Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

endogene variabele

A

een variabele die verklaard wordt door andere variabelen. Dit zijn de variabelen waar de pijl naar toe wijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kan een endogene variabele alleen verklaard worden of zelf ook iets verklaren

A

allebei. pijl kan erin en uit gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

exogene variabele

A

een variabele die niet verklaard wordt door andere variabelen, het fungeert alleen als een predictor. Variabelen waar geen pijl naartoe wijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

disturbance termen

A

onverklaarde variantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

𝜁 zéta teken

A

griekse teken voor disturbance termen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zijn disturbance terms gecorreleerd aan elkaar of aan andere variabelen in het model

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kunnen exogene variabelen met elkaar correleren

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gouden regel

A

alle variabelen die een schijnrelatie kunnen veroorzaken tussen twee variabelen met een verondersteld causaal verband, moeten worden opgenomen in het model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

recursief model (3)

A
  • geen dubbele pijl tussen disturbance termen en endogene variabelen
  • geen wederkerende effecten
  • geen feedbackloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn wederkerende effecten

A

twee variabelen die allebei een effect hebben op elkaar. Pijl wijst ernaar en weer terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een feedbackloop

A

een effect die elke keer door bepaalde variabelen gaat waardoor het hele tijd opnieuw via dezelfde variabelen gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

recursie

A

elke variabele wordt verklaard door
andere variabelen, alsof je steeds een stapje terug in de tijd gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar hangt het vanaf hoeveel multipele regressieanalyses je moet doen bij een padmodel

A

een analyse per endogene variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

partiële effecten

A

het effect gecontroleerd voor de andere variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly