Hoofdstuk 2: idioms en verbindingen Flashcards
1
Q
there is
A
er is sprake van
2
Q
giving aid/help
A
hulp verlenen aan
3
Q
spring into action
A
in actie komen
4
Q
causing trouble
A
overlast veroorzaken
5
Q
take heed of
A
zich (n)ergens iets van aantrekken
6
Q
to adjust to
A
zich aanpassen aan
7
Q
flushing the loo
A
de wc doortrekken
8
Q
spending time
A
tijd besteden aan
9
Q
make contact with
A
contact opnemen met
10
Q
coving the payment
A
de schade dekken
11
Q
get insurance
A
een verzekering/polis afsluiten
12
Q
fatal accident
A
per ongeluk
13
Q
be at risk of
A
risico lopen
14
Q
to be covered for
A
verzekerd zijn tegen
15
Q
something is wrong?
A
wat is er iets aan de hand?
16
Q
had enough of it
A
genoeg hebben van
17
Q
what the fuck are you thinking?
A
hoe haal je het in je hoofd?