Hoofdstuk 1: Veeltermfuncties Flashcards

1
Q

wat is een functie

A

en relatie in R zodat met een geg. reëel getal x (onafhankelijke variabele) ten hoogste één reëel getal y (afhankelijke variabele) kan overeenkomen

x komt overeen met 1 of geen y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

naam x-waarden

A

originelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

naam y-waarden

A

functiewaarden/beeldwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

f

A

naam functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

f(x)

A

functievoorschrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

domein

A

de verzameling van alle x-waarden waarvoor een functiewaarde bestaat.
(kijk op de x-as)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beeld/bereik

A

de verzameling van alle bereikte functiewaarden

kijk op de y-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functie is geen functie als:

A

er meerdere punten verticaal op/boven/onder de x-as liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
algebraïsche functies
(3 vormen + def)
1) veelterm functies
2) rationale functies
3) irrationale functies
A

functie waarbij in het voorschrift alleen de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en de n-demachtsworteltrekking voorkomen

1) het functievoorschrift is een veelterm
2) het voorschrift is het quotiënt van twee veeltermen, n=/0
3) de variabele in het voorschrift komt onder één of meerdere worteltekens voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

transcendente functies (geef vb)

A
  • exponentiële functies (gebogen naar boven)
  • logaritmische functies (gebogen naar onder)
  • goniometrische functies (golvend)
  • cyclometrische functies (schuin gebogen door de oorsprong)
  • trap functie (trap (gaten ertussen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

veeltermfunctie met graad n:

A

veeltermfunctie van graad n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de graad (naam)

1) f(x)= (x-1)(x²+5)(2x-8)
2) f(x)=-5
3) f(x)=0

A

1) graad 4
2) graad 0 –> constante functie
3) graad 0/ –> nulveeltermfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

domein veeltermfunctie:

A

altijd R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

beeld veeltermfunctie:

A

niet altijd R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zinvol domein

A

domein beperkt tot een deel van R (het zinvolle deel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

nulwaarden functie f

A

alle x-waarden waarvoor f(x)=0

17
Q

formule discriminant

A

D= b-4ac
D>0 –> 2 x –> -b+/-√D / 2a
D=0 –> 1 x –> -b / 2
a
D<0 –> 0 x

18
Q

multipliciteit

1) (3x-5)²

A

(x-a) –> multipliciteit k

1) multipliciteit 2

19
Q

vuistregels tekentabel

A

1) bepaal nulw van f met multipliciteit
2) ga van rechts naar links en start met het teken van de hoogstegraadscoëfficiënt als 1ste (rechtste) teken
3) nulw met oneven multipliciteit –> wissel teken
4) nulw met even multipliciteit –> behoud teken

20
Q

even functie

A

dom f: f(-x)=f(x)
tegengestelde x-waarden hebben dezelfde y-waarden
even exponenten
y-as is een symmetrieas

21
Q

oneven functie

A

dom f: f(-x)= -f(x)
tegengestelde x-waarden hebben tegengestelde y-waarden
oneven exponenten
oorsprong is een symmetriemiddelpunt

22
Q

functiegrafieken met verticale symmetrieas (niet y-as)

A

rechte met vergelijking x=a indien
f(a-x)=f(a+x)
tegengestelde x-waarden –> zelfde y-waarden

23
Q

functie grafieken met symmetriemiddelpunt (niet oorsprong)

A

f(a-x) + f(a+x) / 2 = b