Hoofdstuk 2: Het misdrijf Flashcards

1
Q

Een materieel bestanddeel

A

Een uiterlijke waarneembare gedraging, die krenkend of gevaarlijk wordt geacht voor beschermde waarden of rechtsgoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onachtzaamheids- of onopzettelijke misdrijven

A

De dader heeft de handeling of het verzuim gewild, doch niet de gevolgen ervan, hoewel hij deze gevolgen kon of moest voorzien door een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het misdrijf

A

Een gedraging die de wet schendt en waarop een straf is gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Politiek misdrijf

A

Indien het misdrijf uit de aard ervan noodzakelijk bestaat in een rechtstreekse aantasting van de politieke instellingen in hun bestaan, hun inrichting of hun werking, hetzij indien het gepleegd wordt met het oogmerk om zulke aantasting op de politieke instellingen te plegen en het feit, gelet op de bijzondere omstandigheden waaronder het gepleegd wordt, rechtstreeks zulke aantasting tot gevolg heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drukpersmisdrijf

A

De strafbare uiting van een idee of mening in gedrukt en bekendgemaakte geschriften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aflopend of ogenblikkelijk misdrijf

A

Een misdrijf dat op een bepaald ogenblik door één enkel feit voltrokken is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voortdurend misdrijf

A

Een feitelijke toestand die aanhoudt door de volgehouden wil van de delinquent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Enkelvoudig misdrijf

A

Bestaat uit één enkele handeling of uit één enkel verzuim die hetzij aflopend, hetzij voortdurend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voortgezet of collectief misdrijf

A

Een misdrijf dat bestaat uit verschillende strafbare gedragingen van dezelfde aard (voortgezet misdrijf) of van verschillende aard (collectief misdrijf) die geacht wordt slechts één misdrijf uit te maken wegens de eenheid van opzet in de persoon van de dader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gewoontemisdrijven

A

Bestaan in het plegen van verscheidene soortgelijke gedragingen die elk op zichzelf niet strafbaar zijn, doch waarvan de herhaling, het gewoonlijk plegen, het misdrijf uitmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klacht

A

Houdt in dat de persoon die beweert door het misdrijf te zijn benadeeld, aangifte doet aan de overheid, waarbij hij te kennen geeft dat hij de strafrechtelijke vervolging van de dader van het misdrijf wenst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wettelijke verzwarende omstandigheden

A

Door de wet vastgestelde omstandigheden die, als bijkomend element van het misdrijf, een bepaalde strafverzwaring voor verplicht gevolg hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Objectieve verzwarende omstandigheden

A

Hebben betrekking op de omstandigheden waarin de feiten gepleegd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Subjectieve verzwarende omstandigheden

A

Hebben betrekking op de persoon van de dader of de deelnemer die het betreffende kenmerk vertoont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Iter criminis

A

Het traject dat het misdrijf moet doorlopen vanaf zijn oorsprong in het hoofd van de dader tot en met de volledige vervulling van de delictsomschrijving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rechtvaardigingsgronden

A

Door de wet of het recht erkende omstandigheden waardoor de wederrechtelijkheid van de gestelde daad opgeheven wordt en waardoor de daad geoorloofd is of ‘gerechtvaardigd’ wordt.

17
Q

Wettige verdediging

A

Het recht van mensen om zich te verdedigen tegen een aanval.

18
Q

Algemeen opzet

A

Wetens en willens handelen.

19
Q

Bijzonder opzet

A

Bewuste en vrijwillige schending en bijzondere beweegredenen.

20
Q

Gans bijzonder opzet

A

In de delictsomschrijving vooropgestelde doel hebben nagestreefd.

21
Q

Voorbedachte rade

A

Zeker tijdsverloop tussen het crimineel voornemen en de uitvoering.

22
Q

Bepaald opzet

A

Zowel de handeling/verzuim als de gevolgen zijn gewild.

23
Q

Onbepaald opzet

A

Zowel de handeling/verzuim als de gevolgen zijn gewild, maar de gevolgen zijn nog niet duidelijk.

24
Q

Eventueel opzet

A

Handeling/verzuim en gevolgen zijn gewild, maar van secundair belang

25
Q

Kenmerken verzwarende omstandigheden

A
  • Wettelijk
  • Verplicht
  • Bijkomend
  • Strafverzwarende uitwerking
26
Q

Voorwaarden voor het niet-voltooien van het misdrijf

A
  • Spontaan
  • Uit eigen beweging
  • Onherroepelijk of definitief
27
Q

Voorwaarden bevel van de overheid

A
  • Vooraf gegeven
  • Uitvoering volgens het bevel
  • Overeenkomstig de wet
  • Overheid die handelt binnen haar bevoegdheid
28
Q

Componenten van het misdrijf

A
  • Gedraging (handeling/verzuim)
  • Wettelijke delictsomschrijving
  • Schuld (opzet/onachtzaamheid)
  • Wederrechtelijk
29
Q

Voorwaarden van wettige verdediging

A
  • Aanslag tegen personen
  • Onrechtmatige aanslag
  • Ernstig en actueel
  • Verweer moet noodzakelijk (subsidiariteit) en evenredig (proportionaliteit) zijn
30
Q

Voorwaarden noodtoestand

A
  • Belangenconflict moet acuut zijn
  • Proportionaliteitsvoorwaarde
  • Volstrekte noodzakelijkheid is en het rechtsgoed niet op een andere wijze kan beschermd worden
  • Betrokkene mag zelf voorafgaand geen fout hebben gepleegd