HOOFDSTUK 3 Flashcards
Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling
Noem de verslaggevingsprincipes van waardering en winstbepaling en geef aan wat ze inhouden.
De verslaggevingsprincipes zijn:
- het toerekeningsprincipe = voor de winstbepaling worden niet de ontvangsten/uitgaven in een periode genomen, maar de opbrengsten/kosten in die periode.
- het realisatieprincipe = winsten uit hoofde (bijv. verkopen) worden genomen als het economisch eigendom is overgedragen (verkoop + levering).
- het matchingprincipe = kosten worden verantwoord in de periode waarin de uit die kosten voortvloeiende opbrengsten worden behaald.
- het continuïteitsprincipe = bij de waardering en winstbepaling wordt er impliciet van uitgegaan dat de organisatie haar activiteiten in de toekomst zal blijven voortzetten.
- het voorzichtigheidsprincipe = verwachte voordelen worden geboekt op het moment dat het voldoende zeker is dat ze behaald worden, verwachte nadelen op het moment dat ze geconstateerd worden.
- het bestendigheidsprincipe =
- volgtijdige bestendigheid = eenmaal gekozen grondslag
van waardering, winstbepaling en presentatie worden
van periode tot periode gehandhaafd, tenzij bijzondere
omstandigheden.
- gelijktijdige bestendigheid = soortgelijke posten worden
in de jaarrekening op consistente wijze behandeld.
Waarom maakt het toerekeningsbeginsel de winstberekening subjectiever?
Er moeten dan - soms arbitraire (willekeurige) - beslissingen genomen worden om kosten en opbrengsten aan een periode toe te rekenen.
Wat is het verschil tussen dynamische en statische waardebepaling?
Dynamische waardebepaling geschiedt primair t.b.v. een juiste winstbepaling.
Statische waardebepaling t.b.v. een juiste vermogensbepaling.
In welke drie specifieke situaties is het voor de beoordeling van de ondernemerspresentaties beter om het realisatieprincipe opzij te zetten?
Deze specifieke situaties zijn:
- Het uitvoeren van langlopende activa
- Het aanhouden van tijdelijke beleggingen
- Het aanhouden van vorderingen of schulden luidende in vreemde valuta
Wat is het verschil tussen ‘product matching’ en ‘period matching’?
Bij product matching worden uitgaven toegerekend aan producten en als zodanig uiteindelijk geactiveerd onder de voorraden; bij verkoop en aflevering van de voorraad worden ze ten laste van het resultaat gebracht.
Bij period matching worden de uitgaven onder een andere balanspost opgenomen en via afschrijvingen ten laste van het resultaat gebracht.
Welk verband bestaat er tussen het toerekeningsbeginsel enerzijds en het realisatie- en het matchingprincipe anderzijds
Het realisatieprincipe rekent de verkoopopbrengsten toe aan de juiste perioden, het matchingprincipe is de uitwerking van het toerekeningsbeginsel aan de kostenkant.
Waarom zal de liquidatiewaarde veelal lager zijn dan de going-concern waarde?
Bij gedwongen verkoop van losse onderdelen van de onderneming brengen die normaliter veel minder op dan de boekwaarde, gebaseerd op de in het verleden betaalde inkoopprijzen.
Wat is het verband tussen het voorzichtigheids- en het realisatieprincipe?
Het realisatieprincipe specificeert wanneer het voldoende zeker is dat een verwacht voordeel wordt behaald en is daarmee in situaties van verwachte voordelen een nadere uitwerking van het voorzichtigheidsprincipe.
Hoe kan het voorzichtigheidsprincipe misbruikt worden?
Misbruik maken kan door in goede jaren te voorzichtig te zijn en vervolgens in slechte jaren dit weer te herstellen (bijv. vormen/vrijvallen van voorzieningen)
Wanneer dienen gebeurtenissen na balansdatum verwerkt te worden in de jaarrekening van het afgesloten boekjaar?
Gebeurtenissen na balansdatum dienen te worden verwerkt in de jaarrekening van het afgesloten boekjaar indien er nadere informatie wordt verkregen over de feitelijke situatie op balansdatum.
a. Wanneer is er sprake van een stelselwijziging?
b. Wat is het verschil tussen prospectieve en retrospectieve toepassing van een stelselwijziging?
c. Wat wordt onder bij een stelselwijziging verstaan onder het cumulatief effect en wat onder het jaareffect?
a. Stelselwijziging = indien de eerder gekozen grondslagen van waardering, winstbepaling of presentatie worden gewijzigd.
b. Bij prospectieve toepassing van een stelselwijziging wordt deze niet met terugwerkende kracht doorgevoerd . Bij retrospectieve toepassing geschiedt de stelselwijziging wel met terugwerkende kracht.
c. Het cumulatief effect is de waardesprong die het eigen vermogen ondergaat als gevolg van het doorvoeren van een stelselwijziging. Het jaareffect is het verschil in resultaat over het boekjaar als gevolg van de stelselwijziging.
Wanneer is er sprake van een schattingswijziging?
Bij een schattingswijziging leiden omstandigheden - binnen de bestaande rapportagegrondslagen - tot aanpassing in de jaarrekening.