Hoofdstuk 2: Natuur En Landschap Flashcards

1
Q

Waaruit is de aardkorst opgebouwd?

A

De aardkorst is opgebouwd uit platen die langzaam ten opzichte van elkaar bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom kunnen de aardplaten bewegen?

A

Door de hoge temperatuur is het gesteente in de aardmantel enigszins stroperig, wat beweging van de aardplaten mogelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen oceanische korst en continentale korst?

A

De oceanische korst is dunner, maar heeft een hogere dichtheid dan de continentale korst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn breuken in de aardkorst?

A

Breuken zijn plekken waar aardplaten aan elkaar grenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er bij een divergente plaatgrens?

A

Aardplaten schuiven uit elkaar, er komt dun, vloeibaar magma omhoog, dat nieuw gesteente vormt. Dit leidt tot lichte aardbevingen en lage schildvulkanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een convergente plaatgrens en welke twee typen zijn er?

A

Bij een convergente plaatgrens schuiven twee aardplaten naar elkaar toe. De typen zijn:
A) Oceanische korst tegen continentale korst (subductie)
B) Twee continentale korsten tegen elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij subductie?

A

De oceanische korst schuift onder de continentale korst, smelt door toegevoegd water, en vormt magma. Dit veroorzaakt zware aardbevingen en explosieve stratovulkanen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een trog?

A

Een trog is een langgerekte, diepe kloof in de oceaan die ontstaat bij subductie als grens tussen convergerende platen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er als twee continentale platen naar elkaar toe bewegen?

A

De zee tussen de platen wordt smaller, gesteente plooit zich, er ontstaat een hoog gebergte en zware aardbevingen komen voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij een transforme plaatgrens?

A

Platen schuiven langs elkaar. Door spanning en vastlopen kunnen zware aardbevingen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke botsingszone ligt het Middellandse Zeegebied?

A

Het Middellandse Zeegebied ligt in de botsingszone van de continentale korsten van Afrika en Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er 60 miljoen jaar geleden met de oceanische korst tussen Afrika en Europa?

A

De oceanische korst brak en begon naar beneden te duiken, waardoor Afrika richting Europa bewoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstonden de alpine plooiingsgebergten?

A

Door de plaatbewegingen werden delen van de continentale korsten samengedrukt, geplooid en opgeheven, wat leidde tot de vorming van alpine plooiingsgebergten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke gebergten behoren tot de alpine plooiingsgebergten?

A

De Alpen, de Pyreneeën, de Apennijnen en de gebergten in de Balkan, Turkije en Noord-Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe is te zien dat alpine plooiingsgebergten relatief jong zijn?

A

Aan de geomorfologie: ze hebben scherpe toppen en steile hellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is het botsingsproces tussen Afrika en Europa voltooid?

A

Nee, het botsingsproces is nog steeds bezig. Op veel plaatsen drukken stukken aardkorst tegen elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn opschuivingsbreuken en hoe ontstaan ze?

A

Opschuivingsbreuken zijn breuken waarbij stukken aardkorst door de opduwende kracht vanuit het zuiden naar boven zijn geschoven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar komt subductie voor in het Middellandse Zeegebied?

A

Bij de Calabrische trog en de Helleense trog, waar de zeebodem onder het Europese continent duikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom is de aardkorst in het Middellandse Zeegebied op veel plaatsen opgedeeld in kleine platen?

A

Door de spanningen in de aardkorst is deze op veel plaatsen opgedeeld in kleine platen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In welke richting bewegen de meeste platen in het Middellandse Zeegebied?

A

De meeste platen bewegen naar het noorden en noordoosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de uitzondering op de bewegingsrichting van de platen in het Middellandse Zeegebied?

A

De Grieks-Turkse of Anatolische plaat beweegt naar het westen, doordat deze klem ligt tussen de Arabische plaat en de Euraziatische plaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de Noord-Anatolische breuklijn?

A

Een transforme breuklijn van Oost-Turkije tot Istanbul, waar de Euraziatische en Anatolische plaat horizontaal en in tegengestelde richting langs elkaar bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoeveel beweegt Turkije jaarlijks langs de Noord-Anatolische breuklijn?

A

Turkije beweegt jaarlijks gemiddeld twee tot drie centimeter naar het westen langs de Noord-Anatolische breuklijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat veroorzaakt zware aardbevingen langs de Noord-Anatolische breuklijn?

A

De ruwheid van het gesteente remt de beweging van de platen, waardoor spanning wordt opgebouwd. Bij een schoksgewijze verplaatsing ontlaadt deze spanning, wat zware aardbevingen veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat gebeurde er in 1999 bij de stad Izmit?

A

Er was een zware aardbeving langs de Noord-Anatolische breuklijn die 18.000 mensen het leven kostte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarom waarschuwen onderzoekers voor aardbevingen in Istanbul?

A

Er is een kans dat Istanbul getroffen wordt door een zware aardbeving. Betere bouwvoorschriften kunnen de schade en het aantal slachtoffers beperken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Waar vindt subductie plaats in het oostelijk deel van de Middellandse Zee?

A

Het laatste stukje oceanische korst duikt onder de Euraziatische en Anatolische plaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is een magmahaard?

A

Een magmahaard is een gebied diep in de aardkorst waar vloeibaar gesteente (magma) zich verzamelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat gebeurt er bij een vulkaanuitbarsting met magma?

A

Het vloeibare gesteente (magma) wordt tijdens een uitbarsting als lava op de hellingen van de vulkaan afgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Hoe beïnvloedt de diepte van een magmahaard de vulkaanuitbarsting?

A

Hoe dieper de magmahaard ligt, hoe dikker de afdekkende laag gesteente erboven is, waardoor de gasdruk hoger kan oplopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat gebeurt er door het water dat bij subductie naar beneden wordt gebracht?

A

Het water vormt bellen van waterdamp, waardoor de gasdruk in de magmahaard stijgt en uiteindelijk een explosieve eruptie veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is een stratovulkaan?

A

Een stratovulkaan ontstaat door een explosieve eruptie wanneer de druk in de magmahaard te groot wordt voor de bedekkende gesteentelagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is een caldera en hoe ontstaat deze?

