hoofdstuk 1 Flashcards
1
Q
commnicatie
A
het doorgeven van info
2
Q
zender
A
diegene die de informatie geeft
3
Q
ontvanger
A
diegene die de info krijgt
4
Q
massacommunicatie
A
zenden van een boodschap naar een groot publiek
5
Q
massamedia
A
media die hun boodschap uitzenden naar een groot publiek
6
Q
soorten communicatie
A
directe en indirecte
communicatie
verbale en non-verbale communicatie
eenzijdige en tweezijdige communicatie