Hoofdstuk 2 Atomen en elementen Flashcards
1
Q
Hoeveel elementen zijn er in de natuur terug te vinden?
A
88 elementen zijn er in de natuur terug te vinden
2
Q
Kan een element verder opgedeeld worden?
A
Nee, een element kan niet verder opgedeeld worden of worden omgezet naar iets anders.
3
Q
Symbool:
Aluminium
A
Al
4
Q
Symbool:
Calcium
A
Ca
5
Q
Symbool:
Koper
A
Cu
6
Q
Symbool:
Helium
A
He
7
Q
Symbool:
Magnesium
A
Mg
8
Q
Symbool:
Fluor
A
F
9
Q
Symbool:
Koolstof
A
C
10
Q
Symbool:
Chloor
A
Cl
11
Q
Symbool:
Goud
A
Au
12
Q
Symbool:
Helium
A
He
13
Q
Symbool:
Waterstof
A
H
14
Q
Symbool:
Jood / Jodium
A
I
15
Q
Symbool:
IJzer
A
Fe
16
Q
Symbool:
Lood
A
Pb
17
Q
Symbool:
Lithium
A
Li
18
Q
Symbool:
Magnesium
A
Mg
19
Q
Symbool:
Kwik
A
Hg
20
Q
Symbool:
Neon
A
Ne
21
Q
Symbool:
Argon
A
Ar
22
Q
Symbool:
Nikkel
A
Ni
23
Q
Symbool:
Stikstof
A
N
24
Q
Symbool:
Zuurstof
A
O
25
Symbool:
| Fosfor
P
26
Symbool:
| Kalium
K
27
Symbool:
| Silicium
Si
28
Symbool:
| Zilver
Ag
29
Symbool:
| Natrium
Na
30
Symbool:
| Zwavel
S
31
Symbool:
| Tin
Sn
32
Symbool:
| Titanium / Titaan
Ti
33
Symbool:
| Zink
Zn
34
Het periodiek systeem:
| Hoe heet een verticale kolom?
Een groep.
Een verticale kolom in het periodiek systeem is een groep.
35
Het periodiek systeem:
| Hoe heet een horizontale rij?
Een periode.
Een horizontale rij in het periodiek systeem is een periode.
36
Het periodiek systeem:
| Hoe heet groep 1 of 1A?
Groep 1 of 1A zijn de Alkalimetalen
37
Het periodiek systeem:
| Hoe heet groep 2 of 2A?
Groep 2 of 2A zijn de Aardalkalimetalen
38
Het periodiek systeem:
| Hoe heet groep 17 of 7A?
Groep 17 of 7A zijn de Halogenen
39
Het periodiek systeem:
| Hoe heet groep 18 of 8A?
Groep 18 of 8A zijn de Edelgassen
40
Geef de eigenschappen van alkalimetalen:
Alkalimetalen zijn:
- zacht
- glanzend
- goede geleiders van warmte en elektriciteit
- hebben een laag smeltpunt
- reageren hevig met water
- vormen witte producten na reactie met zuurstof
(H is geen alkalimetaal!)
41
Geef de eigenschappen van aardalkalimetalen:
Aardalkalimetalen zijn:
- glanzend
- minder reactief dan alkalimetalen
42
Geef de eigenschappen van halogenen:
Halogenen zijn ZEER reactief, vooral F en Cl
43
Geef de eigenschappen van Edelgassen
Edelgassen zijn chemisch inert
44
Wat zijn metalen? / Geef de eigenschappen van metalen:
- Bevinden zich links in het periodiek systeem
- Glanzend
- Vaste stoffen bij kamertemperatuur (Behalve Hg/Kwik
- Gemakkelijk omgevormd tot draden of platen
- Goede geleiders van warmte en elektriciteit
45
Wat zijn niet-metalen? / Geef de eigenschappen van niet-metalen:
- Bevinden zich rechts in het periodiek systeem (behalve H/Waterstof)
- Gassen bij kamertemperatuur (uitzondering Br/Broom = vloeistof) (uitzondering C/Koolstof, P/Fosfor, S/Zwavel, Se/Seleen, I/Jood/Jodium = vaste stof)
- Geen goede geleiders van warmte en elektriciteit (uitzondering Grafiet)
46
Wat zijn metalloïden? / Geef de eigenschappen van metalloïden:
- Intermediair tussen metalen en niet metalen
- Vaste stoffen bij kamertemperatuur
- Slechte geleiders van warmte en elektriciteit maar beter dan niet-metalen (Halfgeleiders)
47
Wat is een atoom?
