hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

cultuuraccommodatie

A

de bijbehorende culturele attitudes en waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cultuuraffiliatiehypothese

A

een tweetalige zich identificeert met de cultuur van de taal die hij op het moment spreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

priming

A

het activeren van associaties in het geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fundamentale attributiefout

A

neiging om eigen gedrag toe te schrijven aan de situatie en het gedrag van anderen aan de interne factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

normering

A

betekenis geven aan ruwe testscores door iemand score af te zetten tegen een normgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

independent self

A

het zelfbeeld heeft een onderscheid tussen zelfconcept als een onafhankelijk persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interdependent self

A

een zelfconcept als een met de gemeenschap verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

self serving bias

A

geneigd eigen succes toe te schrijven aan persoonsgebonden factoren, en ons falen aan situationele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly