Hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

Wat houd Business Intelligence in?

A

Het optijd (en liefste proactief) bijsturen van een proces met behulp van informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de aanleiding voor Business Intelligence?

A

De vraag naar betere bestuurlijke informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de 5 gegevens bronnen voor het maken van beslissingen:

A
  1. Computersystemen van het bedrijf
  2. Gesprekken
  3. Maandrapportages + beleidsadviezen
  4. De media
  5. Analytics
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de 3 dimensies van data

A
  1. De oorsprong van de data: intern/bedrijf of extern/internet. Dit onderscheid is van belang voor wat betreſt voorspelbaarheid, kwaliteit en eigenaarschap.
  2. De mate van structuur van de data: volledig gestructureerd, semigestructureerd of ongestructureerd. Een voorbeeld van ongestructureerde data zijn brieven: die vermelden allemaal adresgegevens, een datum en een tekstblok en een ondertekening – maar nooit exact op dezelfde plaats. Elk van die gegevens kun je taggen, waarmee je de brief promoveert van ongestructureerd naar semigestructureerd.
  3. Het tijdstip waarop de data is ontstaan: voor managementinformatie is de ontwikkeling in de tijd belangrijk om ontwikkelingen en trends te detecteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 2 redenen om BI te verbeteren of toe te passen?

A
  1. Het verbeteren van de huidige informatie die momenteel mankementen bevat.
  2. De vraag naar informatie vanuit een nieuw aspect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een Data Lake?

A

Opslag locatie waarin grote hoeveelheden ongestructureerde data kan worden opgeslagen in hun eigen format.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de mankementen in rapportages?

A
  1. Het kost te veel tijd van de verkeerde medewerkers
  2. Dubbelingen door het invoegen van lokaal opgeslagen data i.p.v. data uit een centrale database die integer is.
  3. Het rapport is niet reproduceerbaar
  4. Gebruikte gegevens zijn moment opnames
  5. Niet een actueel rapport
  6. Rapportage is star (vooraf opgzette data)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly