Hoofdstuk 2 -Console-programma Flashcards

1
Q

Wat zijn parameters in het kader van functieaanroepen? Hoe spelen ze een rol in het aanroepen van functies in programmeren?

A

Variabelen die fungeren als invoer voor een functie. Ze stellen de functie in staat om specifieke bewerkingen uit te voeren op basis van de waarden die aan de parameters worden doorgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noem je een groepje waarde die bij elkaar horen?

A

Die noem je een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de semantiek van een functieaanroep.

A

Een functieaanroep impliceert het aanroepen van een specifieke functie, meestal binnen een klasse, door argumenten aan de functie door te geven. De functie voert bepaalde taken uit op basis van deze argumenten, en eventueel retourneert het een resultaat aan de aanroepende code

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan je een object aanmaken?

A

Door het type te gebruiken als functie. In C# gebruik je daarvoor nog het woord new

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je de eigenschap van een object opvragen in C#?

A

In C# kun je de eigenschap van een object opvragen door een punt (.) achter het object te plaatsen, gevolgd door de gewenste eigenschap. Bijvoorbeeld, de lengte van de tekst die is opgeslagen in de variabele “naam” wordt opgevraagd met “naam.Length.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe roep je in C# een functie aan met betrekking tot de naam van de klasse waarin de functie zich bevindt?

A

In C#, roep je een functie aan door de naam van de klasse, gevolgd door een punt, en vervolgens de naam van de functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er gebruikt om een object aan het maken?

A

Om een object aan te maken kun je het type als functie gebruiken.
in C# nog new er voor zetten.
(voorbeeld C#(DateTime(jaar,maand,dag))

python(datetime(jaar,maand,dag)))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat bepaald wat je met een object kan doen?

A

Het type van een object.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel cijfers hebben float en double achter de komma?

A

15 cijfers achter de komma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een library?

A

In de libraries staan de klassen gebundeld. Deze moet boven in het programma opschrijven. Bv. using System;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een blok?

A

De body van een functie. Een groepje statements dat bij elkaar hoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een declaratie?

A

Reserveren van geheugenruimte voor een variabele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een functie?

A

Een afgebakend stukje code dat een specifieke taak uitvoert. Functies worden gebruikt om de code modulair en herbruikbaar te maken. Ze kunnen parameters accepteren als invoer, bewerkingen uitvoeren op die invoer en vaak een resultaat retourneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een statische methode?

A

Static methoden en properties in programmeertalen zoals C# en Python zijn methoden en properties die zijn gekoppeld aan de klasse zelf, in plaats van aan specifieke objecten van die klasse. Deze methoden en properties worden aangeroepen via de klasse zelf, en niet via een instantie van die klasse. Ze zijn bedoeld voor algemene taken en functies die niet afhankelijk zijn van de toestand van specifieke objecten, maar eerder gerelateerd zijn aan het concept of de klasse als geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij het aanroepen van een functie in programmeren, wat bedoelen we met het meegeven van argumenten? Kun je een concreet voorbeeld geven van een functie en de argumenten die worden doorgegeven bij de aanroep?

A

Bij het aanroepen van een functie in programmeren, verwijst “het meegeven van argumenten” naar het doorgeven van concrete waarden aan de parameters van de functie. Bijvoorbeeld, bij de aanroep van de functie WriteLine in C# wordt de tekst “Hallo!” meegegeven als argument, wat resulteert in het afdrukken van “Hallo!” op het scherm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een functieaanroep in programmeren en hoe verschilt het van wiskundige functies?

A

In programmeren is een functieaanroep een proces waarbij een functie wordt uitgevoerd met specifieke argumenten. In tegenstelling tot wiskundige functies, zijn functies in programmeren vaak stukken code die specifieke taken uitvoeren en kunnen deze afhankelijk zijn van parameters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

C# inlezen van een regel

A

Console.ReadLine();

18
Q

Noem de twee onderdelen van een declaratie.

A
  • Het type van de variabele - De naam van de variabele
19
Q

Python inlezen van een regel

A

input()

20
Q

Beschrijf de syntax van een functiedefinities

A

Een kopregel met de functie naam en parameters en een body.

21
Q

Welke functie heeft geen een resultaat maar wel parameter?

A

Console.WriteLine(“Hello world”);
print(“Hello world”)

22
Q

Hoe wordt een body aangeduid in C# en python?

A

C# met {} Python met indents.

23
Q

wat is syntax?

A

grammatica van de taal

24
Q

Wat voor status heeft een functie-zonder-resultaat?

A

De aanroep van een functie-zonder-resultaat heeft de status van een opdracht.

25
Q

Wat is een eigenschap (property) van een object in programmeren? Hoe verschilt het van een variabele?

A

Een eigenschap (property) van een object in programmeren is een specifieke waarde of kenmerk van dat object. Het verschilt van een variabele doordat het toegang biedt tot gegevens of gedrag van een object, terwijl een variabele gewoon een opslaglocatie voor gegevens is.

26
Q

Welke functie heeft wel een resultaat maar geen parameter?

A

Console.ReadLine();
input()

27
Q

Wat gebruik je voor het omzetten van strings naar int?

A

C# De functie Parse. Python door de naam van het type als functie te gebruiken

28
Q

Waneer is iets een methode?

A

Als er een object onderhanden wordt genomen is het een methode.

29
Q

wat is een string?

A

string:letterlijke teksttussen aanhalingstekens

30
Q

Wat is een interpolated string?

A

string metingeplugde waardes

31
Q

Wat is een constructor?

A

Constructor:functie die een nieuw object bouwt van een typeConstructor:functie die een nieuw object bouwt van een type

32
Q

Wat is het verschil tussen een statement en een opdracht?

A
  • Een opdracht is een voorschrift om het geheugen te veranderen. Een programma bestaat dus uit meerdere opdrachten en iedere regel is dus een statement die je maakt.
  • opdracht is één van de drie mogelijkheden van een statement.
  • elke opdracht is een statement, maar niet andersom.
33
Q

Welke soorten opdrachten ken je?

A

aanroep en toekenning.

34
Q

Beschrijf zo precies mogelijk de syntax van een toekenning?

A

Een toekenning bestaat uit de naam van de variabelen die een waarde moet krijgen, het teken “=”, de nieuwe waarde van de variabelen en nog een “;”.

35
Q

Beschrijf zo precies mogelijk de semantiek van een toekenning?

A

Een toekenning opdracht zorgt ervoor dat de waarde van een variabele kan veranderen. De waarde ervan wordt opgeslagen in de variabele.

36
Q

Wanneer moet je in C# een $-teken voor een string schrijven?

A

Je zet een $-teken wanneer je een variabele wil toevoegen aan je regel.

37
Q

Hoe koppel je twee strings aan elkaar tot één lange string?

A

Met een +

38
Q

Hoe bepaal je het aantal tekens in een string?

A

Met de eigenschap Length.

39
Q

Wat is een klasse?

A

Groepje functies en/of methoden met een naam.

40
Q

Wat is een methode?

A

Groepje opdrachten met een naam. En een functie die een object onderhanden neemt.

41
Q

Hoe kun je bepalen of een getal een even getal is?

A

Als het getal deelbaar is door twee en geen rest overhoudt. x % 2 == 0