Hoofdstuk 2 Flashcards
1
Q
Definitie: gelijke hoeken
A
Twee georiënteerde hoeken zijn gelijk als ze overeenstemmen met dezelfde draaing
2
Q
Definitie: tegengestelde hoeken
A
De som van tegengestelde hoeken is de nulhoek
3
Q
Definitie: supplementaire hoeken
A
De som van twee supplementaire hoeken is de gestrekte hoek
4
Q
Definitie: antisupplementaire hoeken
A
Het verschil van twee antisupplementaire hoeken is de gestrekte hoek
5
Q
Definitie: complementaire hoeken
A
De som van 2 complementaire hoeken is de rechte hoek
6
Q
Conclusie: hoeken met gelijke sinus
A
sin β = sin α <=> β = α + k . 360° V
β = 180° - α + k . 360° ( k ε Z )
7
Q
Conclusie: hoeken met gelijke cosinus
A
cos β = cos α <=> β = +/-α + k . 360° ( k ε Z )
8
Q
Conclusie: hoeken met gelijke tangens
A
tan β = tan α <=> β = α + k . 180° ( k ε Z )
