Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Aardwarmte

A

Warmte die afkomstig is uit diepe aardlagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beweginsenergie

A

Soort energie die vrijkomt als gevolg van een beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Biomassa

A

Energiebron die bestaat uit materiaal dat van planten en dieren afkomstig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Energiebron

A

Alles wat een bruikbaar soort energie kan leveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Energietransitie

A

Het overschakelen van fossiele brandstoffen (aardgas, steenkool een aardolie) als belangrijke energiebron naar energiebronnen die ‘klimaatneutraal’ zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fossiele brandstof

A

Een brandstof zoals aardolie, aardgas of steenkool, die heel lang geleden is ontstaan uit de resten van planten en dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stralingsenergie

A

Energie die in straling, zoals zonlicht, aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Warmtewisselaar

A

Apparaat waarin heet water uit diepe aardlagen wordt gebruikt om koud water op te warmen. Het opgewarmde water kun je gebruiken om kassen en huizen te verwarmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Windturbine

A

Moderne windmolen waarvan de wieken een generator aandrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zonnecel

A

Onderdeel van zonnepanelen waarmee de stralingsenergie van zonlicht kan worden omgezet in elektrische energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elektrische energie

A

Energie die door elektriciteit (stroom, spanning) wordt vervoerd en aan apparaten wordt geleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Energieomzetting

A

Proces waarbij de ene soort energie verandert in een andere soort energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Energiestroomdiagram

A

Schematische weergave van een energieomzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Soortelijke warmte

A

De hoeveelheid warmte die nodig is om 1g van een stof 1 graden in temperatuur te laten stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Warmte

A

Een vorm van energie. Resultaat of bijproduct van een verbranding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Warmtebron

A

Apparaat of voorwerp dat warmte afgeeft.

17
Q

Warmtemeter

A

Apparaat waarmee je kunt meten hoeveel warmte nodig is voor het verwarmen van een bepaalde hoeveelheid water.

18
Q

Geleiding

A

Proces waarbij warmte zich door een stof verspreidt.

19
Q

Isoleren

A

Maatregelen die je kunt nemen om warmteverlies in huis te beperken.

20
Q

Straling

A

Proces waarbij warmte wordt verspreid als gevolg van het uitzenden van pakketjes stralingsenergie.

21
Q

Stroming

A

Proces waarbij een vloeistof of gas gaat bewegen. Door het bewegen kan er warmtetransport plaatsvinden.

22
Q

Rendement

A

De hoeveelheid energie die nuttig wordt gebruikt. Dit wordt weergegeven als percentage van het totaal aan energie.

23
Q

Stookwaarde

A

Warmte die vrijkomt als een brandstof wordt verbrand.