Hoofdstuk 1 - Programmeren Flashcards

1
Q

Wat is het doel van een programma?

A

Het veranderen van het geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar is Imperatief programmeren op gebaseerd?

A

Op opdrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Interpreter voor Bytecode

A

Bytecode wordt uitgevoerd op de computer van de gebruiker met behulp van een interpreter. De interpreter kan eenvoudig zijn vanwege de eenvoud van bytecode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is machine code?

A

Een laag-niveau programmeertaal bestaande uit binaire of hexadecimale instructies die direct kunnen worden uitgevoerd door de centrale verwerkingseenheid (CPU) van een computer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar is object-georiënteerd programmeren op gebaseerd?

A

procedureel + objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een programma?

A

Een lange reeks opdrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voordelen van Bytecode

A

Bytecode stelt Java in staat om programma’s machine-onafhankelijk en veilig te verspreiden. Het beschermt de broncode terwijl het toch uitvoerbaar blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een namespace?

A

Groepje klassen met een naam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar is declaratief programmeren op gebaseerd?

A

Op functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen van een Interpreter.

A

Geen aparte vertaalslag vereist.
Geschikt voor eenvoudige talen.
Flexibel voor datamanipulatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een klasse?

A

Groepje methoden met een naam. Zet de procedures in samenhangende groepjes bij elkaar en behandelt ze waar mogelijk als één geheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem een paar procedurele talen.

A

Algol, Pascal, C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bestaat een computer uit?

A

Een processor met geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar is procedureel programmeren op gebaseerd?

A

imperatief + methoden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een paar oudere object-georiënteerde talen.

A

Simula, Smalltalk, C++.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een object?

A

Groepje variabelen die bij elkaar horen en als geheel met een naam kan worden aangeduid.

17
Q

Wat is een opdracht?

A

Voorschrift om het geheugen te veranderen. Als ze worden uitgevoerd hebben ze een bepaald effect.

18
Q

Wat is een Programmeertaal?

A

Notatie voor een programma. Een verzameling notatie-afspraken.

19
Q

Wat is een methode en waarom maken we deze?

A

Groepje opdrachten met een naam. Het gaat er om dat de complexiteit van lange reeksen opdrachten nog een beetje te beheersen blijft door ze in groepjes in te delen, en het groepje van een naam voorzien.

20
Q

Nadelen van een Interpreter.

A
  • Langzamere uitvoering van het programma.
  • Fouten worden niet in een vroeg stadium gemeld door de compiler.
21
Q

Wat is een Assembler?

A

Het wordt gebruikt voor het vertalen van Assembler-programma’s naar machinecode.

22
Q

Wat is Interpreter?

A

Een programma dat de broncode direct leest en de opdrachten uitvoert zonder deze eerst naar machinecode te vertalen. Het is specifiek voor de machine, maar de broncode is machine-onafhankelijk.

23
Q

Hoeveel soorten geheugen zijn er, en welke zijn dit?

A
  • Lezen en schrijven.
  • Allen lezen of schrijven.
  • Alleen beschrijven.
24
Q

Compiler en Interpreter in Java

A

Java maakt gebruik van zowel een compiler als een interpreter. De compiler vertaalt broncode naar bytecode, een machine-onafhankelijke tussenliggende taal, terwijl de interpreter de bytecode uitvoert.

25
Q

Wat is een variabele?

A

Een geheugenplaats met een naam.

26
Q

Waarom gebruiken we machinecode?

A

Machinecode is de fundamentele taal die begrepen wordt door computers en komt direct overeen met CPU-operaties.

27
Q

Noem een paar Imperatieve talen.

A

Assembler, Fortran, Basic.

28
Q

Wat zijn de drie stappen die doorgaans betrokken zijn bij het programmeren in C#?

A

De drie stappen bij het programmeren in C# zijn: Edit (bewerken), Compile (compileren) en Run (uitvoeren).

Dit proces begint met het schrijven van de broncode met behulp van een editor, vervolgens wordt de code gecompileerd om een uitvoerbaar bestand te genereren, en uiteindelijk wordt het programma uitgevoerd. In de loop van dit proces kunnen fouten optreden, wat kan leiden tot meerdere iteraties van bewerken, compileren en uitvoeren voordat het gewenste resultaat wordt bereikt.