Hoofdstuk 3 - De dader Flashcards
Toerekeningsvatbaarheid
Betrekking op de mate waarin de dader voor het misdrijf moet instaan in verhouding met zijn geestelijke vermogens en met het inzicht in zijn handelingen.
Overmacht
Impliceert dat de dader zich bevindt in een dwangsituatie waardoor hij in de onmogelijkheid verkeert een strafrechtelijk verboden handeling te ontwijken dan wel een geboden handeling te stellen.
Voorwaarden overmacht
- Uitwendig onweerstaanbare dwang
- Vrije wil moet volledig zijn uitgeschakeld
- Dader heeft niet bijgedragen tot het ontstaan van de toestand van overmacht
Feitelijke dwaling
Wanneer de dader zich vergist omtrent de vraag of zijn gedragingen onder de toepassing van de strafwet vallen.
Rechtsdwaling
Kan betrekking hebben op het bestaan van de strafwet, de betekenis, de draagwijdte of de toepassingsvoorwaarden van de wet.
Voorwaarde voor dwaling
De dwaling moet onoverwinnelijk zijn (bonus pater familias)
Toepassingsvoorwaarden geestesgestoorden
- Een als misdrijf of wanbedrijf omschreven feit hebben gepleegd waarop een gevangenisstraf is gesteld
- Dader lijdt aan een geestesstoornis die zijn oordeelsvermogen of de controle over zijn daden tenietdoet of ernstig aantast
- Sociaal gevaarlijk zijn
Uithandengeving
Een bijzondere en uitzonderlijke mogelijkheid waarover de jeugdrechtbank beschikt om op basis van een sociaal onderzoek en medisch-psychologisch verslag het dossier van een minderjarige door te verwijzen naar de jurisdicties die normaal voorbehouden zijn voor volwassenen indien uit het dossier of het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat maatregelen van opvoeding niet meer haalbaar en geschikt zijn.
Voorwaarden uithandengeving
- Leeftijd van 16 jaar hebben bereikt
- Medisch-psychologisch onderzoek
- Maatregelen zijn niet meer geschikt
- Sociaal onderzoek
Kenmerken strafuitsluitende verschoningsgronden
- Bijzonder karakter
- Persoonlijk karakter
- Uitwerking van rechtswege
Schuldontheffingsgronden
Omstandigheden door de wet of door het recht bepaald waardoor de dader van het misdrijf geen verwijt treft wegens de concrete situatie waarin hij de wettelijke delictsomschrijving stelt, al blijft die wederrechtelijk.