Hoofdstuk 4 Flashcards
1
Q
Hiërarchische organisatie van het brein: Niveau 1: de hersenstam (helemaal van binnen)
A
Fylogenetisch = vanuit de evolutie van de soort gezien
- Een van de oudste hersendelen
- Ligt subcorticaal = onder de cortex
- Staat in voor basisfuncties
1
Q
Complex en intelligent gedrag
A
vermogen van een organisme om zich flexibel te kunnen aanpassen aan zijn
veranderende omgeving
- Gaat steeds gepaard met toenemende complexiteit van neurale structuren en hersenen
2
Q
Hiërarchische organisatie van het brein Niveau 2: het limbisch systeem
A
Speelt rol bij lagere orde mentale processen zoals emoties regulatie
- Ligt subcorticaal
- Gebieden met uitvoerende functies zoals basale ganglia en thalamus
3
Q
A