Een atoom is het kleinste deel van het element dan nog alle eigenschappen van dat element bevat.
48
Wiens atoomtheorie vormt de basis voor de huidige theorie?
De theorie van Dalton
49
Wat is de theorie van Dalton?
1. De materie is opgebouwd uit atomen.
2. Alle atomen van een bepaald element zijn gelijk en verschillen van atomen van andere elementen.
3. Atomen van 2 of meer verschillende elementen kunnen combineren tot verbindingen. Een bepaalde verbinding is altijd opgebouwd uit dezelfde soort atomen in bepaalde verhoudingen.
4. Een chemische reactie is een herschikking van de atomen. Atomen kunnen niet gemaakt of vernietigd worden tijdens een chemische reactie.
50
Uit welke subatomaire deeltjes bestaat een atoom?
Een atoom bestaan uit protonen, neutronen en elektronen
51
Hoeveel van de 3 verschillende subatomaire deeltjes hebben een elektrische lading?
2 van de 3 subatomaire deeltjes hebben een elektrische lading
52
Wat bewees Thomsons experiment met de kathodestraalbuis?
Conclusies experimenten:
- Cathode rays must be made of stuff that is negatively charged.
- Particles that make up cathode rays are 1000 times smaller than a hydrigen atom.
- All different metals give off cathode rays.
***
Leiden tot het idee/conclusie:
Atomen bevatten kleine negatief geladen deeltjes: Elektronen
Thomson komt met een nieuw atoommodel:
- Elektronen zijn negatief
- Het gehele atoom is meestal elektrisch neutraal
- Dus er moet ook een positieve lading in het atoom zijn om tot de neutrale lading te komen.
Idee = 'plum-pudding' model
negatieve elektronen in een positieve massa.
(https://www.youtube.com/watch?v=Rb6MguN0Uj4)
53
Waar bevinden zich de protonen in het atoom?
Protonen zijn aanwezig in de kern van het atoom.
54
Welke twee subatomaire deeltjes bevinden zich in de kern van een atoom?
De protonen en neutronen bevinden zich in de kern.
55
Is een neutron elektrisch neutraal?
Ja! Een neutron is elektrisch neutraal.
56
Wat is een amu?
Een amu is een Atomaire massa-eenheid.
57
Wat zijn de ladingen in een atoom?
Proton 1 +
Neutron 0
Elektron 1 -
58
Hoe zit het met de massa van de subatomaire deeltjes?
De proton en neutron hebben een ongeveer gelijke massa.
| Een Elektron is een stuk kleiner.
59
Waar bevinden zich de elektronen in een atoom?
Buiten de kern, in de elektronenmantel.
60
Wat geeft het atoomnummer in het periodiek systeem weer?
Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen en gelijk aan het aantal elektronen
(Z)
61
Wat is massagetal?
Het massagetal is het aantal protonen en neutronen tezamen.
(A)
Voorbeeld: A(Fe) = 56
Fe bevat 26 protonen, 26 elektronen en 30 neutronen
62
Wat is een isotoop?
Atomen van eenzelfde element met zelfde atoomnummer maar een verschillend massagetal.
(zelfde aantal protonen maar verschillend aantal neutronen)