Hoofdstuk 2 Weer en klimaat Flashcards
Aardas
Denkbeeldige lijn dwars door de aardbol, van de Noordpool naar de Zuidpool
Atmosfeer
Laag gassen om de aarde, ook bekend als de dampkring
Breedteligging
De afstand tot de evenaar, uitgedrukt in graden noorderbreedte (NB) of zuiderbreedte (ZB)
Broeikaseffect
Het vasthouden van de door de aarde uitgestraalde warmte door koolstofdioxide in de atmosfeer
Celsius
Temperatuurschaal gebaseerd op het vriespunt en kookpunt van water
Condensatie
Proces waarbij gas in vloeistof verandert. Bijvoorbeeld: waterdamp wordt water
Fahrenheit
Temperatuurschaal waarbij het kookpunt van water ligt op 212 gr F. en het vriespunt van water op 32 gr. F.
Front
Grensvlak tussen warme en koude lucht
Frontale neerslag
Neerslag die ontstaat doordat lucht omhoog geduwd wordt bij een botsing van koude en warme lucht
Invalshoek
De hoek tussen zonnestralen en aardoppervlak
Keerkring
Breedtecirkel op 23,5 graad ten noorden en ten zuiden van de evenaar, waar de zon nog recht boven je hoofd kan staan
Klimaat
Het gemiddelde weer van een groot gebied gemeten over dertig jaar
Klimaatgrafiek
Grafiek van een plaats waarin de gemiddelde neerslag in een staafgrafiek en de gemiddelde temperatuur in een lijngrafiek staan afgebeeld
Lijzijde
Kant van een gebergte waar de lucht daalt (droge kant)
Loefzijde
Kant van een gebergte waar lucht gedwongen wordt te stijgen (natte kant)