Hoofdstuk 3: Centraal zenuwstelsel Flashcards

1
Q

sedatieve, hypnotische, anxiolytische GM

A
  • benzodiazepines
  • Z-producten
  • barbituraten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benzodiazepines

A
  • diazepam
    binden op regulerende plaats GABAa receptor
    effecten: anxiolytisch, sedatie, relaxatie skeletspieren, anticonvulsief
    bijwerkingen: sedatie, paradoxale effecten, tollerantie, fysische en psychische afhankelijkheid bij langdurig gebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Z-producten

A
  • zolpidem
    binden op GABAa regulerende plaats (andere dan benzodiazepines)
    indicatie: slaapproblemen
    bijwerkingen: zelfde als benzo’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Barbituraten

A
  • thiopental
  • fenobarbital
    binden op GABAa receptor (kunnen zelf receptor induceren bij hoge dosis
    indicatie:anticonvulsief, relaxatie skeletspieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

flumazenil

A

antagonist GABAa receptor
effecten van benzodiazepines tegengaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

antidepressiva

grote groepen

A
  • reuptake inhibitoren
  • Sint-Jans kruid
  • mono-amine oxidase inhibitoren
  • lithium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

reuptake inhibitoren

groepen en voorbeelden

A
  • SSRI (fluoxethine, paroxetine)
  • SNRI (duloxetine, venlafaxine)
  • NDRI (bupropion)
  • TCA (nortryptiline)
  • monoamine receptor antagonist (mirtazepine, trazodone)
  • selectieve NOR reuptake inhibitoren (reboxetine)
    bijwerkingen:
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sint-Jans kruid

A

blokkeren reuptake van serotonine
opletten voor interacties (inductie CYP3A4, serotonine syndroom)
enkel bij milde depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mono-amine oxidase inhibitoren

A

inhiberen afbraak noradrenaline en serotonine in synaptische spleet
bijwerkingen:orthostatische hypertensie, stimulatie centraal zenuwstelsel, interactie met GM en voeding (sympatomimetica, tyramine, serotoninesyndroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lithium

A

bipolaire stoornis (vooral inwerken op manische fase)
nauwe therapeutische index (arritmiën)
bijwerkingen: GI (misselijkheid, overgeven, diarree), neurlogogische (tremor, duizeligheid), renaal (polyurie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

antipsychotica

A

inwerken op D2 receptoren
* typische antipsychotica: haloperidol
* atypische antipsychotica: risperidone, olanzapine, clozapine)
effecten: antipsychotisch, extrapyramidale symptomen (lange tijd: tardive dyskenie), hyperprolactinemie (galactorrhea), anti-emetisch
bijwerkingen: niet selectief blokkeren andere receptoren (orthostatische hypertensie, sedatie, droge mond, gewichtstoename)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly