hoofdstuk 1: chromosomen en celdeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de bouwstenen van het menselijk lichaam?

A

Organen, weefsels, cellen

Weefsels omvatten epitheel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de vier soorten weefsels.

A
  • Epitheel
  • Bind
  • Spier
  • Zenuw

Deze weefsels hebben verschillende functies en eigenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van cellen in het lichaam?

A

Herstellen, groeien, delen of sterven

Cellen reageren op signalen via receptoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de studie van chromosomen?

A

Cytogenetica

Dit omvat het bestuderen van de structuur en functie van chromosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is chromosomenbandering?

A

Streepjescode op chromosoom

Dit helpt bij het identificeren van chromosomen tijdens de celdeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel chromosomen heeft de mens?

A

46 chromosomen

Dit zijn gerangschikt in 23 paren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn autosomen?

A

44 chromosomen

Dit zijn de niet-geslachtschromosomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn geslachtschromosomen?

A

2 geslachtschromosomen of gonosomen (X en Y)

Deze zijn verantwoordelijk voor de geslachtsbepaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn homologe chromosomen?

A

Paar chromosomen van vader en moeder

Ze hebben dezelfde genen op dezelfde posities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn somatische cellen?

A

Cellen zonder geslacht, 46 chromosomen (diploïd)

Dit omvat alle lichaamscellen behalve geslachtscellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn geslachtscellen?

A

Eicel en zaadcel, 23 chromosomen (haploïd)

Deze cellen zijn betrokken bij de voortplanting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rol van mitochondriën?

A

Glucose omzetten in energie

Mitochondriën worden vaak de energiecentrales van de cel genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van het endoplasmatisch reticulum?

A

Buizennetwerk voor eiwitproductie en -modificatie

Dit is belangrijk voor de synthese van eiwitten en lipiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen ribosomen?

A

Vertalen DNA naar eiwit

Ribosomen zijn essentieel voor de eiwitsynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van het Golgi-apparaat?

A

Afvoeren van afvalstoffen

Het Golgi-apparaat is betrokken bij het sorteren en verzenden van eiwitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de drie soorten chromosomen?

A
  • metacentrisch
  • submetacentrisch
  • acrocentrisch
17
Q

Wat gebeurt er met de genen op het X-chromosoom bij een vrouw?

A

1 X is uitgeschakeld, waardoor die genen niet tot uiting komen.

18
Q

Wat is de functie van het centromeer?

A

Verbindt zusterchromatiden.

19
Q

Wat zijn de korte en lange armen van een chromosoom aangeduid?

A

Korte arm = p, Lange arm = q.

20
Q

Wat is de ISCN?

A

International System For Human Cytogenetic Nomenclature. : gestandaardiseerde taal

21
Q

Wat zijn telomeren?

A

Structuren aan de uiteinden van chromosomen.

22
Q

wat is karyotype?

A

= chromosomenkaart. Rangschikking volgens
1. Grootte
2. Plaats centromeer
3. Banderingspatroon

23
Q

Wat is de duur van de G1 fase in de celcyclus?

A

Uren tot jaren

24
Q

Wat gebeurt er tijdens de G1 fase?

A

Decondenserende chromosomen despiraliseren en veel RNA- en eiwitsynthese als voorbereiding op S-fase

25
Q

Hoe lang duurt de S fase in de celcyclus?

26
Q

Wat vindt plaats tijdens de S fase?

A

Replicatie DNA en vorming van 2 zusterchromatiden

27
Q

Wat is het totale aantal chromosomen na de S fase?

A

46 chromosomen, maar 92 zusterchromatiden

28
Q

Hoe lang duurt de mitose?

29
Q

Wat is het beginpunt van de mitose in termen van chromosomen?

A

46 ontdubbelde chromosomen (met 2 zusterchromatiden)

30
Q

Wat is het eindpunt van de mitose in termen van chromosomen?

A

Elke cel heeft 46 chromosomen, maar elk chromosoom bestaat slechts uit 1 chromatide

31
Q

Wat is de totale duur van de celcyclus?

A

Ongeveer 24 uur

32
Q

Welke fasen vormen samen de interfase?

A

G1, G2 en S-fase

33
Q

Wat spreekt men over bij een cel in rust tijdens de interfase?

A

Chromatine

34
Q

Wat gebeurt er met het erfelijk materiaal wanneer de cel gaat delen?

A

Er ontstaat een condensatie van het erfelijk materiaal in chromosomen

35
Q

Fill-in-the-blank: De G2 fase duurt _______.

A

2 – 4 uur