Hoofdstuk 1.1.1 Flashcards
Een cel is van buiten naar binnen opgebouwd uit?
Celmembraan
Cellichaam
Celkern
Belangrijkste kenmerk van het celmembraan?
Hij is semi-permeabel (halfdoorlaatbaar). Celmembraan zorgt ervoor dat de voedingstoffen en zuurstoffen kan opnemen en afvalstoffen kan afgeven.
Waaruit bestaat het cytoplasma?
70% uit water. In het water zitten opgeloste voedingsstoffen en zuurstof.
Wat is de functie van cytoplasma?
Celstofwisseling en de energie voorziening van het lichaam
Waar ligt het centraallichaam?
En wat is de functie van het centraal lichaam?
In het cytoplasma.
Speelt een rol bij de celdeling.
Waaruit bestaat de celkern? Wat is de functie van de celkern?
De celkern bestaat uit kernplasma. De celkern regelt alle levensprocessen in de cel.
Hoe noemen we de wand van de celkern?
Kernmembraan. Binnen het kernmembraan zit het kernplasma.
Tweede naam voor kernplasma?
Nucleoplasma
Hoe heten het cytoplasma en het kernplasma samen?
Protoplasma. Dit is het vloeibare bestandsdeel van de cel.
Waar zit chromatine?
In de celkern. Chromatine is opgebouwd uit chromatinekorrels (eiwitkorrels). Als de celkern zich gaat delen. Vormen de chromatinekorrels draden.
Chromosomen bestaan uit DNA, wat is de afkorting daarvan?
Desoxyribo nucleïne acid (desoxyribonucleinezuur)
Hoe noemen we de erfelijke informatie in DNA?
De genen. De genen zorgen voor t door geven van erfelijke eigenschappen. In een menselijke celkern zitten 46 chromosomen (23 paar). De kern is heel belangrijk bij de celdeling.