hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

stabiliteits-en groeipact

A

afspraken dan de overheden van EMU landen streven naar evenwicht op de begroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de twee kernregels

A

1) begrotingstekort : het mag niet groter dan 3% van het bbp zijn.
2) staatsschuld : mag niet groter dan 60% van het bbp zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat voorkomt het begrotingstekort

A

overbesteding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voorkomt de staatsschuld

A

hoge rente
hoge rentebetalingen van landen
voorkomt faillisement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

staatschuldquote

A

staatschuld in % van het bbp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voorraadgrootheid

A

het wordt op een bepaald moment gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

stroomgrootheid

A

het wordt gemeten op een periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overheidstekort

A

Meer uitgaven dan inkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

overheidsschuld

A

totaal opgebouwde schuld van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

conjuctuurbeleid

A

hoe de overheid via ontvangsten en uitgaven de ontwikkelingen van de economie probeert te beinvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anticyclisch begrotingsbeleid

A

conjuctuur tegenwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

anticyclisch hoog en laag conjuctuur

A

hoog: minder uitgaven en meer belasting
laag: meer uitgaven en minder belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

automatische conjuctuurstabilatoren

A

sociale uitkeringen: bij werkloosheid krijg je uitkeringen, waardoor je onderbesteding beperkt wordt
progressief belastingsysteem: bij een hoger inkomen stijgen je bestedingen minder hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ECB hoog conjuctuur

A

rente verhogen. Er wordt meer bespaard en minder besteed. Hierdoor daalt de productie, de werkgelegenheid en de lonen dalen. De conjuctuur wordt afgeremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ECB laag conjuctuur

A

rente verlagen. ER wordt minder gespaard en meer besteed. Hierdoor stijgt de productie, waardoor de werkgelegenheid stijgt en daarbij ook de lonen. DE conjuctuur wordt bevordend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly