Hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

Ruimtelijke ordening

A

Beleid dat de overheid voert om de ruimte in Nederland in te delen (Wro)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Organistatie ruimtelijke ordening
- Gemeenten
- Provincies

A
  • zijn verantwoordelijk voor woningbouw en bedrijventerreinen
  • voeren het landschapsbeleid uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat controleert de Rijksoverheid?

A

De gebiedsplannen van provincies en gemeenten. Hier moet de gemeenteraad zich aan houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wro brengt een duidelijk onderscheid aan tussen beleid en normstelling:
- Beleid
- Normstelling

A
  • De Wro verlangt van iedere gemeente en provincie en Rijk een structuurvisie, waarin het ruimtelijk ontwikkelingsbeeld wordt beschreven
  • De juridische borging van de doorwerking van het beleid vindt plaats in bestemmingsplannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 7 instrumenten zijn er

A

1 structuurvisie RPG
2 bestemmingsplan G
3 beheersverordening G
4 inpassingsplan RP
5 algemene regels RP
6 producatieve aanwijzing RP
7 reactieve aanwijzing RP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Sectorplanning
  • Facetplanning
A
  • hebben betrekking op diverse onderwerpen
  • hebben betrekking op verschillende facetten van één onderwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbereidingsbesluit

A

verklaring van de
gemeenteraad dat een bestemmingsplan voor het betreffende gebied wordt voorbereid (geldt 1 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bezwaar

A

binnen 6 weken vraagt belanghebbende herziening besluit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zienswijze

A

een formele reactie op een plan of besluit dat de overheid wil nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschil reguliere/uitgebreide procedure

A
  • bezwaar/zienswijze
  • beroep rechtbank
  • Hoger beroep ABRvs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bestemmingsplan 4 stappen

A
  • voorbereiding
  • ontwerp
  • vaststelling
  • beroep in eerst en enige aanleg bij de RvS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer treedt een bestemmingsplan in werking, 3 opties

A
  • vastgesteld en geen beroep (termijn is 6 weken)
  • vastgesteld en wel beroep, geen voorlopige voorzieningen (na termijn tóch in werking)
  • vastgesteld en wel beroep en een voorlopige voorziening (plan gaat niet in werking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AMvB

A

algemene maatregel van bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afwijken bestemmingsplan via omgevingsvergunning

A
  • binnenplanse afwijzing
  • bij AMvB afgewezen
  • buitenplanse afwijzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Grondexploitatie (grex)

A

specifieke begroting die de grondkosten en grondopbrengsten van een gebiedsontwikkeling in kaart brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Actieve grondpolitiek
  • Passieve grondpolitiek
    (waar ligt het risico)
A
  • Actieve grondpolitiek
    Gemeente neemt exploitatie op zich, financiele risico ligt ook daar. 1 afnemer
  • Passieve grondpolitiek
    Gemeente neemt afwachtende rol aan. Laat dit bij de particuliere exploitant, eigen risico
17
Q

Anterieure overeenkomst

A

overeenkomst waarin u met de gemeente de resultaten van de intentiefase vastlegt;
welke plannen, procedure etc

18
Q

PPT-criteria

A

Profijt
Proportionaliteit
Toerekenbaarheid

19
Q

Grondexploitatiewet

A

begroting die de grondkosten en grondopbrengsten van een gebiedsontwikkeling in kaart brengt.

20
Q

Onteigening

A

Het recht van de overheid om in bepaalde gevallen onroerend goed van een persoon te kopen. Persoon is verplicht

21
Q

Planologische maatregel

A

Een nieuw bestemmingsplan of een ontheffing hiervan. Dit is positief of negatief

22
Q

Planschade

A

ontstaat als een huis of een stuk grond minder waard wordt door een (bestemmings)plan.

23
Q

Planologische maatregel

A

Iemand heeft direct schade (casual verband)

24
Q

Planschade wordt niet volledig vergoed

A

Er wordt altijd 2% van schadebedrag afgehaald, dat is eigen risico.
Bijv: Woning is €200.000 waard en planschade is €20.000, dan krijg je €16.000

25
Q
  • Directe planschade
  • Indirecte planschade
A
  • schade die een eigenaar aan het eigen perceel leidt door planologische veranderingen. Het bekendste voorbeeld hiervan is verlies van bouwmogelijkheden.
    Hier geldt geen eigen risico
  • het gevolg van planologische veranderen buiten het eigen perceel. Hier geldt een eigen risico.
26
Q

Binnen hoeveel jaar moet de aanvraag zijn gedaan voor schadevergoeding?

A

5 jaar

27
Q

WVGem binnen hoeveel weken moet gemeente reageren

A

6 weken, of ze wel of niet het stuk grond willen kopen

28
Q
A