Hoofdstuk 2: cardiovasculair stelsel Flashcards
Antihypertensieve geneesmiddelen
algemene klassen
- geneesmiddelen met centrale werking
- alfa 1 blokkers
- renine inhibitoren
- calcium antagonisten
- beta-blokkers
- ACE inhibitoren
- sartanen
- diuretica
antihypertensiva met centrale werking
- clonidine
- metyldopa
werken in op alfa2 centrale receptoren (onderdrukken sympatische outflow) - moxonidine
inwerken op imidazoline receptoren (minder bijwerkingen)
alfa1-blokkers
- prazosin
- terazosin
vasodilatatie zonder versnellen hartritme
ook op gladde spiercellen
renine inhibitoren
verhinderen omzetting renine nr angiotensine I (minder stimulatie van AT2 receptoren)
renine inhibitoren
verhinderen omzetting renine nr angiotensine I (minder stimulatie van AT2 receptoren)
Calcium antagonisten
groepen + voorbeelden geven
- phenilalkylamines (verampil)
- benzothiazepines (diltiazem)
- dihydropyridines (nifedipine)
beta blokkers
- atenolol
- bisoprolol
- metoprolol
- propanolol
- labetalol
- nebivolol
ACE-inhibitoren
- captopril
- perindopril
diuretica
groepen
- lisdiuretica
- thiazides
- kalium sparende diuretica
- carbonanhydrase
- osmotische diuretica
sartanen
- losartan
competitieve antagonisten AT1 receptor
lisdiuretica
voorbeeld en werking
furosemide
blokkeren Na+/K+/Cl+ cotransport opstijgende lus
thiazidines
voorbeeld en werking
indapamide
blokkeren Na+/Cl- cotransport distale tubulus
calcium sparende diuretica
voorbeeld en werking
- amiloride
- spironolactone
aldosteron antagonisten
meestal combinatie andere diuretica
osmotische diuretica
- mannitol
- urea
anti-aginale geneesmiddelen
beta-blokkers
calcium-blokkers
nitrovasodilatoren
ivabatrine