Hoofdstuk 3: Tonaal liminaire audiometrie Flashcards
gehoordrempel
de zwakste signaalintensiteit van een zuivere toon met een welbepaalde frequentie waarbij de persoon, in 50% van het aantal aangeboden stimuli, dit signaal nog kan waarnemen
dB SPL
drukt een geluidsgrootte uit in dB in vergelijking met een fysische referentie, die 2 x 10^(-5) Pa bedraagt
dB HL
duidt de grootte aan van een geluid vergeleken met de gemiddelde drempel van dat geluid voor een populatie van normaal horenden
dB SL
verwijst naar de intensiteit van een geluid boven de drempel van een bepaald individu
theorema van Fourier
iedere akoestische prikkel kan, ongeacht zijn complexiteit, geanalyseerd worden in een combinatie van zuivere sinusoïden
kalibratie
- zeker zijn dat een audiometer een zuivere toon produceert op de gevraagde intensiteit en frequentie
- zorgen dat het signaal enkel aanwezig is in de transducer waarvoor het signaal bestemd is
- dat het signaal geen distorsie of ongewenste ruisinterferentie vertoont
ANSI
American National Standards Institute
IEC
International Electro-technical Commission
ISO
International Standards Organization
Hughson-Westlake techniek
- familiarisatiefase / supraliminaire zone
- infraliminaire zone
- drempelbepalingsprocedure
PTA
= Pure Tone Average
gemiddelde van de luchtgeleidingsdrempels op 500, 1000 en 2000 Hz
signal cross-over
geluiden, aangeboden aan één oor, BEREIKEN het contralaterale oor
-> stimulussignaal is fysiek aanwezig in niet-testoor
overhoren
het geluid, aangeboden aan de ipsilaterale oor, wordt GEHOORD in het contralaterale oor, nadat signal cross-over heeft plaatsgevonden
interaurale attenuatie (IA)
het aantal dB die verloren gaan tijdens het proces van transcranieel horen
- intersubject variabiliteit
- frequentie van het testsignaal
- type koptelefoon
definitie maskeren
the process by which the threshold of hearing for one sound is raised by the presence of another (masking) sound and the amount by which the threshold of hearing for one sound is raised by the presence of another (masking) sound expressed in decibels
klinisch maskeren
-> een techniek om overhoren tegen te gaan
er wordt maskeerruis in het niet-testoor aangeboden om op een betrouwbare manier (zonder risico op overhoren) de auditieve sensibiliteit van het testoor te kunnen bepalen
upward spread of masking
maskering breidt zich uit naar frequenties die hoger zijn gelegen dan de maskeerfrequentie, maar niet naar lager gelegen frequenties
soorten ruis
- witte ruis / breedbandruis
- smalbandruis / narrow band noise
- speech noise
effective masking level (EML)
het verschil in decibels tussen het geluidsniveau van een zuivere toon en de hoeveelheid decibels dat nodig is om deze zuivere toon net te maskeren
correctiefactoren occlusie-effect
250 Hz -> 20 dB
500 Hz -> 15 dB
1000 Hz -> 5 dB
> 1000 Hz -> geen occlusie
ondermaskeren
indien de intensiteit van de maskeerruis niet hoog genoeg is blijft de patiënt de toon horen in het niet-testoor
-> geen plateau kan worden bepaald
overmaskeren
wanneer zoveel ruis aan het niet-testoor wordt aangeboden zodat cross-over naar het testoor optreedt en het testoor zelf gaat maskeren