hoofdstuk 1 Flashcards

1
Q

altiplano

A

spaans voor hoogvlaktea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

andesiet

A

lichtgrijs uitvloeiingsgesteente met heel kleine kristallen en soms hier en daar grotere kristallen die tijdens een uitbarsting uit de magmakamer worden meegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bekken

A

lager deel in de aardplaten dat door de verschillende rek-en compressiekrachten in de platen als geheel langzaam naar beneden of een laagte vormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

caatinga

A

savanne met doornachtige struiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cerrado

A

boom- en grassavanne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

compressie

A

proces van samendrukking dat ontstaat door het naar elkaar bewegen van lithosferische platen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cordillera

A

zuid-amerika: aangesloten rij van hoge bergen die samen een hooggebergte vormen. Heet ook wel gebergteketen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

debiet

A

de hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. heet ook wel waterafvoer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

effusieve eruptie

A

rustige vulkaanuitbarsting, van magma met minder dan 4% of meer dan 5.5% waterl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

el nino

A

periode van sterke opwarming van het zeewater bij de evenaar langs de westkust van z-a en over een deel van de grote oceaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

enso

A

perioderieke verandering van het luchtdrukpatroon in het gebied van de grote oceaan, in combinatie met el nino, het veranderen van de temperatuur van het zeewater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

erst

A

gesteente waarin metalen in grotere of kleienre concentraties voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

erstvorming

A

het ontstaan van ersten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

explosieve eruptie

A

heftige vulkaanuitbarsting met 4 tot 5.5% water en een relatief hoge viscositeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fossiele energieborn

A

brandstof die in miljoenen jaren is gevoerd uit organisch materiaal (planten/dierenresten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geografisch beeld

A

de beschrijving van ligging, gebiedskenmerken, bevolkingskenmerken en interne en externe relaties van een gebied

17
Q

hoogtezone

A

gebied tussen twee hoogtelijnen

18
Q

hoogvlakte

A

vlak of zachtgolvend gebied op meer dan 500 m hoogte

19
Q

horst

A

hoger gelegen gebied tussen twee breuken

20
Q

hotspot

A

het bovenste deel van een mantelpluim aan de onderkant van het lithosfeer

21
Q

ilanos

A

grassavanmne met soms wat bomen

22
Q

mangrove

A

natuurlijk vegetatietupe langs modderige tropische en subtropische kusten, in zoutmoerassen en slibrijke riverdelta’s

23
Q

mantelpluim

A

enorme hoeveelheden opstijgend heet mantelmanteriaal dat in een pluim waarschijnlijk vanaf de buitenkern tot het aardoppervlak reikt

24
Q

mental map

A

kaart in je hoofd of op papier die een uitdrukking is van subjectieve beelden (percepties) van een gebied

25
Q

mijnbouw

A

economsiche activiteit die gericht is op het onttrekken van delfstoffen aan de aardkost om die te verwerken

26
Q

perceptie

A

de manier waarop iemand de werkelijkheid waarneemt en daaruit voor zichzelf een beeld vormt

27
Q

regiem

A

jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek

28
Q

riftschouders

A

langgerekte, bergachtige, hoger liggende zone aan de weerszijden van een riftvallei (die ontstaat onder invloed van de hitte van het magma vlak onder lithosfeer)s

29
Q

savanne

A

natuurlijke vegetatietype in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken, in z-a zijn er drie typen savanne: ilanos, cerrado, caatingas

30
Q

schild

A

uitgestrekt, geologisch stabiel deel van de continentale korst die bestaat uit gesteente dat meer dan 500 miljoen jaar oud is

31
Q

slab pull

A

proces waarbij onder invloed van de zwaartekracht een afgekoeld en zwaar geworden deel van een oceanische plaat wegzskt in de asthenosfeer. De oceanische plaat trek daarbij de hele aardplaat mee. Dit is de belangrijkste aandrijvende kracht van de platentektoniek

32
Q

slenk

A

laagte i nhet landshcap die ontstaat doordat een blokvorming deel van de aardkorst wegzakt langs breukvlakkens

33
Q

steppe/pampa

A

natuurlijk vegetatie van grassen en lage struiken in een droog gebied waar net genoeg regen valt in dit type vegatie. heet in z-a pampa

34
Q

stereotiep beeld

A

vastliggend, algemeen (dus collectief) beeld over een groep mensen, een gebied of een groep verschijnselen of gebeurtenissen

35
Q

stroomgebied

A

het hele gebied dat afwatert op een bepaald rivier

36
Q

stroomstelsel

A

rivier met alle zijrivieren en veratkkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebiedr

37
Q

tropisch regenwoud

A

natuurlijk vegetatietype van dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen. heet in z-a selva

38
Q

viscoisteit

A

een maat van de stroperigheid van een stof

39
Q

voorlandbekken

A

dalend en lager liggend gebied aan de landzijde van een zich vormend gebergte bij een convergente plaatgrens