moeilijk om een job te vinden en te houden.
Moeilijk om af te studeren.
Stoornis waarin de meeste zelfdodingen in voorkomen.
</i></i>
Geef de behandelingen van een bipolaire stoornis:
Behandeling op lange termijn.
Combinatie van medicatie, voorlichting en psychotherapie.
<b>medicatie</b>
Bloedspiegel
Stemmingsstabilisatoren = Lithium
<i>Stemmingen af te vlakken</i>
Antidepressiva bij depressie
Antipsycholtica bij psychose
Kalmeringspillen
Slaapmedicatie
<b>Niet-medicateuze behandelingen</b>
Elektroconvulsie therapie
<i>Elktro-impulsen naar de hersenen -> lokt kleine epileptische aanval uit en de patiënt voelt zich daarna beter.</i>
<i>Bij zware depressies</i>
Lichttherapie
<i>Licht in een bepaalde intensiteit toedienen waardoor er in het lichaam stoffen vrijkomen om de patiënt beter te doen voelen.</i>
Psychotherapie <i>Gesprekken</i> Psychiater Psycholoog Groep Individueel Gezin Gedragstherapie Coginitieve therapie Speltherapie <i>Inzicht krijgen in:</i> Syndroom/ stoornis Mogelijkheden en beperkingen Mogelijke oorzaken Symptonen herkennen -> snel actie ondernemen Ermee leren leven -> aanvaarden Empowerment aanleren Medicatiebegeleiding
<b> opname</b>
Niet altijd nodig
<i>WEL bij gevaar voor:</i>
Zichzelf
Omgeving