Hoofdstuk 3 - Ben jij ondernemend? Flashcards
investeren
bedrijven besteden geld aan productiemiddelen, zoals kapitaalgoederen
kostprijs per product
de gemiddelde kosten voor het maken van een product
productiefactoren
alleen middelen die je nodig hebt om te produceren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap
toegevoegde waarde
de extra waarde die ontstaat doordat een bedrijf een product heeft bewerkt
variabele kosten
kosten die veranderen als je meer of minder gaat produceren.
vaste kosten
kosten die niet meteen veranderen als je meer of minder gaat produceren
arbeidsproductiviteit
de productie per persoon in een bepaalde tijd
brutowinst
wat je overhoud van de omzet nadat je de inkoopwaarde ervan betaald hebt
maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo)
bedrijven houden bij hun productie zo veel mogelijk rekening met de gevolgen ben mens en milieu
omzet
verkoopsopbrengst
productiecapaciteit
de maximale hoeveelheid die een bedrijf kan produceren
evenwichtshoeveelheid
het aantal producten dat gevraagd en aangeboden word bij de evenwichtsprijs
evenwichtsprijs
de prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
transparante markt
een markt waarin je de aangeboden producten goed met elkaar kunt vergelijken
fusie
twee bedrijven vormen samen een nieuw bedrijf
heterogene goederen
producten waarbij het voor ene klant verschil maakt wie het levert of van welk merk het is
homogene goederen
producten die voor klanten niet van elkaar verschillen
kartel
verboden afspraken tussen bedrijven om hun onderlinge concurrentie af te spreken
marktaandeel
de afzet (of omzet) van een bedrijf in procenten van de totale afzet (of omzet) op de markt
monopolie
marktvorm met maar een aanbieder
monopolistische concurrentie
marktvormen met veel aanbieders en heterogene goederen
oligopolie
marktvorm met een klein aantal aanbieders
volkomen concurrentie
marktvorm met veel aanbieders van homogene goederen