A

Een caldera is een grote komvormige krater die ontstaat wanneer een grote magmakamer leegstroomt en instort of wanneer de vulkaantop wordt weggeblazen bij een hevige eruptie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Kan er in een caldera een nieuwe vulkaan ontstaan?

A

Ja, in een caldera kan een nieuwe vulkaan ontstaan. Een voorbeeld hiervan is de Vesuvius bij Napels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe is de caldera van de Vesuvius ontstaan?

A

De caldera ontstond bij een eruptie van de Monta Somma ongeveer 18.000 jaar geleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat gebeurde er bij de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Chr.?

A

De Vesuvius barstte uit met enorme hoeveelheden as, stof en stenen, waardoor Pompeï werd bedolven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Is de Vesuvius een slapende vulkaan?

A

Nee, de Vesuvius is momenteel rustig, maar geen slapende vulkaan. Hij is na 79 na Chr. nog meerdere keren uitgebarsten, voor het laatst in 1944.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Waarom neemt het risico op een explosieve uitbarsting van de Vesuvius toe?

A

Hoe langer het duurt tot de volgende uitbarsting, hoe groter de kans dat deze explosief zal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Waarom wordt de Vesuvius beschouwd als een van de gevaarlijkste vulkanen ter wereld?

A

Vanwege de mogelijke explosieve uitbarstingen en de nabijheid van miljoenen mensen die in de omgeving wonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is het klimaat?

A

Het klimaat is het gemiddelde weer (temperatuur en neerslag) over een periode van dertig jaar in een groot gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoeveel grote klimaatgroepen zijn er en wat is hun indeling?

A

Er zijn vijf grote klimaatgroepen, die beginnen bij de evenaar en naar hogere breedtes gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat zijn de kenmerken van het tropisch klimaat?

A

De gemiddelde maandtemperatuur is altijd boven 18 °C, en er valt veel neerslag. Bij constante neerslag is er tropisch regenwoud, bij een droge periode een savanne.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat kenmerkt het droog klimaat?

A

In een droog klimaat is de verdamping hoog. In een woestijn valt minder dan 200 mm neerslag per jaar, en in een steppegebied tussen de 200 en 500 mm neerslag per jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat zijn de kenmerken van het gematigd zeeklimaat?

A

De temperatuur in de koudste maand is boven -3 °C en onder 18 °C, en in de warmste maand boven 10 °C. Er komen vooral loofbossen voor, en bij een droge periode verandert de begroeiing in planten die bestand zijn tegen droogte, zoals in het mediterraan klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Wat kenmerkt het landklimaat?

A

De temperatuur van de koudste maand is onder -3 °C, en in de warmste maand boven 10 °C. Hier komen vooral uitgestrekte naaldbossen voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Wat zijn de kenmerken van het poolklimaat?

A

De gemiddelde maandtemperatuur komt nooit boven 10 °C. Er groeien geen bomen, maar er is toendra met mossen en ijskappen. Het poolklimaat komt voor in de buurt van de polen en hoog in de bergen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat is kenmerkend voor het Middellandse Zeegebied?

A

Het Middellandse Zeegebied ligt in de subtropische landschapszone, tussen de tropen en de gematigde breedten, met globaal hetzelfde klimaat, dezelfde plantengroei, bodem en waterbeschikbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hoe verschilt het landschap in het Middellandse Zeegebied van dat in Nederland?

A

Het landschap heeft veel reliëf door de alpine plooiingsgebergten en een altijdgroene mediterrane plantengroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat is het klimaat in het grootste deel van het Middellandse Zeegebied?

A

Het heerst een mediterraan klimaat (Middellandse Zeeklimaat) met warme, droge zomers en zachte, natte winters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Hoe verschilt het klimaat in de noordelijke delen van het Middellandse Zeegebied?

A

Het klimaat is koeler en natter, met een gematigd zeeklimaat in gebieden als Noordwest-Spanje en de Povlakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Wat voor klimaat heerst er in de hooggebergten van het Middellandse Zeegebied?

A

In de hooggebergten zoals de Pyreneeën en de Alpen heerst een hooggebergteklimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Hoe verandert het klimaat richting het zuiden van het Middellandse Zeegebied?

A

Het klimaat wordt droger en het Middellandse Zeeklimaat gaat in Noord-Afrika over in een steppe- en woestijnklimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Waarom zijn de temperaturen in het Middellandse Zeegebied hoger dan in Nederland?

A

Er zijn drie oorzaken:

  1. Het ligt dichter bij de evenaar, wat zorgt voor sterkere zon instraling.
  2. In de zomer is er weinig bewolking, waardoor de zon instraling niet wordt belemmerd.
  3. Het zeewater van de Middellandse Zee warmt sterk op in de zomer en koelt langzaam af in de winter, wat de wintertemperaturen milder maakt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Hoe warm wordt het water van de Middellandse Zee in de zomer?

A

Het water warmt op tot 25 tot 29 °C in augustus en september.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Wat is de invloed van de Middellandse Zee op de wintertemperaturen?

A

Door de matigende werking van het warme zeewater dalen de temperaturen in de winter niet zo sterk, en komt vorst nauwelijks voor, behalve in de gebergten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Wat gebeurt er in de zomer met het subtropisch hogedrukgebied boven de Azoren?

A

In de zomer breidt het subtropisch hogedrukgebied zich uit over het Middellandse Zeegebied, waardoor de lucht daalt, opwarmt en bewolking oplost. Van mei tot oktober is het daardoor zonnig en valt er nauwelijks neerslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Wat gebeurt er in het najaar met het subtropisch hogedrukgebied?

A

In het najaar trekt het hogedrukgebied zich terug naar het westen en zuiden, waardoor lagedrukgebieden vanaf de Atlantische Oceaan het Middellandse Zeegebied bereiken en westenwinden koele, vochtige lucht aanvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Wat is de oorzaak van de stortbuien in het Middellandse Zeegebied in het najaar?

A

De lucht, vol waterdamp van het warme zeewater, stijgt snel op en koelt snel af, wat leidt tot stortbuien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

Hoe verschilt de neerslag in het Middellandse Zeegebied van die in Nederland?

A

De variabiliteit van de neerslag is hoger, wat betekent dat de neerslag onregelmatig valt in tijd en ruimte. Ook is de intensiteit van de neerslag veel hoger, met stortbuien die veel grotere hoeveelheden neerslag per uur kunnen opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Wat is de variabiliteit van de neerslag in het Middellandse Zeegebied?

