Hoofdstuk 3 - Ongemakkelijke feiten Flashcards

1
Q

Wie was Giordano Bruno en wat waren zijn overtuigingen?

A

Bruno was een briljante denken en natuurkundige. Hij was ervan overtuigd dat het heelal oneindig was en niet op een bepaald moment geschapen. Andere planeten kunnen mogelijk bewoond worden door andere intelligente levende wezens. Verder ontkende hij dat Jezus een goddelijk figuur is en dat er een Laatste Oordeel zou komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe en waarom is Bruno gestorven?

A

Bruno is in 1592 gearresteed en beschuldigd van ketterij. Op 17 februari 1600 is hij tot de brandstapel veroordeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke Copernicaanse revoluties zijn er geweest en hoe hebben deze het wereldbeeld veranderd?

A
Het eerste wereldbeeld was gebaseerd op het bijbelse scheppingsverhaal, waarin de aarde centraal stond en de zon, maan en sterren dienden als verlichting. (Ptolemaeïsch wereldbeeld)
In 1532 (uitgegeven in 1543) schreef Copernicus een boek waarin hij aantoonde dat de aarde en de andere planeten om de zon draaien. (heliocentrisch wereldbeeld)
Darwin schreef in de 19e eeuw over zijn evolutietheorie en natuurlijke selectie, wat het idee dat God de mens heeft geschapen ook onderuit haalde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie is er na Copernicus verder gegaan met het bewijzen van het heliocentrisch wereldbeeld?

A

Galileo Galilei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent kosmologie?

A

De wetenschap die zich bezighoudt met (het onstaan van) het heelal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de evolutietheorie van Darwin in?

A

Alle diersoorten zijn uiteindelijk uit 1 vooroudersoort tot ontwikkeling gekomen. Mensen en mensapen stammen bijvoorbeeld af van dezelfde vooroudersoort. De evolutie is gebaseerd op natuurlijke selectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt natuurlijke selectie in?

A

Alles wat leeft, maakt deel uit van een constant proces van voortplanting, waarbij erfelijke eigenschappen worden doorgegeven. In de genen kunnen mutaties ontstaan, waarbij een gen net iets verandert en een nakomeling een andere eigenschap heeft dan zijn ouders. Sommige mutaties hebben negatieve effecten, waardoor een deel van de soort uit kan sterven. Andere mutaties hebben voordelige effecten, waardoor de hoeveelheid van deze individuen toe zal nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heeft hedendaagse technologie invloed op de evolutie?

A

Met de kennis en technologie van nu kunnen we zelf mutaties veroorzaken of verwijderen uit het DNA van dieren en mensen. Ook zijn er door middel van medicijnen bijvoorbeeld bacteriën die een gen hebben ontwikkeld waardoor ze resistent zijn tegen de medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly