HOOFDSTUK 1 Flashcards
Interindividueel ivm emotie
relatief stabiele emotionele tendensen die verschillen tussen mensen
Intraindividueel ivm emotie
emotionele schommelingen binnen één persoon over situaties heen
wat zijn de verschillende functies van emoties
Signaalfunctie: naar buiten toe signaleren hoe men zich voelt
Activatiefunctie: activeren van bepaald gedrag (vb. verdriet, dus huilen)
basale processen
processen die geldend zijn voor iedereen
wat zijn de drie doelen van PID
- Beschrijven van verschillen
- Beschrijven van verbanden tussen verschillen
- Verklaren van verschillen en hun verbanden
proximale verklaringen
Factoren (= verklaring) die dicht in ruimte en tijd liggen bij te verklaren fenomeen
(verschillen of verband tussen verschillen in gedrag, functioneren, …)
Voorbeeld: appraisal en emotie
distale verklaringen
Factoren die verderaf liggen in tijd en ruimte van te verklaren fenomeen
Evolutionaire verklaringen, jeugdelijke trauma’s, …
expliciete theorie
Theorieën en bevindingen in wetenschappelijke (open) literatuur over aard en
oorzaken van verschillen (vnl door wetenschappers)
impliciete theorie
Impliciete opvattingen van mensen over aard en oorzaken van menselijk gedrag en
verschillen hierin (cf. vooroordelen, stereotypes, sociale wenselijkheid, …)