Hoofdstuk 2 - Cultuur en religie Flashcards

1
Q

Waaruit kan je concluderen dat onze verre voorouders voorstellingen hebben gehad over de dood?

A

Het op rituele manier begraven van doden en de gebruiksvoorwerpen waarmee de doden werden begraven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat dacht de prehistorische mens over goden?

A

De mensen dachten dat alles wat er op aarde gebeurde (bliksem, aardbevingen, hitte, droogte etc.) uitingen waren van de goden die in de onderwereld of bovenwereld leefden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke god werd er het meest vereerd van alle goden?

A

De zonnegod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent Sol Invictus?

A

De onoverwinnelijke zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer werd de religie van Sol Invictus de officiële staatsgodsdienst van Rome?

A

In het jaar 270 c.j.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer werd het Christendom de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk?

A

In het jaar 313

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer werd zowel de geboortedag van Sol Invictus als die van Jezus Christus gevierd?

A

25 december

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanaf wanneer wouden Griekse filosofen de wereld begrijpen door hun logische verstand te gebruiken?

A

Vanaf ongeveer 600 v.c.j.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wie was de eerste rationeel denkende filosoof? En waar hield hij zich mee bezig?

A

Thales van Milete (624-545 v.c.j.). Hij hield zich vooral bezig met de vraag: Waar is alles uit ontstaan? Hij zocht zijn antwoord niet bij de goden, maar in de natuur. Hij beredeneerde dat alles uit 1 oerstof moest zijn voortgekomen. Voor hem was deze oerstof water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke elementen waren volgens filosoof Empedokles de basiselementen?

A

Aarde, lucht, water en vuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee vragen achtte Socrates van groot belang?

A

Wat is waarheid en wat is rechtvaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie was de leerling van Socrates en waar hield hij zich mee bezig?

A

Plato (427-347 v.c.j.). Hij zocht naar de essentie van de begrippen die we hanteren. Plato kwam tot de conclusie dat alle dingen in ons aardse bestaan tijdelijke weerspiegelingen waren van eeuwige essenties die eraan ten grondslag liggen. Deze eeuwige essenties noemt Plato Ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie vond dat we alleen kennis kunnen verwerven over de wereld die we zintuigelijk kunnen waarnemen?

A

Aristoteles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was het gangbare wereldbeeld vanaf de vierde eeuw?

A

De wereld was in 6 dagen geschapen, de vrouw was uit de rib van Adam gemaakt en ondergeschikt aan de man. God was de schepper en alles wat er op aarde gebeurde was Gods wil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het rationalisme in?

A

Het wiskundig en logisch denkende verstand is een betrouwbaardere bron van kennis dan de soms onbetrouwbare zintuigelijke waarneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Van wie komt de uitspraak cogito ergo sum en wat betekent het?

A

Descartes - Ik denk dus ik ben.

17
Q

Hoe bewijst Descartes dat God bestaat?

A

De mens is een sterfelijk en onvolmaakt wezen. Omdat wij onvolmaakt zijn kunnen wij niet een idee voortbrengen over iets dat wel volmaakt is. Er moet dus iets volmaakts zijn (God) die ons dat idee heeft kunnen geven.

18
Q

Wat waren Spinoza’s opvattingen over de Bijbel?

A

Spinoza vond deze teksten veel de menselijk van aard om door God geschreven of geïnspireerd te zijn. Hij concludeerde dat de Bijbel niet aan 1 mens kan zijn geopenbaard, maar dat het door vele schrijvers geschreven is en hun teksten pas later samengevoegd tot een boek.

19
Q

Wat is God volgens Spinoza?

A

God is in essentie zelf het heelal en het fysieke heelal is als het ware Gods zichtbare lichaam.

20
Q

Wat betekent pantheïstisch?

A

God is in alles en alles is God.