Hoofdstuk 4: De enquête voor gevordenen Flashcards

1
Q

Continue variabelen

A

Een variabele die elke waarde kan aannemen tussen de ondergrens en de bovengrens.
Vb. temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Data

A

= gegevens
De waargenomen waarden van een variabele in een onderzoek.
Vb. de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Discrete variabele

A

Een variabele die een bepaald aantal waarden kan aannemen tussen de ondergrens en de bovengrens.
Vb. hoeveelheid mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kwalitatiteve variabele

A

Variabele met waarden die worden uitgedrukt in aanduidingen, eigenschappen, namen, etc…
Vb. je verzameld speeltjes uit mensen hun kindertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kwantitatieve variabele

A

Variabele met waarden uitgedrukt in getallen, verkregen door metingen.
Vb. De gemiddelde lengte van een pasgeborene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Literatuuronderzoek

A

=literatuurstudie =bronnenonderzoek
Verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen (geen direct contact met het onderzoeksobject)
Vb. onze literatuurstudie naar de kleuter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Populatie

A

Het universum van onderzoeksobjecten van waar de steekproef wordt genomen.
Vb. bij onze enquête zullen alle derdejaars uit het Sint-Rita Campus College de populatie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Primaire bronnen

A

Bronnen geschreven of gemaakt door de oorspronkelijke auteur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Secundaire bronnen

A

Bronnen die verwijzen naar de primaire bron en erop verderbouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Representatieve proef

A

Een beperkte groep die in haar kenmerken het geheel kan vertegenwoordigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Statistiek

A

Het verzamelen, verwerken, interpreteren en presenteren van gegevens.
Vb. bronnen presenteren voor nederlands.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Variabele

A

Een kenmerk van een object (persoon, dier, ding, plek, etc) dat verschillende vormen of waarden kan aannemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly