Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

Referentiekader

A

Onderwijsvisie, waarden en normen van de leraar
+ referentiekader leerling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doelstellingen

A

Concreet startpunt voor leraar, geven aan wat leerling als resultaat van leerproces moet kennen/kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beginsituatie

A
  • leerlingkenmerken
  • onderwijskenmerken
  • omgevingskenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leerlingkenmerken

A

Voorkennis, motivatie, belangstelling, leervoorkeur, cognitieve vaardigheden, metacognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderwijskenmerken

A

Beginsituatie van de leraar en kenmerken van de klasgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omgevingskenmerken

A

Opleidingsniveau ouders, sociaal-economische achtergrond, thuistaal + grootte klas en infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer kan een krachtige leeromgeving zich ontwikkelen?

A

Wanneer referentiekader, beginsituatie en doelstellingen duidelijk in kaart zijn gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leerinhouden

A

Kennis en vaardigheden = leerstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Didactische werkvormen

A

Manier waarop leerinhouden aangebracht worden, onderwijs- en leeractiviteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten didactische werkvormen zijn er?

A
  • Aanbiedende werkvormen
  • Gesprekswerkvormen
  • Samenwerkingsvormen
  • Individualiserende werkvormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Groeperingsvormen

A

Hoe leerlingen worden ingedeeld tijdens leeractiviteit (klassikaal, in groep of individueel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Media

A

Didactische leermiddelen die ingezet worden om het leerproces te ondersteunen en te bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Opvoedingsrelatie

A

Manier waarop je als leraar ininteractie gaat met je leerlingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Evaluatie

A

Heeft bepalende rol in didactisch handelen: alle componenten van didactisch model kunnen geëvalueerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Formatieve evaluatie

A

Doel: leerlingen helpen en begeleiden
Geeft informatie tot bijsturing onderwijsleerproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Summatieve evaluatie

A

Doel: leerlingen beoordelen met oog op attest/diploma

17
Q

Procesevaluatie

A

Gericht op kwaliteit didactisch proces, evaluatie van didactisch handelen leraar

18
Q

Productevaluatie

A

Gericht op resultaat, zijn leerdoelen bereikt?

19
Q

Van waaruit vertrekt elk onderwijsleerproces?

A

Leerdoelen of doelstellingen

20
Q

Op welke vraag helpt het didactisch model van De Corte de leraar een antwoord te vinden?

A

Over welke didactische componenten moet ik nadenken om een krachtige onderwijsleeromgeving te kunnen vormgeven?

21
Q

Wat zijn de didactische sleutelvragen?

A
  • de leervraag
  • de instructievraag
  • de evaluatievraag
  • de afstemmingsvraag
22
Q

Hoe wordt de leervraag bepaald?

A

Beginsituatie + doelstellingen

23
Q

Hoe wordt de instructievraag bepaald?

A
  • leerinhouden
  • werkvormen
  • media
  • groeperingsvormen
24
Q

Hoe wordt de evaluatievraag bepaald?

A

Hoe check ik of leerlingen de les begrepen hebben?

25
Q

Hoe bepaal je de afstemmingsvraag?

A

Is er een evenwicht/samenhang tussen de verschillende componenten van je lesontwerp?

26
Q

Wat zijn de drie lesfases?

A
  1. Beginfase/motivatiefase
  2. Leerfase
  3. Evaluatiefase
27
Q

Over welke twee aspecten moet je zeker nadenken bij de leerfase?

A

Verwerving en verwerking