A

De neerslag is onregelmatig in de tijd en ruimte, met droge en natte jaren die elkaar afwisselen. Er kan op de ene plek veel neerslag vallen, terwijl het in een nabijgelegen gebied droog blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Wat is de intensiteit van de neerslag in het Middellandse Zeegebied?

A

De intensiteit van de neerslag is hoog, met soms wel 50 mm per uur, wat betekent dat er 50 liter water per vierkante meter valt in één uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Wat gebeurde er op Sardinië in november 2013?

A

In november 2013 viel er op Sardinië 450 mm regen in één etmaal, evenveel als normaal in een halfjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Hoe verandert de neerslag in het Middellandse Zeegebied naar het zuiden?

A

Naar het zuiden toe neemt de hoeveelheid neerslag af, terwijl de intensiteit en variabiliteit toenemen. In Noord-Afrika is de neerslag dus heviger en onregelmatiger dan in Zuid-Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Hoe heeft de mediterrane vegetatie zich aangepast aan het klimaat?

A

De mediterrane vegetatie bestaat uit planten die bestand zijn tegen hitte en droogte. Veel groenblijvende bomen en planten hebben een uitgebreid wortelstelsel om vocht uit de grond te benutten, en sommige hebben kleine, leerachtige bladeren om verdamping tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

Wat zijn enkele voorbeelden van mediterrane planten?

A

Voorbeelden zijn olijfbomen, kurkeiken, cipressen en pijnbomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

Wat is maquis?

A

Maquis is dicht, ondoordringbaar en vaak stekelig struikgewas van groenblijvende struiken tot wel drie meter hoog, dat ontstond door beweiding door schapen en geiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Wat heeft geleid tot de verandering van het bos in het Middellandse Zeegebied?

A

Veel bos werd gekapt sinds de Romeinse tijd voor landbouwgrond en houtwinning, waarna de overgebleven vegetatie door beweiding veranderde in maquis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

Wat is de belangrijkste beperkende factor voor plantengroei in het Middellandse Zeegebied?

A

De belangrijkste beperkende factor is water. In de zomer is de verdamping groter dan de neerslag, wat landbouw moeilijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Welke plantensoorten worden veel gebruikt in de mediterrane landbouw?

A

Olijfbomen, amandelbomen, kurkeiken, wijndruiven en citrusvruchten, omdat ze goed tegen droogte kunnen en veel zon nodig hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

Hoeveel van de wereldproductie van olijfolie komt uit de mediterrane landen?

A

Ongeveer 90% van de wereldproductie van olijfolie komt uit de mediterrane landen, met Spanje als de grootste producent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Hoeveel olijfbomen kunnen er per hectare groeien met voldoende water?

A

Bij 400 tot 600 mm neerslag of bij irrigatie kunnen er wel 100 tot 300 olijfbomen per hectare groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Wat groeit goed op vlakten en plateaus in het Middellandse Zeegebied?

A

Wintergraan groeit goed op vlakten en plateaus, omdat het profiteert van de winterregen en vroeg in de zomer rijpt voordat de droogte toeslaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Waar wordt veeteelt met schapen en geiten vaak aangetroffen in het Middellandse Zeegebied?

A

Veeteelt met schapen en geiten komt veel voor in de bergachtige gebieden en drogere gebieden met grassteppes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Wat bepaalt of er voldoende zoet water beschikbaar is voor landbouw?

A

Dit wordt bepaald door de waterbalans, die de toevoer, opslag en afvoer van water omvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

Wat is vernieuwbaar water en waarom is het belangrijk?

A

Vernieuwbaar water is water dat continu wordt aangevoerd door neerslag en instroom van rivieren. Het is belangrijk voor landbouw en plantengroei in het Middellandse Zeegebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

Wat gebeurt er in landen zoals Libië en Egypte met betrekking tot water?

A

In landen zoals Libië en Egypte overtreft het jaarlijkse watergebruik de toevoer van vernieuwbaar water, waardoor niet-vernieuwbaar grondwater opgepompt moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Wat gebeurt er met neerslag in het Middellandse Zeegebied?

A

Een deel van de neerslag wordt opgeslagen in de bovenste laag van de bodem of als ondiep grondwater, wat belangrijk is voor plantengroei. Een ander deel stroomt naar rivieren en stuwmeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Hoe wordt water afgevoerd in het Middellandse Zeegebied?

A

Water wordt afgevoerd door verdamping en door de uitstroom van rivierwater naar de zee of naar andere gebieden. Mensen gebruiken ook veel water voor landbouw, industrie en huishoudens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Wat is nodig voor landbouw met hoge productie in het Middellandse Zeegebied?

A

Irrigatie is nodig voor landbouw met hoge productie, zodat gewassen zoals sla, artisjokken en fruit kunnen groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
80
Q

Hoe wordt water voor irrigatie vaak geleverd in het Middellandse Zeegebied?

A

Water voor irrigatie wordt vaak geleverd door stuwmeren, rivieren, of uitgebreide netwerken van waterlopen en irrigatiegoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
81
Q

Wat is de functie van stuwmeren in het Middellandse Zeegebied?

A

Stuwmeren slaan water op tijdens natte perioden en geven het af in droge tijden, wat belangrijk is voor de waterhuishouding in de landbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
82
Q

Waar komt irrigatielandbouw vaak voor in het zuidelijk deel van het Middellandse Zeegebied?

A

Irrigatielandbouw komt vaak voor bij oases, geïsoleerde plekken in de steppe of woestijn waar water uit omliggende gebergten komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
83
Q

Wat veroorzaakt erosie op de steile hellingen in het Middellandse Zeegebied?

A

Erosie wordt veroorzaakt door water, dat de verweringslaag losmaakt en afvoert, vooral op delen van hellingen waar de bodem niet goed bedekt is door planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
84
Q

Wat gebeurt er op steile hellingen in het Middellandse Zeegebied door erosie?

A

Erosie door water tast de hellingen aan, vooral wanneer de verweringslaag dun is en regenwater niet diep in de grond kan doordringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
85
Q

Wat is de oorzaak van afspoeling van de verweringslaag op de hellingen?

