hoofdstuk 1 Flashcards
altiplano
spaans voor hoogvlaktea
andesiet
lichtgrijs uitvloeiingsgesteente met heel kleine kristallen en soms hier en daar grotere kristallen die tijdens een uitbarsting uit de magmakamer worden meegenomen
bekken
lager deel in de aardplaten dat door de verschillende rek-en compressiekrachten in de platen als geheel langzaam naar beneden of een laagte vormt
caatinga
savanne met doornachtige struiken
cerrado
boom- en grassavanne
compressie
proces van samendrukking dat ontstaat door het naar elkaar bewegen van lithosferische platen
cordillera
zuid-amerika: aangesloten rij van hoge bergen die samen een hooggebergte vormen. Heet ook wel gebergteketen
debiet
de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. heet ook wel waterafvoer
effusieve eruptie
rustige vulkaanuitbarsting, van magma met minder dan 4% of meer dan 5.5% waterl
el nino
periode van sterke opwarming van het zeewater bij de evenaar langs de westkust van z-a en over een deel van de grote oceaan
enso
perioderieke verandering van het luchtdrukpatroon in het gebied van de grote oceaan, in combinatie met el nino, het veranderen van de temperatuur van het zeewater
erst
gesteente waarin metalen in grotere of kleienre concentraties voorkomen
erstvorming
het ontstaan van ersten
explosieve eruptie
heftige vulkaanuitbarsting met 4 tot 5.5% water en een relatief hoge viscositeit
fossiele energieborn
brandstof die in miljoenen jaren is gevoerd uit organisch materiaal (planten/dierenresten)
geografisch beeld
de beschrijving van ligging, gebiedskenmerken, bevolkingskenmerken en interne en externe relaties van een gebied
hoogtezone
gebied tussen twee hoogtelijnen
hoogvlakte
vlak of zachtgolvend gebied op meer dan 500 m hoogte
horst
hoger gelegen gebied tussen twee breuken
hotspot
het bovenste deel van een mantelpluim aan de onderkant van het lithosfeer
ilanos
grassavanmne met soms wat bomen
mangrove
natuurlijk vegetatietupe langs modderige tropische en subtropische kusten, in zoutmoerassen en slibrijke riverdelta’s
mantelpluim
enorme hoeveelheden opstijgend heet mantelmanteriaal dat in een pluim waarschijnlijk vanaf de buitenkern tot het aardoppervlak reikt
mental map
kaart in je hoofd of op papier die een uitdrukking is van subjectieve beelden (percepties) van een gebied
mijnbouw
economsiche activiteit die gericht is op het onttrekken van delfstoffen aan de aardkost om die te verwerken
perceptie
de manier waarop iemand de werkelijkheid waarneemt en daaruit voor zichzelf een beeld vormt
regiem
jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek
riftschouders
langgerekte, bergachtige, hoger liggende zone aan de weerszijden van een riftvallei (die ontstaat onder invloed van de hitte van het magma vlak onder lithosfeer)s
savanne
natuurlijke vegetatietype in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken, in z-a zijn er drie typen savanne: ilanos, cerrado, caatingas
schild
uitgestrekt, geologisch stabiel deel van de continentale korst die bestaat uit gesteente dat meer dan 500 miljoen jaar oud is
slab pull
proces waarbij onder invloed van de zwaartekracht een afgekoeld en zwaar geworden deel van een oceanische plaat wegzskt in de asthenosfeer. De oceanische plaat trek daarbij de hele aardplaat mee. Dit is de belangrijkste aandrijvende kracht van de platentektoniek
slenk
laagte i nhet landshcap die ontstaat doordat een blokvorming deel van de aardkorst wegzakt langs breukvlakkens
steppe/pampa
natuurlijk vegetatie van grassen en lage struiken in een droog gebied waar net genoeg regen valt in dit type vegatie. heet in z-a pampa
stereotiep beeld
vastliggend, algemeen (dus collectief) beeld over een groep mensen, een gebied of een groep verschijnselen of gebeurtenissen
stroomgebied
het hele gebied dat afwatert op een bepaald rivier
stroomstelsel
rivier met alle zijrivieren en veratkkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebiedr
tropisch regenwoud
natuurlijk vegetatietype van dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen. heet in z-a selva
viscoisteit
een maat van de stroperigheid van een stof
voorlandbekken
dalend en lager liggend gebied aan de landzijde van een zich vormend gebergte bij een convergente plaatgrens