hoofdstuk 1 Flashcards
de twee oorzaken van handel
1) landen zijn niet in staat producten te produceren en moeten deze dus importeren
2) in bepaalde landen is het te duur om bepaalde producten te produceren en moeten daardoor geimporteerd
open economie
een land dat veel handeld met het buitenland. Het land exporteerd en importeerd relatief veel vergeleken met het bbp
openheid van de economie berekenen
(exportwaarde+importwaarde)/bbpx100%
meer specialisatie =
landen specialiseren zich in producten waar ze goed in zijn
meer internationale handel
vier oorzaken waarom landen zich specialiseren
1) natuurlijke omstandigheden ; productie is goedkoper vanwege de natuur.
2) loonkosten per product ; productie is goedkoper vanwege de loonkosten.
3) infrastructuur en stabiliteit
loonkosten per product berekenen
loon / apt
apt is afhankelijk van
beschikbaarheid en kwaliteit van kapitaalgoederen en opleidingsniveau van de arbeiders
internationale concurrentiepositie
in hoeverre zijn producten aantrekkelijk voor het buitenland
concurrentiepositie verbeteren
1) relatief goedkoop voor het buitenland: inflatie lager dan in eigen land
2) apt stijgt harder dan lonen
3) munt daalt in waarde
concurrentiepositie verslechteren
1) relatief duurder voor het buitenland: inflatie hoger dan in eigen land
2) loon stijgt harder dan apt
3) munt stijgt in waarde
invoerheffingen
importproducten worden belast met heffingen waardoor het duurder wordt op de binnenlandse markt
exportsubsidies
subsidie op export waardoor producenten hun producten tegen een lagere prijs kunnen exporteren
tarifaire maatregelen
invoerheffingen en exportsubsidies
non-tarifaire maatregelen
invoerquota
eisen aan milieu, kwaliteit
invoerquota
max aantal importproducten
waarom protectionisme?
infant-industry argument
werkgelegenheid
antidumpingsargument
beschermen van strategische sectoren
infant-industry argument
het beschermen van jonge binnenlandse industrien
werkgelegenheid
werkgelegenheid en industrien veiligstellen tegen buitenlandse concurrenti
antidumpingsargument
exporteren van producten tegen een lagere prijs dan de kostprijs om nieuwe afzetgebied te veroveren
beschermen van strategische sectoren
een land is niet afhankelijk van andere landen
vrijhandelverdragen
afschaffen van beperkingen
harmoniseren van standaarden
beschermen van investeringen van bedrijven
voordelen vrijhandelverdragen
1) je hoeft niet voor elke markt verschillende producten te maken
2) consumenten betalen een lagere prijs
3) minder/geen non-tarifaire restricties, dus minder welvaartverlies
4) productieve maatschappij
5)
nadelen vrijhandelverdragen
1) moeilijk om eigen milieuregels en kwaliteiteisen in stand te houden
2) bedrijven krijgen meer te zeggen door grootschalige productie
gevolgen van maatregelen
binnenlandse prijs stjgt, geproduceerde hoeveelheid stijgt, vraag neemt toe en de import neemt af