A

Bij flinke neerslag worden gronddeeltjes losgeslagen en raakt de bodem snel verzadigd met water, wat leidt tot afspoeling van de verweringslaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
86
Q

Wat is geulerosie en waar komt het voor?

A

Geulerosie ontstaat op flauwe hellingen waar stromend water geulen maakt die de bodem wegspoelen, vooral waar de bodem niet goed bedekt is door planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
87
Q

Wat gebeurt er op steile hellingen wanneer de verweringslaag verzadigd raakt met water?

A

De verweringslaag kan door zwaartekracht naar beneden glijden, wat leidt tot aardverschuivingen, vaak door een natte stenige ondergrond of een gladde kleilaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
88
Q

Wat is landdegradatie en wat veroorzaakt het?

A

Landdegradatie is de aantasting van het landschap door geulerosie en aardverschuivingen, waardoor de bodem minder goed in staat is om het ecosysteem of gewassen te ondersteunen.

89
Q

Hoe heeft de menselijke landbouw in het verleden bijgedragen aan bodemerosie?

A

Door vergroting van grondpercelen, monoculturen, minder ondergroei bij boomgaarden en overbegrazing werd bodemerosie versneld en het gebruik minder duurzaam.

90
Q

Hoe bevordert het landbouwbeleid van de Europese Unie de concurrentie tussen boeren?

A

Het landbouwbeleid bevordert schaalvergroting, waarbij percelen groter worden om goedkoper en efficiënter te kunnen produceren met machines.

91
Q

Wat is het effect van de schaalvergroting op steile hellingen?

A

Bomenrijen en terrassen, die water afremden, zijn weggehaald, wat bijdraagt aan een hogere kans op waterafspoeling op steile hellingen.

92
Q

Hoe werd de bodem in het verleden beschermd op hellingen?

A

Vroeger werden verschillende gewassen verbouwd die op verschillende momenten geoogst werden, wat de bodem bedekte en waterafspoeling voorkwam.

93
Q

Wat is het gevolg van monoculturen op de bodem?

A

Monoculturen laten de bodem in bepaalde perioden onbedekt, wat leidt tot verhoogde kans op waterafspoeling.

94
Q

Wat was de rol van ondergroei in boomgaarden vroeger?

A

Ondergronden in olijf-, amandel- of citrusboomgaarden zorgden voor een beschermende bodembedekking. Nu blijft de bodem vaak onbedekt.

95
Q

Hoe beïnvloeden grote kudden de vegetatie?

A

Grote kudden zorgen voor te weinig vegetatie, wat leidt tot overbegrazing, zoals op het Griekse eiland Kreta door Europese subsidies voor schapen en geiten.

96
Q

Waarom komen bosbranden vaak voor in het Middellandse Zeegebied?

A

Bosbranden komen vaak voor door het mediterrane klimaat met lange, hete en droge zomers.

97
Q

Wat bevordert het ontstaan van bosbranden in het Middellandse Zeegebied?

A

Meerdere factoren bevorderen het ontstaan van bosbranden, zoals de brandbaarheid van planten, leeg platteland, monoculturen en brandstichting.

98
Q

Waarom zijn de planten in het Middellandse Zeegebied brandbaar?

A

Planten bevatten vaak veel olie en hars, wat het ontstaan van branden vergemakkelijkt en het blussen moeilijk maakt.

99
Q

Hoe draagt leeg platteland bij aan bosbranden?

A

Leeg platteland wordt vaak slecht beheerd door gebrek aan sociale controle, waardoor bosbranden snel kunnen verspreiden.

100
Q

Waarom zijn monoculturen een risico voor bosbranden?

A

Monoculturen, zoals bossen met brandbare snelgroeiende bomen zoals eucalyptus, bevorderen de kans op bosbranden.

101
Q

Wie stichtte vroeger branden in het Middellandse Zeegebied?

A

Vroeger stichtten herders branden om weidegrond te creëren.

102
Q

Waarom wordt er tegenwoordig soms brand gesticht in het Middellandse Zeegebied?

A

Projectontwikkelaars zetten soms aan tot brandstichting om ruimte te maken voor toeristische woningen, en in arme gebieden levert het verbranden van bos werk op doordat de herbebossing door de overheid wordt betaald.

103
Q

Wat is een belangrijke oorzaak van landdegradatie in het Middellandse Zeegebied?

A

Verdroging is een belangrijke oorzaak van landdegradatie in het Middellandse Zeegebied.

104
Q

Wat is een probleem in het Middellandse Zeegebied met betrekking tot water?

A

Voldoende water voor landbouw, de lokale bevolking, maar ook voor hotels, appartementen en golfterreinen is in veel gebieden een probleem.

105
Q

Hoe kan irrigatie bijdragen aan de landbouwproductiviteit?

A

Irrigatie kan zorgen voor een hogere productiviteit in de landbouw, maar leidt ook tot problemen met watergebruik.

106
Q

Wat gebeurt er als er te veel diep grondwater wordt opgepompt?

A

De bodem kan tientallen meters dalen, wat leidt tot grondwaterproblematiek.

107
Q

Wat is verwoestijning?

A

Verwoestijning is een ernstige vorm van landdegradatie waarbij het landschap door een te lage grondwaterstand ongeschikt wordt voor plantengroei en woestijnachtige kenmerken krijgt.

108
Q

Wat bevordert verdroging en verwoestijning in het Middellandse Zeegebied?

A

Het mediterrane klimaat en een stenige bodem bevorderen verdroging en verwoestijning.

109
Q

Hoe beïnvloedt de hoeveelheid neerslag de watervoorziening in het Middellandse Zeegebied?

A

In gebieden met minder dan 300-400 mm neerslag is de watervoorziening kwetsbaar.

110
Q

Hoe kan irrigatielandbouw leiden tot verzilting?

A

Door de hoge verdamping kunnen zouten bij irrigatie aan de oppervlakte of in de bodem neerslaan, wat de bodem ongeschikt maakt voor plantengroei.

111
Q

Wat is een andere oorzaak van verzilting in kustgebieden?

A

In kustgebieden kan de dalende grondwaterstand ervoor zorgen dat zout zeewater de grond in komt.

112
Q

Hoe kan landdegradatie voorkomen worden?

