Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Padmodel

A

een hypothese over onderliggende causale processen die de geobserveerde correlaties tussen twee of meerdere variabelen verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schijneffect komt door

A

gemeenschappelijke oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heb je een manipulatie bij een correlationeel onderzoek

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voor eigenschap is geslacht als er alleen maar vrouwen aan een onderzoek meedoen

A

constante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

> 0 (wat voor samenhang)

A

positieve samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

< 0(wat voor samenhang)

A

negatieve samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

0 (wat voor samenhang)

A

geen samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

directe effecten (basisrelaties tussen variabelen)

A

veranderingen in X zorgen voor veranderingen in Y. Niet andersom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indirecte effecten (basisrelaties tussen variabelen)

A

de hypothese is dat een verandering in X direct voor een verandering in M zorgt, waarbij de verandering in M weer direct voor een verandering in Y zorgt. Variabele M is een mediator

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

schijnrelaties (basisrelaties tussen variabelen)

A

Omdat beide X en Y dezelfde gemeenschappelijke oorzaak hebben
ontstaat er een samenhang tussen de twee variabelen. Maar een verandering in X heeft GEEN effect op Y, en omgekeerd ook niet. Er lijkt een effect te zijn, maar dat is schijn!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wederkerige effecten (basisrelaties tussen variabelen)

A

de hypothese is dat een verandering in
X1 een verandering in X2 veroorzaakt, en dat X2 weer een verandering in X1 veroorzaakt, waarna dit weer een verandering veroorzaakt in X2 enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onbekende effecten (basisrelaties tussen variabelen)

A

de hypothese is dat er een relatie is tussen X1 en X2 maar dat er geen verwachting is voor de richting van het verband (kan direct, indirect of wederkerig zijn).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden onbekende effecten weergeven

A

met een gebogen lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat voor onderzoek vereist het onderzoeken van wederkerige effecten

A

longitudinaal onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

conditionele effecten

A

een moderator die een effect beïnvloed. bv: negatieve emoties leiden tot zelfverwaarlozing (Self-care),
tenzij die persoon in een relatie zit. Moderator: relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly