Hoofdstuk 1 paragraaf 1 Flashcards
Interglacialen
Warmere tijden tussen glacialen in
Saale-ijstijd
De voorlaatste ijstijd. Hier bereikte het ijs zelfs Nederland. Ook wel “onze ijstijd” genoemd.
Preglaciaal
De tijd voor de Saale-ijstijd, 2.5 miljoen jaar geleden.
Postglaciaal
De tijd na de Saale-ijstijd, tot 10.000 jaar geleden
Puinwaaier
In de kustvlakten van Nederland werden tientallen meters dikke lagen zand, grind en klei afgezet. Deze rivierafzetting worden de Puinwaaier genoemd.
Tongbekken
In de loop van het Saale werden de gletsjers breder en hoger en waren ze in staat de rivierdalen uit te diepen. Toen later het ijs was verdwenen
Bleef een breed en diep dal achter. Dat is een Tongbekken.
Stuwwallen
Door de druk van het ijs werden de zijkanten van de rivierdalen opzij geduwd. Op deze manier ontstonden stuwwallen.
Keileem
Een mengsel van tot leem vermalen keien met nog heel gebleven stenen. Op en in het ijs lagen ook grote zwerfkeien, die na het smelten zijn blijven liggen.
Dekzand
In het postglaciaal was de Noordzee drooggevallen, en dat maakte deel uit van een poolwoestijn. De bovenlaag droogde uit en de wind kon het losse zand wegblazen. Het zand kwam verderop en bedekte keileem, stuwwallen en Puinwaaier met een laag dekzand.
Löss
Het fijnere zand werd in de lucht geblazen. De stofdeeltjes sloegen neer en vormden een lösslaag.
Glacialen
Ijstijden