A

Landdegradatie kan voorkomen worden door duurzaam landgebruik, waarbij er een evenwicht is tussen de mogelijkheden van het landschap en de benutting ervan door de mens.

113
Q

Wat zijn natuurlijke gevaren?

A

Natuurlijke gevaren zijn bedreigingen voor mensen en samenlevingen veroorzaakt door natuurlijke verschijnselen.

114
Q

Noem een voorbeeld van een natuurlijk gevaar dat veroorzaakt wordt door de aardkorst (lithosfeer).

A

Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s zijn voorbeelden van natuurlijke gevaren veroorzaakt door de aardkorst.

115
Q

Welke natuurlijke gevaren kunnen door water (de hydrosfeer) veroorzaakt worden?

A

Overstromingen vanuit rivieren of zeeën, aardverschuivingen en modderstromen.

116
Q

Welke gevaren kunnen door het weer (de atmosfeer) ontstaan?

A

Stormen, hevige regens en sneeuwstormen.

117
Q

Welke natuurlijke gevaren worden veroorzaakt door klimaat (de atmosfeer)?

A

Hittegolven, langdurige droogte, extreme vorst en bosbranden.

118
Q

Hoeveel rampen door natuurlijke gevaren komen er jaarlijks voor?

A

Jaarlijks komen wereldwijd veel rampen voor door natuurlijke gevaren. In de afgelopen dertig jaar waren dat er duidelijk meer dan daarvoor.

119
Q

Wat is een mogelijke oorzaak van de toename van rampen door natuurlijke gevaren in de afgelopen dertig jaar?

A

Waarschijnlijk speelt de opwarming van de aarde hierbij een belangrijke rol.

120
Q

Welke vier algemene kenmerken worden gebruikt om natuurlijke gevaren te beschrijven?

A
  1. De ruimtelijke spreiding (waar komt het voor?)
  2. De intensiteit (hoe sterk is het effect?)
  3. De reikwijdte (hoe ver reikt het effect?)
  4. De frequentie (hoe vaak komt het voor?)
121
Q

Wat betekent de ruimtelijke spreiding van een natuurlijk gevaar?

A

De ruimtelijke spreiding geeft aan waar een natuurlijk gevaar voorkomt.

122
Q

Wat houdt de intensiteit van een natuurlijk gevaar in?

A

De intensiteit beschrijft hoe sterk het effect van het natuurlijke gevaar is.

123
Q

Wat bedoelen we met de reikwijdte van een natuurlijk gevaar?

A

De reikwijdte geeft aan hoe ver het effect van het natuurlijke gevaar reikt en wat het werkingsgebied is.

124
Q

Wat betekent de frequentie van een natuurlijk gevaar?

A

De frequentie geeft aan hoe vaak een natuurlijk gevaar voorkomt.

125
Q

Hoe ontstaat een tornado?

A

Een tornado ontstaat bij een sterke wervelwind in een enorme onweerswolk. Dalende luchtstromen kunnen de wervelwind mee naar beneden trekken. Wanneer deze de grond raakt, spreek je van een tornado.

126
Q

Waarom kan een tornado zoveel schade aanrichten?

A

Een tornado werkt als een soort superstofzuiger die alles in zijn baan kan vernielen.

127
Q

Waar komen tornado’s vooral voor in de Verenigde Staten?

A

Tornado’s komen vooral voor in het gebied tussen de Appalachen en de Rocky Mountains, met name in “tornado alley” van Texas tot Nebraska en Iowa.

128
Q

Waarom komen tornado’s vaak voor in “tornado alley”?

A

In “tornado alley” botsen koude lucht uit Canada en warme vochtige lucht uit de Golf van Mexico, wat leidt tot onweersbuien die kunnen uitgroeien tot tornado’s.

129
Q

Hoe sterk kan het effect van een tornado zijn?

A

De kern van een tornado kan door de hoge windsnelheden huizen met de grond gelijkmaken en enorme verwoestingen aanrichten.

130
Q

Hoe groot is de reikwijdte van een tornado?

A

De reikwijdte van een tornado is beperkt tot enkele tientallen meters tot maximaal een paar kilometer breed. Buiten het pad van de tornado is de schade meestal gering.

131
Q

Hoe vaak komen tornado’s voor in het centrale deel van de VS?

A

In het centrale deel van de VS komen tornado’s gemiddeld zo’n duizend keer per jaar voor.

132
Q

Hoe beschermen bewoners in tornado alley zich tegen tornado’s?

A

Veel bewoners hebben een stevige kelder onder of bij hun huis om zich snel in veiligheid te kunnen brengen bij een tornado.

133
Q

Wanneer spreken we van een natuurramp?

A

Bij grote economische schade en/of veel slachtoffers door een natuurlijk gevaar spreken we van een natuurramp. Dit kan zowel een natuurlijke als een deels menselijke oorzaak hebben.

134
Q

Hoe kan de mens bijdragen aan natuurrampen?

A

Menselijke activiteiten zoals ontbossing kunnen de kans op overstromingen en aardverschuivingen vergroten.

135
Q

Wat gebeurt er als de Amerikaanse president een gebied aanwijst als officieel rampgebied?

A

Er komt dan geld beschikbaar van de nationale (federale) overheid voor herstel van de schade.

136
Q

Welke factoren bepalen de omvang van de schade door een natuurramp?

A

De omvang van de schade wordt bepaald door de kenmerken van het natuurlijk gevaar, de kwetsbaarheid van de samenleving en de risicoperceptie.

137
Q

Wat zijn belangrijke kenmerken van een samenleving die invloed hebben op de omvang van schade?

A

Bevolkingsdichtheid, bevolkingsspreiding, waarde van economische activiteiten en het ontwikkelingsniveau van de samenleving.

138
Q

Hoe beïnvloedt de risicoperceptie de omvang van schade?

A

Hoe mensen de risico’s van natuurlijke gevaren inschatten, beïnvloedt hun voorbereiding en reactie. Een lage risicoperceptie kan leiden tot meer schade bij een natuurramp.

139
Q

Waarom wonen mensen vaak toch op risicovolle plekken?

A

Mensen wegen de voordelen van een risicovolle plek, zoals vruchtbare grond op vulkaanhellingen of economische voordelen van een havengebied, vaak zwaarder dan de risico’s.

140
Q

Waarom komen er veel aardbevingen voor aan de westkust van Noord-Amerika?

A

Door de geologische opbouw: de grens tussen de Noord-Amerikaanse plaat en de Pacifische plaat zorgt voor bewegingen langs plaatgrenzen en breuken.

141
Q

In welke staten van de VS is de aardbevingsfrequentie het hoogst?

A

California en Oregon hebben de hoogste frequentie van aardbevingen, met grote potentiële economische schade.

142
Q

Wat zijn de drie aardbevingszones aan de westkust van Noord-Amerika?

A
  1. Aardbevingszone bij de mid-oceanische rug voor de kust van Mexico.
  2. Aardbevingszone bij transforme breuken in California, zoals de San Andreas-breuk.
  3. Aardbevingszone met subductie in Oregon en Washington.
143
Q

Wat gebeurt er bij de mid-oceanische rug voor de kust van Mexico?

A

Hier ontstaan regelmatig aardbevingen door talrijke breuken in de mid-oceanische rug die vanuit het zuiden van de Grote Oceaan richting het continent loopt.

144
Q

Wat is een transforme breuk en welke is het bekendst in California?

A

Een transforme breuk is een plaatgrens waar gesteentestukken horizontaal en tegengesteld bewegen. De bekendste is de San Andreas-breuk.

145
Q

Waarom is de San Andreas-breuk belangrijk in aardbevingsstudies?

A

Het is een grens tussen de Noord-Amerikaanse en Pacifische platen. Het voortdurende westwaartse bewegen van het Noord-Amerikaanse continent zorgt continu voor aardbevingsgevaar.

146
Q

Wat gebeurt er bij de aardbevingszone met subductie in Oregon en Washington?

A

De oceanische korst schuift met een snelheid van vier centimeter per jaar onder het Amerikaanse continent, wat zorgt voor een hoog risico op aardbevingen.

147
Q

Waar komen naast de westkust van de VS ook aardbevingen voor?

A

n het centrale deel en aan de oostkant van de VS, vooral in de Mississippi-aardbevingszone en de Appalachen-aardbevingszone.

148
Q

Wat kenmerkt de Mississippi-aardbevingszone?

A

Het is een laag liggend breukengebied tussen Memphis en St. Louis, met slenken (gezakte delen) en horsten (hogere delen) bedekt met sedimentlagen. Bewegingen langs de vele breuken kunnen aardbevingen veroorzaken.

149
Q

Wat zijn slenken en horsten?

A

Slenken zijn gezakte delen van de aardkorst langs breuken, terwijl horsten hoger gelegen gebieden zijn naast de slenken.

150
Q

Wat kenmerkt de Appalachen-aardbevingszone?

A

Het is een oud plooiingsgebergte dat door erosie sterk is afgesleten. Later is het gebied weer iets opgeheven, waarbij veel breuken zijn ontstaan die soms aardbevingen veroorzaken.

151
Q

Hoe zijn de Appalachen gevormd?

A

De Appalachen ontstonden als hooggebergte door plooiing ongeveer 400 miljoen jaar geleden. Door erosie zijn ze afgesleten, maar latere opheffing heeft breuken veroorzaakt die aardbevingen kunnen geven.

152
Q

Waarom kunnen er aardbevingen ontstaan in de Appalachen?

A

Door de opheffing van het oude gebergte zijn er breuken ontstaan, waarlangs soms aardbevingen plaatsvinden.

153
Q

Waarom is de kans op schade en slachtoffers bij een grote aardbeving groot?

A

Door de plotselinge en enorme kracht van de beving kunnen gebouwen en bruggen instorten. Daarnaast kunnen branden ontstaan door kapotte gasleidingen.

154
Q

Wat gebeurde er tijdens de aardbeving van 1906 in San Francisco?

A

De aardbeving bij de San Andreas-breuk verplaatste stukken aardkorst tot wel zeven meter. Veel gebouwen gingen verloren door branden die door het gebrek aan bluswater niet geblust konden worden. Vijfhonderd huizenblokken brandden af.

155
Q

Wat is de momentmagnitudeschaal?

A

Een schaal die de kracht van een aardbeving weergeeft op basis van de hoeveelheid vrijgekomen energie. Elk punt hoger op de schaal betekent 31,6 keer zoveel energie.

156
Q

Wat was de krachtigste aardbeving ooit gemeten?

A

De aardbeving van 22 mei 1960 in Chili, met een magnitude van 9.5.

157
Q

Waar hangt de schade van een aardbeving vanaf?

A

De schade hangt af van de kracht van de beving, lokale omstandigheden zoals bevolkingsdichtheid en bouwkwaliteit, en de diepte waarop de beving plaatsvindt.

158
Q

Hoe ontstaan vulkanen aan de westkust van de VS?

A

Door de subductie van de Pacifische plaat onder de Noord-Amerikaanse plaat, waarbij diep in de aardkorst magmahaarden ontstaan die vulkanisch materiaal naar de oppervlakte brengen.

159
Q

Wat gebeurde er bij de uitbarsting van Mount St. Helens in 1980?

A

Er werd 1,2 km³ vulkanisch materiaal uitgestoten, met aswolken tot 25 km hoog die in elf staten neerdaalden.

160
Q

Wat maakt de vulkaan Yellowstone bijzonder gevaarlijk?

A

Yellowstone is een supervulkaan met een enorme caldera die 640.000 jaar geleden ontstond. Een nieuwe uitbarsting kan miljoenen Amerikanen dakloos maken en invloed hebben op het wereldwijde klimaat.

161
Q

Wat is een caldera?

A

Een grote, cirkelvormige krater die ontstaat na een krachtige vulkanische uitbarsting, zoals bij Yellowstone.

162
Q

Welke gevolgen kan een toekomstige uitbarsting van Yellowstone hebben?

A

Een grote aswolk kan een groot deel van de VS bedekken, miljoenen daklozen veroorzaken en jarenlange gevolgen hebben voor het wereldwijde klimaat.

163
Q

In welke gebieden komen sneeuwstormen regelmatig voor?

A

In het noorden van de VS en Canada, vooral in de herfst, winter en het voorjaar.

164
Q

Hoe ontstaat een sneeuwstorm?

A

Door een krachtig lagedrukgebied dat in oostelijke of noordoostelijke richting trekt, waardoor koude poollucht naar het zuiden stroomt.

165
Q

Wat zijn de kenmerken van een sneeuwstorm?

A

Lage temperaturen, neerslag in de vorm van ijzel, sneeuw en regen, ontregeling van het dagelijks leven, stroomuitval en een toename van verkeersongelukken door gladheid.

166
Q

Wat is een blizzard?

A

Een zeldzamere, hevige sneeuwstorm met felle kou, zware sneeuwval, sneeuwjacht, mist en zeer harde wind.

167
Q

Welke gevolgen kan een blizzard hebben?

A

Het openbare leven ligt dagenlang stil, bedrijven lijden economische schade, hoogspanningskabels kunnen breken door het gewicht van sneeuw en ijs, hele gebieden kunnen zonder stroom komen te zitten en dorpen raken geïsoleerd.

168
Q

Welke bijkomende natuurrampen kunnen optreden door blizzards?

A

Overstromingen aan de kust en erosie waarbij stranden worden weggeslagen.

169
Q

Wat zijn de economische gevolgen van een blizzard?

A

Bedrijven liggen stil en lijden flinke economische schade door de stilstand van productie en vervoer.

170
Q

Welke veiligheidsrisico’s ontstaan door sneeuwstormen en blizzards?

A

Verhoogd risico op verkeersongelukken, stroomuitval, afgesloten dorpen en kans op dodelijke slachtoffers.

171
Q

Wat zijn hurricanes (orkanen)?

A

Hurricanes zijn stormen van orkaankracht met windsnelheden van minimaal 118 km/uur. Ze komen voor tussen juni en november in het zuiden en oosten van de VS.

172
Q

In welke gebieden komen hurricanes voor?

A

Hurricanes komen voor in tropische gebieden tussen de 10° en 30° noorder- en zuiderbreedte.

173
Q

Wat is de schaal van Saffir-Simpson?

A

De schaal van Saffir-Simpson geeft de kracht van een hurricane aan. Bij klasse 5 (de hoogste) is de windsnelheid meer dan 250 km/uur.

174
Q

Hoe snel moet de wind zijn voor orkaankracht?

A

Minimaal 118 km/uur. Bij windsnelheden van 150 km/uur kunnen mensen niet meer overeind blijven.

175
Q

Hoe ontstaat een hurricane?

A

Een hurricane ontstaat boven sterk opgewarmd zeewater van minimaal 26 °C. De warmte zorgt voor sterke opstijging van lucht, condensatie van waterdamp en zeer harde wind rondom een lagedrukgebied.

176
Q

Wat is de doorsnede van een hurricane?

A

De doorsnede van een hurricane is een paar honderd kilometer.

177
Q

Wat is ‘het oog’ van de hurricane?

A

Het oog is het centrum van de hurricane waar het windstil is en de zon kan schijnen. Rondom het oog bevindt zich een muur van kilometers hoge stapelwolken.

178
Q

Welke fasen kan een tropische storing doorlopen om een hurricane te worden?

A

Een tropische storing kan uitgroeien tot een tropische depressie, vervolgens een tropische storm en uiteindelijk een hurricane als de windsnelheden orkaankracht bereiken.

179
Q

Hoe verplaatsen hurricanes zich en hoe lang bestaan ze meestal?

A

Hurricanes verplaatsen zich met 25-35 km/uur en bestaan meestal vijf tot tien dagen, soms drie tot vier weken.

180
Q

Waarom neemt de kracht van een hurricane af boven land?

A

Het landoppervlak zorgt voor wrijving en de hurricane wordt niet meer gevoed door warm zeewater.

181
Q

Wanneer en waar ontwikkelde Hurricane Katrina zich?

A

Hurricane Katrina ontwikkelde zich in augustus 2005 boven het warme zeewater van de Golf van Mexico.

182
Q

Wanneer en waar kwam Katrina aan land?

A

Op 29 augustus 2005 kwam Katrina bij New Orleans aan land als een orkaan van categorie S-4 met windsnelheden van 220 km/uur.

183
Q

Hoe hoog waren de golven bij de kust tijdens Katrina?

A

De golven bereikten een hoogte van acht tot twaalf meter door de harde wind.

184
Q

Wat waren de gevolgen van de dijkdoorbraken in New Orleans?

A

Grote delen van de stad overstroomden, tienduizenden mensen werden dakloos, 1.833 mensen overleden, en de schade bedroeg meer dan 100 miljard dollar.

185
Q

Hoeveel procent van de inwoners van New Orleans werd geëvacueerd?

A

Ongeveer 80% van de 1,3 miljoen inwoners van New Orleans werd geëvacueerd voor Katrina.

186
Q

Waarom wordt de naam “Katrina” niet meer gebruikt voor hurricanes?

A

Namen van hurricanes die grote schade veroorzaken, zoals Katrina, worden door de Wereld Meteorologische Organisatie niet meer opnieuw gebruikt.

187
Q

Wanneer is het hurricaneseizoen in het Atlantisch gebied?

A

Het hurricaneseizoen loopt van 1 juni tot 30 november, met augustus en september als piekmaanden.

188
Q

Hoe warm moet het zeewater zijn voor de vorming van een hurricane?

A

Het zeewater moet minimaal 26 °C zijn om een hurricane te kunnen vormen.

189
Q

Waarom komen er meerdere hurricanes per jaar voor in het Atlantisch gebied?

A

Het zeewater heeft zeker vier maanden per jaar de benodigde temperatuur van minimaal 26 °C.

190
Q

Hoe worden hurricanes en tropische stormen genoemd?

A

Ze krijgen om en om een naam van een vrouw en een man, gekozen uit een lijst die jaarlijks wordt opgesteld door de Wereld Meteorologische Organisatie.

191
Q

Wat zijn natuurlijke gevaren?

A

Natuurlijke gevaren zijn bedreigingen zoals aardbevingen, tornado’s, sneeuwstormen en hurricanes waar we mee moeten leren leven.

192
Q

Kunnen we natuurlijke gevaren voorkomen?

A

Nee, we kunnen ze niet voorkomen, maar we kunnen ons wel goed voorbereiden om schade en slachtoffers te beperken.

193
Q

Wat is risicomanagement bij natuurlijke gevaren?

A

Risicomanagement houdt in dat het risico van natuurlijke gevaren goed wordt ingeschat en dat er tijdig maatregelen worden genomen om schade te beperken.

194
Q

Wie zijn de belangrijkste actoren bij risicomanagement?

A

Overheid, bewoners en bedrijven (zoals verzekeraars).

195
Q

Welke rol hebben verzekeraars bij risicomanagement?

A

Ze zorgen ervoor dat bewoners herstelwerkzaamheden na schade kunnen betalen.

196
Q

Welke maatregelen kunnen bewoners nemen om hun veiligheid te vergroten?

A

Ramen en deuren beschermen, een noodvoorraad voedsel en water aanleggen en weten waar vluchtroutes zijn.

197
Q

Wat is de rol van de overheid bij risicomanagement?

A

De overheid zorgt voor voorlichting, waarnemingssystemen, wettelijke voorschriften, rampenplannen, technische maatregelen zoals dijkverhoging en hulp bij rampen.

198
Q

Wat is FEMA en wat doet deze organisatie?

A

FEMA is het Federaal bureau voor rampenbestrijding in de VS. Het helpt lokale overheden bij risicomanagement, stelt eisen aan waarschuwingssystemen en bouwconstructies, en geeft voorlichting en adviezen.

199
Q

Welke diensten biedt FEMA aan burgers van de VS?

A

FEMA biedt kaarten met mogelijke natuurlijke gevaren, geeft voorlichting over noodmaatregelen, adviseert over verzekeringen en vluchtroutes en raadt aan noodpakketten in huis te hebben.

200
Q

Welke technische maatregelen kan de overheid nemen om gevaar te bestrijden?

A

Dijkverhoging en andere constructies om de impact van natuurlijke gevaren te beperken.

201
Q

Wat zijn voorbeelden van wettelijke voorschriften om schade en slachtoffers te beperken?

A

Bouwvoorschriften, verplichtingen voor rampenplannen en plannen van vluchtroutes.

202
Q

Wat is FEMA en wat doet deze organisatie?

A

FEMA is het Federaal bureau voor rampenbestrijding in de VS. Het helpt lokale overheden bij risicomanagement, stelt eisen aan waarschuwingssystemen en bouwconstructies, en geeft voorlichting in folders.

203
Q

Wat voor diensten biedt FEMA aan burgers van de VS?

A

FEMA biedt kaarten met mogelijke natuurlijke gevaren, geeft advies over noodpakketten, verzekeringen en vluchtroutes.

204
Q

Wat is het doel van risicomanagement bij aardbeving gevaar in de VS?

A

Het doel is om schade door aardbevingen te voorkomen door gevaar op te sporen, bouwvoorschriften op te stellen, infrastructuur te versterken en rampenoefeningen te organiseren.

205
Q

Hoe wordt het gevaar van aardbevingen opgespoord in de VS?

A

De Amerikaanse Geologische Dienst monitort continu de positie van losse gesteentestukken langs breuklijnen en vergelijkt dit met de verwachte verplaatsing.

206
Q

Wat zegt de geologische situatie van Los Angeles over het aardbevingsgevaar?

A

Los Angeles had jaarlijks 2,5 cm naar het noorden moeten verschuiven, maar dit is al jaren niet gebeurd. Er is grote spanning opgebouwd, wat wijst op een mogelijke zware aardbeving in de nabije toekomst.

207
Q

Wat zijn belangrijke bouwvoorschriften tegen aardbevingsschade in California?

A

Nieuwe gebouwen worden uitgerust met schokbrekers die trillingen kunnen absorberen. Wolkenkrabbers zijn mogelijk de veiligste plekken bij aardbevingen.

208
Q

Wat gebeurt er na een aardbeving om toekomstige schade te beperken?

A

Vaak worden extra maatregelen genomen om gebouwen verder te verstevigen.

209
Q

Waarom zijn schokbrekers belangrijk bij aardbevingsbestendige bouw?

A

Schokbrekers absorberen de trillingen van zware aardbevingen, waardoor gebouwen beter bestand zijn tegen instorting.

210
Q

Welke maatregelen zijn er voor infrastructuur bij aardbeving gevaar?

A

Gas-, water- en elektriciteitsleidingen worden beschermd om kortsluiting en gaslekkages te voorkomen. Bij gebroken waterleidingen is brand moeilijk te blussen door gebrek aan waterdruk.

211
Q

Waarom zijn aardbeving branden vaak gevaarlijker dan de aardbeving zelf?

A

Kortsluiting kan gaslekkages ontsteken. Als de waterleidingen gebroken zijn, is er geen waterdruk om branden te blussen.

212
Q

Wat leren kinderen op scholen over aardbevingen?

A

Kinderen krijgen instructies over wat ze moeten doen bij aardbevingen en nemen regelmatig deel aan rampoefeningen.

213
Q

Waarom is risicomanagement bij hurricanes belangrijk?

A

Kuststaten in het zuiden en oosten van de VS hebben veel economische activiteiten en een grote bevolking. Hurricanes kunnen daardoor grote schade aanrichten.

214
Q

Hoe helpen waarschuwingssystemen bij hurricane gevaar?

A

Satellieten volgen het ontstaan en de route van hurricanes, maar het is moeilijk precies te voorspellen waar en met welke kracht ze aan land komen.

215
Q

Wat is belangrijk bij evacuatie van gevarenzones bij hurricanes?

A

Vluchtroutes moeten goed worden aangegeven en mensen moeten bij massale evacuatie vaak een bepaalde rijrichting aanhouden om de snelheid te bevorderen.

216
Q

Wat houdt een rampenplan in voor hurricane staten?

A

Een rampenplan beschrijft evacuatie procedures, de locatie van schuilplaatsen (shelters) en wordt regelmatig geoefend.

217
Q

Wat is een gezinsrampenplan?

A

Een gezinsrampenplan bevat een ontmoetingsplek bij evacuatie, noodvoorraden water en voedsel, kookbrandstof, een radio op batterijen, een zaklamp en belangrijke papieren in een waterdichte houder.

218
Q

Waarom is een radio op batterijen belangrijk bij hurricanes?

A

Bij stroomuitval kan een radio op batterijen cruciale informatie doorgeven over de situatie en evacuatie.